Onze aanpak en aanbod veranderen onafgebroken, maar ons DNA blijft eeuwig intact.

Petrus Thys (NCMV) en Danny Van Assche (UNIZO)
Petrus en Danny

Petrus Thys (NCMV) en Danny Van Assche (UNIZO): "Eén kenmerk hebben al onze leden met elkaar gemeen: het zijn allemaal volbloed ondernemers die geheel voor eigen rekening en risico ondernemen."

Negentig jaar is hij intussen, maar dat is Petrus Thys allerminst aan te zien wanneer hij restaurant De Abt in Gent binnenstapt voor het gesprek. Een niet toevallig gekozen, iconische locatie overigens. In een zaaltje op de eerste verdieping van het eigenste gebouw waar ooit ene Charles Van der Cruyssen, ondernemer, de Gentse middenstandsvereniging “Pour Dieu et la Patrie” oprichtte. Charles, die als één van de grondleggers van het moderne UNIZO kan worden beschouwd, ging tijdens de oorlog in het verzet en toen de vrede terugkeerde, zag hij het licht. Hij trad in bij de trappisten en stelde zich tot doel om de abdij van Orval, verwoest tijdens de Franse revolutie, her op te bouwen. Maar daar had hij geld voor nodig. En wie geld wil verdienen, die moet iets ondernemen, wist Charles uit zijn vorige leven. Dus richtte hij een brouwerij op, de brouwerij van Orval die we tot op vandaag nog allemaal kennen. Zijn initiatief werd een succes en zo werd de stichter van UNIZO ook de ondernemer die het iconische trappistenbier op de markt bracht.

“Die link met het Christelijke was ook in mijn beginperiode, tot zelfs begin jaren ’80 vanzelfsprekend”, weet Petrus Thys nog. “En dat was niet alleen bij ons zo. Het gold destijds voor zowat alle geledingen van de samenleving. Vandaar ook het “Nationaal Christelijk Middenstandsverbond”,. Dat was toen zowat de norm.”

“Maar dat was het begin jaren ’90 al een tijdje niet meer”, haakt Danny Van Assche in. “En dus drong een naamswijziging zich op. We waren immers niet meer ‘christelijk’, maar pluralistisch. Bovendien waren we ook niet ‘nationaal’, wat we in wezen ook nooit geweest zijn. En we vertegenwoordigden ook al lang niet meer enkel de klassieke ‘middenstand’. Begrijp me niet verkeerd, wij zien die traditionele ‘middenstanders’ nog altijd even graag als vroeger, en ze maken nog altijd een belangrijk deel uit van ons ledenbestand. Maar daarnaast vertegenwoordigen we intussen net zo goed productiebedrijven, freelancers, vrije beroepers… Kortom, zelfstandige ondernemers in alle mogelijke sectoren en van diverse omvang. Eén kenmerk hebben al onze leden evenwel met elkaar gemeen: het zijn allemaal volbloed ondernemers die geheel voor eigen rekening en risico ondernemen. Ze zijn eigenaar van hun bedrijf en zitten er met hun eigen centen in. Daar ligt ook het fundamentele verschil met de andere organisaties. Terwijl zij ondernemíngen vertegenwoordigen, zijn wij er ook een vooral voor de ondernemérs. Onze leden zijn geen ceo’s in dienstverband, die in het slechtste geval enkel hun job kunnen verliezen. Nee, als het mis loopt met hun bedrijf, zitten zij zelf ook in de shit, omdat ze dan het risico lopen om alles kwijt te spelen.”

Onze roep en strijd voor ondernemingen en een economie op mensenmaat werd niet gehoord. Erger nog, er werd op ons neergekeken.

Petrus Thys, secretaris-generaal van UNIZO (toen nog NCMV) van eind jaren '50 tot begin jaren '90

Vandaag heeft dat zelfstandig ondernemerschap een relatief hip imago, zeker en vooral ook bij de jongere generaties, die vaker dan vroeger de sprong naar een eigen zaak wagen. Dat blijkt jaar na jaar uit onze starterscijfers en, bijvoorbeeld, ook uit de toename van het aantal student-ondernemers. Maar dat was vroeger wel enigszins anders, Petrus?

“De tijdsgeest van de jaren ’50 tot ’80 was onvergelijkbaar met die van nu. Alles draaide rond zoveel mogelijk ‘zekerheid’, aanvankelijk door het trauma van de oorlog en later door een aantal crises, waaronder de oliecrisis in de jaren ’70 en de hoge werkloosheidsgraad tot in de jaren ’90. Het credo was toen dat je maar beter voluit kon gaan voor een vaste job, zonder risico’s. Liefst een benoeming aan de staat en idealiter in het onderwijs. En ging je naar de privé, dan koos je bij voorkeur voor een groot en stabiel bedrijf. Een Amerikaanse multinational, bijvoorbeeld. De Amerikanen hadden ons bevrijd, de samenleving keek naar hen op en ‘big in America’ werd de maatstaf voor het nieuwe economische model dat beleidsmakers en het grootbedrijf hier wilden uitbouwen.”

