Houthandel Paulussen in Retie viert dit jaar zijn veertigjarig bestaan. Het bedrijf, opgericht door Eric Paulussen, heeft de afgelopen tien jaar een opvallende transformatie doorgemaakt onder leiding van zijn zoon Steven. Op die periode groeide het bedrijf van één naar vijftien medewerkers, en van 3.800 m2 naar 2,5 ha bedrijfsoppervlakte. Een doorgedreven ecologische en innovatieve mindset ligt aan de basis van het succes van de Kempense houthandel, die vooral gespecialiseerd is in houten gevelbekleding.

Hoe is het verhaal van Houthandel Paulussen ontstaan?

Het is allemaal begonnen in 1984. Mijn vader was destijds een kleinschalige landbouwer in Weelde. Met vijf kinderen in huis was het belangrijk om dichtbij huis te werken en extra inkomsten te genereren. Toen werden de eerste planken verkocht van Houthandel Paulussen. Het is veertig jaar geleden maar mijn vader is nog steeds betrokken, ook al is hij inmiddels gepensioneerd.

Ik ben blij met zijn aanwezigheid, want hij bezit talenten die ik zelf niet heb. Hij is heel technisch onderlegd en kent bijzonder veel van machines. Mijn focus ligt meer op duurzame innovatie en het bedenken van zotte ideeën en nieuwe producten. Maar wat ik bedenk moet uiteraard vertaalbaar zijn naar productie, daar komt mijn vader in beeld.

Wanneer ben jij in de zaak gestapt?

Vijftien jaar geleden ben ik hier begonnen als magazijnier. Volgens mij was ik de minst geschikte magazijnier die hier ooit heeft rondgelopen! Op een bepaald moment kreeg ik een polsblessure waardoor ik enkel nog bureauwerk kon doen. Ik heb me toen gesmeten op klantenrelaties, dat liep erg vlot. Het was ook het moment voor een andere aanpak: experimenteren met een ander gamma, uitvoeren van concurrentieanalyses, etc. Het werd een zoektocht naar de identiteit van Houthandel Paulussen. Zo heb ik ook mijn eigen identiteit en passie ontdekt. En nu sta ik al tien jaar aan het roer.

Wat is jullie kernactiviteit? Welke producten verkopen jullie?

Ons meest verkochte product is houten gevelbekleding, maar daarnaast produceren we ook terrasplanken, houten dakbedekking, tuinschermen en leveren we projectwerk. Eigenlijk maken we alles wat onze klanten – zowel professioneel als particulier - nodig hebben. We produceren en verdelen onze houtsoorten, maar de plaatsing laten we aan andere vakmensen over.

Als je kijkt naar ons productieproces, durf ik te stellen dat onze aanpak uniek is. De keten bij onze concurrenten is vaak opgedeeld: je hebt de doorverkoper, de houtimporteur, het houtverwerkend bedrijf enzovoort. Wij doen alles van A tot Z. Alleen het kappen van de bomen laten we aan andere partijen over, maar we zien er wel op toe dat dit op de juiste manier gebeurt. Ik vind het essentieel dat de volledige boomstam optimaal wordt benut, om zowel economische als ecologische redenen.

Innovatie en duurzaamheid worden bij jullie in één adem genoemd. Kan je dit even toelichten?

Ik ben ervan overtuigd dat de wereld kan worden gered door de combinatie van duurzaamheid en innovatie. Dat is voor ons bedrijf een essentieel uitgangspunt. Wij geloven bijvoorbeeld niet in het impregneren van hout. Je neemt een duurzame grondstof en injecteert er een substantie in die meestal niet heel duurzaam is: dat is toch een kromme redenering? In plaats daarvan streven we naar oplossingen met onbehandeld hout in functie van kwaliteit en brandveiligheid. Dit heeft geleid tot onze productlijn ForestlinesÒ: onbehandeld hout dat in de eindtoepassing brandreactieklasse B heeft bereikt. We hebben gerealiseerd wat niet mogelijk werd geacht met onbehandeld hout.

Ik neem aan dat dergelijke innovaties veel onderzoek en ontwikkeling vergen?

Absoluut. Een belangrijk deel van ons budget gaat naar onderzoek en ontwikkeling. Zo doen we al zeven jaar testen op het gebied van brandveiligheid en dat heeft zijn vruchten afgeworpen. Ondertussen hebben we al een 500-tal brandtesten gedaan. Hierdoor hebben we een model ontwikkeld, waarmee we voorspellingen kunnen doen rond het al dan niet slagen van brandsoorten bij een brandtest. Dat is toch uniek in onze sector.

