Er wordt vaak over de SERV of Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen gesproken, maar wat is dat nu eigenlijk? Danny Van Assche, gedelegeerd bestuurder van UNIZO en dit jaar ook voorzitter van de SERV, legt het uit: “Dat is niet meer of niet minder dan de sociale partners, dus de vakbonden en de werkgeversorganisaties van Vlaanderen, die samenkomen en akkoorden sluiten.”

Bij SERV zitten zeven werkgevers- en werknemersorganisaties samen: UNIZO, VOKA, Verso, Boerenbond, ABVV, ACV, ACLVB. Dit zijn allen representatieve organisaties met de twee voeten diep in de Vlaamse klei. Als de SERV spreekt, spreken de sociale partners in Vlaanderen.“Ik durf bijna te zeggen: moest de Vlaamse regering de SERV niet hebben, zou ze voor veel zaken blind varen”, lacht Van Assche.

Maar, volgens Danny is de SERV veel meer dan een lobbymachine. “Als sociale partners zijn wij niet zomaar lobbyisten. Wij dragen mee verantwoordelijkheid in het beleid. Wij zijn op nationaal vlak de beheerders van de sociale zekerheid. Die wordt immers betaald met ons geld, met bijdragen van werkgevers en werknemers in België. Wij zijn dus één van de dragende krachten. Wij sturen mee wat er op sociaal-economisch vlak gebeurt. Ook op Vlaams niveau is dat zo. Wij zijn de vertegenwoordigers van alle werkenden in dit land, van zelfstandigen tot werkgevers, tot werknemers.”

België heeft een traditie van sociaal overleg, zegt Danny Van Assche: “De sociale partners zijn zo sterk als ze zelf willen. En ze zijn op hun sterkst als ze akkoorden sluiten.” Dat is natuurlijk niet altijd even makkelijk. De SERV probeert dat te doen door middel van representativiteit en expertise: “Wanneer wij een akkoord sluiten, wil dat zeggen dat er een consensus is tussen vakbonden en werkgeversorganisaties. Het is niet altijd makkelijk om samen een akkoord te vinden, maar als er een compromis ligt, ondanks de tegenstrijdige belangen, dan betekent dat iets. Het wordt dan ook geacht dat er daar rekening mee gehouden wordt.”

Publieke opinie
Hoe langer hoe meer zie je bij verkozen politici dat ze minder belang hechten aan de sociale partners, omdat zij niet verkozen zouden worden. Danny Van Assche vindt dit echter geen argument om niet nauw met de sociale partners samen te werken: "De politiek vergeet dat wij ook democratisch georganiseerd zijn. De standpunten binnen vakbondsorganisaties en binnen werkgeversorganisaties komen wel degelijk tot stand op een democratische manier: via intern debat.

UNIZO vertegenwoordigt ondernemers en zelfstandigen in Vlaanderen. Wij hebben bijna 100 aangesloten sectorfederaties. Onze standpunten komen dus op een democratische manier tot stand en UNIZO vertolkt die gewoon. Dat is ook een vorm van democratie. Wij zijn dus niet de zoveelste praatbarak, maar maken onderbouwde akkoorden.”

Zonder de SERV zou de Vlaamse regering voor veel zaken blind varen.

Danny Van Assche

Een veelzeggend voorbeeld van waar de sociale partners een gigantische bijdrage hebben geleverd en waar de SERV een gigantische rol heeft kunnen spelen is de coronaperiode. Vrij snel na de lockdown tot stand gekomen is, kwam de SERV wekelijks digitaal samen om de vinger aan de pols te houden: “Onze hamvragen waren: hoe kunnen we door deze crisis geraken? Hoe kunnen we in relance gaan
wanneer corona min of meer voorbij is? Hoe gaan we ervoor zorgen dat de economie zo snel mogelijk terug op kan starten? En welke veranderingen zullen blijvend zijn en waar moeten wij ons aan aanpassen?” De SERV bewees hier echt de meerwaarde van het sociale overleg en van de sociale partners. “En op dat elan proberen we nu voortdurend verder te gaan, maar dan wanneer het gaat over de krapte op de arbeidsmarkt, digitalisering, duaal leren en dergelijke zaken. Wij proberen echt meerwaarde te bieden
in die thema’s.”

“We hebben nog nooit gemeten hoe bekend de SERV is bij het grote publiek”, bedenkt Van Assche zich. “Ik vermoed dat de gemiddelde Vlaming weinig weet heeft van wat de SERV is en wat het doet. Het is daarom ook niet onbelangrijk dat we aan onze eigen leden uitleggen hoe belangrijk de SERV eigenlijk is.” Danny geeft toe dat het ook niet zo erg is dat een gemiddelde Vlaming niet wakker ligt van wat de SERV doet: “Als de stakeholders, de administratie en degene waar het om draait het maar weten. Dat is het belangrijkste.”

Als voorzitter van de SERV sluit je compromissen en bouw je akkoorden”

Danny Van Assche

I SERV you
Wat die sociale partners nu net bespreken, is makkelijk te definiëren: “Alles wat ons aanbelangt. Alles wat de relaties tussen werkgevers en werknemers betreft, dus arbeidsverhoudingen, lonen, en ga zo maar verder”, vertelt Van Assche.

Als we echt impact willen hebben op het beleid, moeten we akkoorden sluiten. It takes
three to tango in Vlaanderen. We proberen dus akkoorden te maken waarbij niet alleen de sociale partners, maar ook de Vlaamse regering betrokken is. Dat is dan ook meteen een garantie dat deze uitgevoerd zullen worden.” In Vlaanderen sluit de Vlaamse regering met de sociale partners akkoorden in het VESOC of Vlaams Economisch en Sociaal Overlegcomité. “Ik denk dat de SERV daar een sterke positie heeft.”