“In die tijdsgeest telde de ‘kleine middenstand’ van toen niet mee. Onze roep en strijd voor ondernemingen en een economie op mensenmaat werd niet gehoord. Erger nog, er werd op ons neergekeken”, herinnert Petrus Thys zich alsof het gisteren was. “In die zin zelfs dat we nergens vertegenwoordigd waren in het sociaal overleg. De sociale partners, die regelden alles achter onze rug, onder elkaar. Om toch iets doorgeduwd te krijgen, moesten we dan vaak ’s ochtends heel vroeg, nog voor hun overleg, via informele gesprekken zaken trachten geregeld te krijgen.”

“We hebben destijds heel veel aan opbouwwerk moeten doen, want we zaten toen in het verdomhoekje. Een beperking van de openingsuren, de verplichte zondagsrust of toch een vaste sluitingsdag voor zelfstandigen… dat was allemaal taboe, want zogezegd in strijd met de principes van de vrije markteconomie, naar Amerikaans model. Onze eerste betrachting was het uitbouwen van een sterke eigen studiedienst, die voeding en ideeën moest geven aan de motor die we waren. Want om goeie ideeën door te duwen, moet je die ook doordacht uitwerken en goed onderbouwen, om geloofwaardigheid en overtuigingskracht te creëren. Zo zijn we stap voor stap vooruit gegaan.”

Petrus Thys (NCMV): “De tijdsgeest van de jaren ’50 tot ’80 was onvergelijkbaar met die van nu. Alles draaide rond zoveel mogelijk ‘zekerheid’, aanvankelijk door het trauma van de oorlog en later door een aantal crises, waaronder de oliecrisis in de jaren ’70 en de hoge werkloosheidsgraad tot in de jaren ’90."

Danny, die studiedienst is tot op vandaag de sterkhouder van onze lobbymachine. Maar er is sinds de tijd van Petrus ook veel veranderd. We hebben onze plek onder de zon veroverd en zelfs meer dan dat?

“Uiteraard hebben wij vandaag het geluk te kunnen voortbouwen op het straffe pionierswerk van de vorige generaties binnen het NCMV en daarna UNIZO. Je haalde het daarnet zelf al aan: zelfstandig ondernemen is intussen ‘hip’ geworden. Mensen worden vandaag niet meer scheef of meewarig bekeken wanneer ze de sprong wagen. Meer zelfs: ze krijgen daar vandaag respect voor, en meer dan terecht overigens. Al zullen we bepaalde groepen die hard criticasters uiteraard nooit kunnen overtuigen. Maar, bottomline, kan je stellen dat onze sterke positie in het sociaal overleg en op alle beleidsniveaus verworven is. In tegenstelling tot Petrus, heb ik daar dus zelf niet meer voor moeten ijveren. We hebben intussen ook dik 100 aangesloten sectorfederaties die hetzelfde DNA met ons delen, met name dat zelfstandig ondernemerschap voor eigen rekening en risico. Dat maakt van ons een niet te negeren gesprekspartner. De kracht en de reputatie van onze studiedienst maakt ook dat heel wat instanties, waaronder politieke partijen en kabinetten ons om info komen vragen, dingen bij ons komen aftoetsen… Daar tegenover staat evenwel dat we vandaag in een veel volatieler, versnipperd politiek landschap moeten opereren dan vroeger. Wat maakt dat we met meer mensen moeten spreken en nog overtuigender moeten overkomen om dingen in beweging te krijgen.  Als je de vergelijking maakt tussen nu en enkele decennia geleden, denk ik niet dat je  van ‘moeilijker’ of ‘makkelijker’ kan spreken. Het is gewoon anders.”

Petrus: “Wij hadden het makkelijker, omdat we nog in de opbouwfase zaten en al wat we realiseerden een stap vooruit betekende. Er was voordien simpelweg niets. Zo zijn wij destijds ook stap voor stap begonnen met het verenigen van ondernemers, in één of ander achterzaaltje, om hen te informeren, om hen te leren de krachten te bundelen… Op die manier hebben we binnen het NCMV ook zelf een aantal beroepsverenigingen opgericht, die uiteindelijk de hefboom zouden vormen voor de verruiming van ons doelpubliek. Waaronder, bijvoorbeeld, ook de Federatie Vrije Beroepen. Met onze cultuur- en vormingsdienst deden we aan ‘volksverheffing’ zoals dat toen heette: of het begeleiden en versterken van ondernemers op lokaal vlak. We stonden ook mee aan de wieg van de Centra voor Middenstandsopleiding, vandaag bekend als Syntra. Mensen staan daar vandaag niet meer bij stil, maar wij hebben dat destijds allemaal opgebouwd.”

Danny: “Ook vandaag blijven we nog volop inzetten op dat verenigen en die begeleiding van ondernemers, vaak in iets grotere zalen in de provincies, maar nog altijd ook op lokaal niveau. Dankzij onze intense samenwerking met onder meer VLAIO, het Vlaams Agentschap Innoveren en Ondernemen, is ons begeleidingsaanbod sterk verruimd. Maar het basisprincipe, namelijk het samenbrengen van zelfstandige ondernemers, die met elkaar van gedachten kunnen wisselen en ervaringen kunnen delen, blijft identiek. Omdat de formule zo krachtig en van alle tijden is.”