Maar dit verhaal gaat ook over schaarste. Van de 50.000 houtsoorten die bestaan, worden er slechts duizend verhandeld. Populaire houtsoorten raken uitgeput. Daarom is onderzoek naar minder of onbekende houtsoorten van cruciaal belang. Daar steken we veel tijd en moeite in. We bezoeken ook zagerijen om met hen in gesprek te gaan over deze schaarste. We willen hen wijzen op mogelijke alternatieven.

Eigenlijk doet onze eerder saaie naam ‘houthandel’ oneer aan wat we doen, we zijn een onderzoekcentrum in hout(soorten), brandveiligheid, duurzaamheid en kwaliteit. Maar het is een eerbetoon aan wat mijn vader heeft opgestart en dat heeft minstens evenveel, al dan niet, meer waarde.

Ontbossing is een groot probleem voor het klimaat. Hoe kijk jij hier naar Steven?

Eerst en vooral: ontbossing is inderdaad een ernstig probleem. Ik reis zelf de wereld rond, omdat ik het met mijn eigen ogen wil zien. Als FSC-partner evolueren we in sneltempo naar het uitsluitend verhandelen van hout uit duurzaam beheerde bossen, maar voor mij gaat dit niet ver genoeg.

De minder bekende houtsoorten wil ik op de kaart zetten zodat die ook waarde krijgen voor de lokale bevolking. Dit zal leiden tot duurzaam bosbeheer in plaats van ontbossing of het verbranden van bossen.

Bewustwording bij onze eindklant is ook onze verantwoordelijkheid. Vele mensen weten bijvoorbeeld niet dat we veel meer hout uit een boom halen als ze kiezen voor dunnere planken.

Je volgde bij UNIZO het traject Strategie & Groei. Waarom heb je die stap gezet? 

Tien jaar geleden wist ik perfect waar we naartoe zouden gaan. We zouden serieus groeien en dat is gelukt. Maar wat brengt de komende tien jaar? Kunnen we bijvoorbeeld de familiale sfeer in ons bedrijf behouden als we blijven groeien? Misschien wordt het noodzakelijk om meerdere beslissingsniveaus te integreren. Maar is dat wel wat we willen? Bij deze vragen komt het traject Strategie & Groei handig van pas.

Daarnaast werd er binnen het traject ook gekeken naar ESG, het Europese kader rond duurzaamheid. Ik weet welke duurzame beslissingen we nemen, maar het is toch goed om dit nog eens te challengen. Het gaat dan niet om hoeveel ‘vinkjes’ we kunnen zetten, maar over vragen zoals: wat kunnen we nog of anders doen en vooral: hoe kunnen we hier op een positieve manier over communiceren?

Wat heb je eruit geleerd?

In het algemeen was ik zeer tevreden over de resultaten. Ik werd bevestigd in mijn vermoeden dat ik goed mijn kwaliteiten en zwaktes kan inschatten, maar dat ik daar niet altijd naar handel. Uit de analyse bleek dat ik de dagelijkse operaties meer moet delegeren, zodat ik me nog meer kan concentreren op innovatie. Ik word nu ondersteund door collega’s op alle gebieden waarin ik actief ben: R&D, ecologie, innovatie en projectmanagement. Het werd ook duidelijk dat ik mijn team moest versterken met een COO, en ik ben blij dat dit inmiddels is gerealiseerd.

Kijk, ik heb het doel nog wel voor ogen maar de weg ernaartoe is minder helder. We zullen ons flexibel moeten opstellen en opportuniteiten grijpen wanneer ze zich voordoen. Onderweg zullen we proberen om de chaos te structureren. Daarom lijkt het me belangrijk om deze strategische oefening sneller te herhalen, bijvoorbeeld om de twee jaar. Als alles snel verandert, is het eens zo belangrijk om regelmatig te reflecteren op jezelf en je onderneming.

Tot slot, wat zijn de toekomstplannen voor Houthandel Paulussen?

We willen in onze sector de beste zijn op technisch vlak. Onze kennis en ervaring willen we ook inzetten voor een betere wereld. Dat heeft ons al veel tijd en geld gekost, maar het loont de moeite voor ons én voor de planeet.

www.paulussen.be