Ik ben een kind van de jaren tachtig. Het waren tijden met een hoge werkloosheid. We hadden toen nog “Ministers van Arbeid” en hun grote taak was het bestrijden van die werkloosheid. Het is nu wel even anders. In plaats van werkloosheid bestrijden, moeten we nu volk vinden om vacatures op te vullen. Wie met arbeidsmarktbeleid bezig is, moet dus uit een gans ander vaatje gaan tappen. Zelfs wanneer het economisch minder goed gaat – zoals vandaag – blijft de krapte op de arbeidsmarkt een serieus probleem. Daarom bestelde de Vlaamse Minister van Werk vorig jaar een rapport om te kijken of de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB) goed gewapend is om die nieuwe taak aan te pakken. Dat rapport werd vorige week in het Vlaams parlement voorgesteld, en – vooral in de pers – bediscussieerd. Wat was me dat. De pers kopte dat de VDAB zijn taak niet aankon. Vele parlementsleden namen dat verhaal gretig over. Maar dat staat dus niet in die studie. Wat staat er dan wel in? Wel, dat de VDAB alleszins start van een goede basis. De VDAB biedt een persoonlijke dienstverlening, wekt vertrouwen op bij partners en doet het in een Europese vergelijking meer dan goed. Maar de VDAB moet wel een verandering inzetten om beter gewapend zijn voor de nieuwe arbeidsmarkt.

Vanuit UNIZO willen we daar vooral op focussen. De VDAB moet zich ten eerste niet alleen meer op werkzoekenden richten, maar op andere doelgroepen, zoals langdurig zieken, niet-beroepsactieven (dus mensen die zonder enige uitkering thuis blijven) en mensen met een migratie-achtergrond. VDAB moet hiervoor meer en beter samenwerken met andere partners en overheden. Zo moet de VDAB bijvoorbeeld sneller betrokken worden in het proces om langdurig zieken terug naar werk te leiden. Met de gemeenten kan gekeken worden hoe nieuwe doelgroepen erg lokaal benaderd kunnen worden. Ten tweede moet de VDAB zich meer kunnen concentreren op zijn basisopdracht: bemiddelen én opleidingen geven. Je moet je klanten niet alleen bereiken, maar je moet ze ook actief krijgen. En die klanten zijn meer dan ooit niet alleen potentiële werkzoekenden, maar vooral ook de werkgevers. Vanuit UNIZO zijn we best tevreden dat er veel nadruk wordt gelegd op dienstverlening aan kmo’s die niet beschikken over een eigen personeelsdienst. Tenslotte moet de VDAB een veel meer wendbare organisatie worden. VDAB moet minder “de Collega’s” zijn en meer ondernemerschap vertonen.  Daarvoor moet duidelijk zijn wie welke verantwoordelijkheid moet opnemen: het management moet managen en de raad van bestuur moet de strategische beslissingen nemen. En niet omgekeerd.

Waarom schrijf ik dit allemaal? Omdat de VDAB een belangrijke organisatie is voor kmo-werkgevers. Als de VDAB zorgt voor een goede en vlotte dienstverlening, dan helpt dat onze zelfstandige ondernemers zeer goed voort, en dit als dienstverlening voor hun belastinggeld.  VDAB moet dus performanter worden en zich klaarmaken om nieuwe doelgroepen aan te spreken en aan te pakken. Maar zeggen dat alles bij VDAB vandaag niet deugt, klopt niet. De studie bevestigt dit. Maar we willen wel dat het nog beter wordt.  Nog veel beter.  Daar willen we als UNIZO mee aan werken.

Danny