Danny Van Assche: “Ik denk niet dat wij vandaag conservatieve standpunten innemen. Wel integendeel. In de dossiers rond energie en klimaat, bijvoorbeeld, zijn het net onze ondernemers die ons vooruit gestuwd hebben.

UNIZO en de sociale zekerheid zelfstandigen

"Het werknemersstelsel zou beter wat opschuiven naar dat van de zelfstandigen!"

UNIZO gaat vandaag – terecht – prat op een sterk uitgebouwd sociale zekerheidsstelsel voor zelfstandigen, met als mijlpaal tijdens de huidige legislatuur de afschaffing van de zogenaamde “correctiecoëfficiënt” bij de berekening van het zelfstandigenpensioen. Daardoor kunnen zelfstandigen aanspraak maken op een gelijkwaardig pensioen als werknemers met hetzelfde inkomen tijdens hun actieve loopbaan. Voordien kregen gepensioneerde zelfstandigen slechts 60% van dat bedrag.

“Ook voor de opbouw van die sociale zekerheid en bescherming van de zelfstandige ondernemers heeft het NCMV destijds pionierswerk verricht”, weet Petrus Thys, secretaris- generaal tot begin jaren ’90. “Wat lang niet iedereen meer weet, is dat de dezelfde oprichters van UNIZO destijds ook aan de wieg stonden van het sociaal verzekeringsfonds voor zelfstandigen SVMB, het sociaal secretariaat ADMB, de dienst voor veiligheid en bescherming op het werk IKMO… stonden. Allemaal diensten die intussen verenigd zitten bij onze dienstengroep Liantis.”

“Dat maakt onze band met Liantis tot op vandaag ook zo sterk en vanzelfsprekend”, gaat huidig gedelegeerd bestuurder, Danny Van Assche, hier op door. “Liantis heeft niet alleen een bijzonder ruim uitgebouwd en complementair dienstenaanbod, de groep deelt ook hetzelfde DNA en dezelfde verbondenheid met het zelfstandig ondernemerschap. Waardoor Liantis beter dan wie ook de noden van onze zelfstandigen en kmo’s begrijpt.”

Vandaag koesteren zelfstandige ondernemers de door UNIZO gerealiseerde sociale bescherming. Op sommige vlakken mag het zelfs nog iets meer zijn. Maar dat was ooit anders: “In mijn tijd was de vraag bij onze ondernemers eerder om althans het verplichte gedeelte van hun sociale zekerheidsstelsel zo beperkt mogelijk te houden”, aldus nog Petrus Thys. “En hoewel dat geleidelijk aan is veranderd, pleiten we tot op vandaag nog altijd niet voor een volledige gelijkschakeling op alle niveaus met het stelsel van de werknemers”, gaat Danny Van Assche daar op verder. “We pleiten, eerder omgekeerd, voor een evolutie van het werknemersstelsel naar dat van de zelfstandige. Dat zou onze sociale zekerheid op termijn ook betaalbaarder houden. Zo zijn onze ondernemers bijvoorbeeld helemaal geen vragende partij voor een werkloosheidsuitkering, onbeperkt in de tijd, zoals bij werknemers. Nee, ondernemers vragen enkel wat ze echt nodig hebben. Zoals een – tijdelijk – overbruggingsrecht bij onvoorziene omstandigheden, om een moeilijke periode door te komen. Niet meer, maar ook niet minder.”

 

Een organisatie voor, maar ook van ondernemers

Maakt ons dat niet conservatief?

UNIZO is niet enkel een organisatie voor, maar ook van ondernemers. Echte ondernemers maken de dienst uit in onze beleidsorganen en dat op alle niveaus. Een krachtige garantie voor de representativiteit van de organisatie. Maar maakt het UNIZO ook niet extra conservatief? Wat als Een organisatie voor, maar ook van ondernemersondernemers zeggen: “Hou die nieuwe evolutie tegen?”

Danny Van Assche, gedelegeerd bestuurder van UNIZO: “Ondernemers zijn niet conservatief.  Ik denk niet dat wij vandaag conservatieve standpunten innemen. Wel integendeel. In de dossiers rond energie en klimaat, bijvoorbeeld, zijn het net onze ondernemers die ons vooruit gestuwd hebben. Waarna wij aan de huidige federale en gewestregeringen gezegd hebben: ‘Jullie gaan niet ver genoeg. Met deze maatregelen gaan we niet realiseren wat Europa ons tegen 2050 oplegt.’”

“Ondernemers verwachten niet dat we 20 km voorop lopen. Ze willen een realistisch beleid dat aangeeft welke stappen ze moeten zetten om, bijvoorbeeld, de klimaatdoelstellingen te halen. Ze verwachten een soort stabiel kader en een haalbaar traject, gespreid over een haalbare termijn.”