Alle publieke gebouwen, dus ook cafés en kleine buurtwinkels, moeten binnenkort een ‘toegankelijkheidstoets’ doorlopen wanneer de eigenaar wil bouwen of verbouwen. Vlaams ministers Bart Somers en Zuhal Demir kondigen deze strengere normen vandaag  aan. UNIZO vindt het goed dat er initiatieven zijn om toegankelijkheid te verbeteren, maar gaat niet akkoord om de strenge regels overal rigide toe te passen. “Men dient rekening te houden met de beperkingen van de verschillende gebouwen. Bovendien zijn sommige ingrepen ook zeer kostelijk. Laat ons vooral praktische en creatieve oplossingen zoeken. We moeten vermijden dat ondernemerschap beperkt wordt door een teveel aan voorschriften en regeltjes”, zegt topman Danny van Assche. 

De ministers willen de huidige wetgeving verstrengen. Tot nu werden gebouwen met een oppervlakte kleiner dan 150m² vrijgesteld. Men wil de regels nu laten gelden voor alle gebouwen, dus ook kleine panden zoals cafés, restaurants en buurtwinkels. 

UNIZO heeft begrip dat er initiatieven worden genomen om de toegankelijkheid te verbeteren, maar gaat niet akkoord om de regels zomaar uit te breiden naar alle panden zonder oog te hebben voor de praktische en financiële realiteit.

“Vlaanderen heeft een ruim patrimonium met verscheidene types panden, van de kleine bruine kroeg tot de ruime winkeloppervlakten en alles daartussen. Je moet bij het toepassen van toegankelijkheidsregels dan ook rekening houden met wat praktisch mogelijk is”, zegt Danny van Assche.  “Door alle voorschriften overal rigide toe te passen wordt ondernemen in sommige panden met kleinere oppervlaktes moeilijk of onmogelijk.  Denk bijvoorbeeld aan ingangen met een trap, (kleine) toiletten in een kelder of kleine panden met diverse verdiepingen. Ook voor kleine maar goed gevulde winkels zoals krantenwinkels, kledingboetieks, souvenirshops, … zorgt dit voor dit problemen. Het kan toch niet de bedoeling zijn dat zij allemaal hun aanbod moeten minderen?” 

UNIZO eist een praktische en realistische aanpak. "Ondernemerschap moet gestimuleerd worden, en niet moeilijker gemaakt. Deze regelgeving zorgt voor extra kosten, extra administratie, extra controles en is bovendien niet overal haalbaar.  Bij verbouwingen en nieuwbouw, waarvoor ook effectief een omgevingsvergunning is vereist , moet zeker de toegankelijkheidstoets gemaakt worden maar wel telkens binnen het praktisch en financieel realiseerbare. Daarom is het beter om te werken met een aanmoedigingsbeleid waarbij toegankelijkheidsinvesteringen ondersteund worden”, aldus Danny van Assche. “Laten we ons niet vergalopperen aan een eenheidsworst van regeltjes, waardoor sommige  panden simpelweg ongeschikt worden om in te ondernemen. Vooral de locaties in de kernen dreigen hiervan de dupe te worden.” Voor specifieke situaties zou een afwegingskader komen, maar voor UNIZO moet dat verder gaan dan enkel voor uitzonderlijke gevallen. “Het is goed dat er een opening wordt voorzien, maar die moet voldoende ruimte laten. We zijn zeer bezorgd en vragen snel overleg.” 

Naast de praktische toepassing is UNIZO ook bezorgd over een mogelijk langere doorlooptijd om een vergunning te krijgen. De ondernemersorganisatie vraagt een duidelijke en haalbare regelgeving zonder bijkomende voorwaarden achteraf. De Vlaamse regering wil de nieuwe toegankelijkheidsnormen proactief met geaccrediteerde verslaggevers controleren, lang voor een aannemer aan de werken begint.  Die zullen dossier per dossier nagaan of de wetgeving in de plannen is toegepast.

Danny Van Assche: “Deze regelgeving mag absoluut niet leiden tot een verlenging van de procedure voor het verkrijgen van de omgevingsvergunning. De beoordeling moet meegenomen worden in de reguliere tijdspanne, waarbij het advies van Agentschap Toegankelijk Vlaanderen integraal deel uitmaakt van de advisering.”