Elke week serveert Danny Van Assche, gedelegeerd bestuurder van UNIZO zijn kijk op diverse actuele thema's die voor jou als ondernemer impact hebben.

Ben jij er al aan gewoon dat de kinderbijslag in Vlaanderen nu het “groeipakket” heet? Het blijft nog altijd wennen. Nochtans zijn we ondertussen vijf jaar verder. Sinds 1 januari 2019 is het niet langer de sociale zekerheid die de kinderbijslag uitbetaalt, maar de Vlaamse overheid. De manier van uitbetalen werd hervormd en het kind kreeg een nieuwe naam, “Groeipakket”. Na vijf jaar is het tijd om dit nieuwe Groeipakket eens te evalueren. De Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (de SERV), zeg maar de Vlaamse sociale partners waar ook UNIZO deel van uitmaakt, publiceren er daarom een uitgebreid rapport over.

Je zou je kunnen afvragen waarom het groeipakket zo belangrijk is voor de sociale partners. Daar zijn verschillende redenen voor. Misschien uit wat nostalgie. Want tot 2019 was de kinderbeslag een onderdeel van de sociale zekerheid, en waren het de sociale partners die het beheer ervan deden. Sinds Vlaanderen bevoegd is, zijn vakbonden en werkgevers niet meer betrokken. Nochtans is deze vergoeding voor de kosten van kinderen behoorlijk belangrijk. Kinderbijslag is één van de beste instrumenten om gezinnen met een laag inkomen uit de armoede te houden. Vooral ook wanneer ze aan het werk zijn. Heb je er al bij stilgestaan dat een kind “duurder” is als je uit werken gaat, dan wanneer je thuis blijft? Er is kinderopvang nodig. Je moet je kind ernaar toe brengen en terug ophalen. En zeker wanneer je onregelmatige uren hebt, is dat geen evidentie. Wanneer we dus willen dat er méér mensen aan het werk gaan, ook diegenen die nu nog verkiezen om thuis te blijven bij de kinderen, dan heeft het groeipakket hier ook duidelijk een belangrijke rol te spelen.

Wat vertellen we met de SERV? Het groeipakket zorgt absoluut voor een ondersteuning in het dragen van de kosten voor kinderen, maar, zeker bij de laagste inkomens, onvoldoende om noodzakelijke kosten te dekken. Volgens de sociale partners moet het groeipakket daarom hervormd worden. Om kinderarmoede tegen te gaan, moet de sociale toeslag voor de gezinnen met het laagste inkomen opgetrokken worden. Dat is al één ding. Maar voor ons is het minstens even belangrijk dat het groeipakket beter wordt ingezet om ouders de kans te geven aan het werk te gaan. Zorg dus voor een betere kinderopvangtoeslag voor kinderen van ouders die gaan werken met een bescheiden loon. En nog belangrijker, maak van de toeslagen geen alles-of-niets-verhaal. Nu valt de toeslag volledig weg, van zodra je een bepaald inkomen hebt bereikt. Dus het loont niet om méér te werken want je gaat er dan gewoon op achteruit. Zorg dus voor een verfijnde overgang, zoals dit ook voor vele andere premies bestaat. We pleiten ook om de financiering in het oog te houden. Op dit ogenblik stijgt het budget van het groeipakket met minder dan de inflatie waardoor de effectiviteit ervan wordt uitgehold. De SERV formuleert daarom enkele scenario’s om binnen een sluitend budgettair kader een gepast groeitraject te volgen.  

Vijf jaar geleden beheerden de sociale partners zelf de kinderbijslag. Het is nu de eerste keer dat we er ons in Vlaanderen nog eens over uitspreken. Dat is niet gezond. We wijzen er immers op dat het groeipakket wel degelijk een belangrijke rol speelt in het al dan niet gaan werken, en in het welzijn van kinderen. We gaan geen vijf jaar meer wachten. Het groeipakket zal opnieuw de volle aandacht van de sociale partners krijgen. Bekijk het dan toch maar als een eerste stukje Vlaamse sociale zekerheid.  

Danny