Adviezen en cijfers
De SERV geeft ook adviezen: “Het is bij wet bepaald dat de Vlaamse regering, wanneer zij bepaalde besluiten of beslissingen wil maken over sociaal-economische materie, verplicht is om daarover advies te vragen aan de SERV. Wij formuleren jaarlijks enorm veel adviezen op vraag van de Vlaamse regering, maar vaak gaan we ook op eigen initiatief aan de slag over belangrijke topics.” Een belangrijk dossier waar de SERV twee maal per jaar advies over geeft is de begroting. De Vlaamse regering is verplicht om advies aan de SERV te vragen wanneer ze haar begroting indient of wanneer ze een begrotingswijziging door wil voeren. “En wij geven dan heel invloedrijke adviezen.”

Een derde belangrijk instrument is het studiewerkbureau. De SERV maakt studies en
rapporten, zodat haar adviezen en voorstellen gebaseerd zijn op gedegen onderzoek en data: “We willen niet zomaar blazen of nonsens vertellen. Nee, wanneer de sociale partners in Vlaanderen spreken, dan moet dat gefundeerd zijn. We willen aan evidence-based policy doen. Al weten wij, als representatieve organisaties, verdomd goed hoe en wat onze achterban denkt. UNIZO heeft de pretentie om te zeggen dat het weet waar haar ondernemers wakker van liggen, omdat die ondernemers het ons zelf komen vertellen.”

Representatief
Dat is niet alleen zo bij UNIZO, maar ook bij de andere sociale partners die aangesloten zijn bij SERV. “Wij staan met onze twee voeten in de Vlaamse klei en weten waarover we spreken. Dat is de richting die we ook kunnen meegeven aan de Vlaamse regering”, wijdt Van Assche verder uit. “Moest de SERV er niet zijn, zou de Vlaamse regering waarschijnlijk heel veel goed bedoelde ideeën hebben, maar die zouden nooit het antwoord bieden op de echte problemen waar we mee zitten. Vanuit de sociale partners kunnen we die problemen formuleren en er ook oplossingen voor proberen aanreiken. Zo gaan we samen met die Vlaamse regering proberen iets te doen aan de situatie.”

UNIZO speelt binnen de raad ook een belangrijke rol. Op dit moment is het zelfs voorzitter. “Ik ben nu de voorzitter”, legt Danny uit. “We werken met een roterend
voorzitterschap. Elk jaar wisselen VOKA, ABVV, UNIZO en ACV het voorzitterschap af. Er zetelt telkens iemand van de vakbond en iemand van de werkgevers. Het gigantische voordeel aan dit systeem is dat je je om de 4 jaar ten dienste van het geheel moet stellen. Als voorzitter moet jij er dan voor zorgen dat je compromissen sluit en akkoorden bouwt. Je leert dus om empathisch te zijn.

Dit doet de SERV in de praktijk
  • Adviseren: Digitale strategische autonomie

In juni publiceerde de SERV een adviesrapport waarin het vier strategische actielijnen naar voor schuift om in de volgende legislatuur Vlaanderen te laten uitgroeien tot weerbare en sterke digitale partner. Zo adviseert het onder meer om digitalisering en duurzaamheid te combineren en via werknemersbetrokkenheid meer digitaal bewustzijn te creëren.

  • Peilen: Hoe werkbaar is je job?

De SERV peilt naar werkbaar werk met een schriftelijke enquête bij een representatief staal van de Vlaamse werkende bevolking, peilt de SERV naar de kwaliteit van jobs in Vlaanderen op lange termijn. Uit de bevraging van 2023 blijkt dat de kwaliteit van de jobs in Vlaanderen terug de goede kant op gaat. De SERV zorgde ervoor dat het thema ‘Werkbaar Werk’ aan belang won in de afgelopen jaren, maar de cijfers wijzen erop dat erop blijven inzetten ook in de nieuwe legislatuur zeker nodig is.

  • Begroting: Advies voor de begroting 2025

In een adviesrapport bespreken de sociale partners de Vlaamse begroting en formuleren ze centrale doelstellingen voor de Vlaamse regering. Zo moeten de overheidsfinanciën de volgende legislatuur ten volle ingezet worden voor de ondersteuning van duurzame economische groei én moet het Vlaamse begrotingssaldo zich aanpassen aan het vernieuwde Europese begrotingskader zodat de Vlaamse overheidsfinanciën houdbaar blijven.

Als men onze akkoorden en adviezen volgt, dan voert men een goed beleid.

Danny Van Assche

Dit is misschien ook wel een van de redenen waarom we op Vlaams niveau gemakkelijker akkoorden sluiten dan op federaal niveau.” Natuurlijk zal het niet verwonderlijk zijn dat UNIZO als voorzitter af en toe wel probeert het accent op ondernemerschap te leggen.

Staand (vlnr): Helga Coppen (adj-administrateur-generaal SERV), Filip Lemberechts (ACLVB), Ingrid Lieten (Verso), Lode Ceyssens (Boerenbond), Pieter Kerremans (adm-gen SERV)
Zittend (vlnr): Caroline Coopers (ABVV), Stijn Gryp (ACV – huidig ondervoorzitter), Danny Van Assche (UNIZO – huidig voorzitter), Hans Maertens (Voka)

Wil je meer weten over de SERV? Surf dan naar www.serv.be voor meer informatie.

Nuttig voor jou