Nieuw in 2025
FISCALITEIT
- Uitbreiding btw-vrijstelling kleine ondernemingen naar de volledige EU
Als Belgische ondernemer kan je vandaag al kiezen voor de btw-vrijstellingsregeling voor kleine ondernemingen, als je jaarlijkse omzet in België maximaal 25.000 EUR (exclusief btw) bedraagt.
Vanaf 1 januari 2025 kan je als Belgische ondernemer ook in andere EU-Lidstaten, voor de handelingen die je daar verricht, gebruik maken van de btw-vrijstellingsregeling voor kleine ondernemingen. Dit is mogelijk als twee drempels worden gerespecteerd:
- De nationale drempel. Je jaarlijkse omzet in de andere EU-Lidstaat mag niet hoger zijn dan de nationaal bepaalde drempel (dus de buitenlandse tegenhanger van de Belgische drempel van 25.000 EUR);
- De EU-drempel. Je jaarlijkse omzet in de volledige EU mag niet hoger zijn dan 100.000 EUR (exclusief btw).
Omgekeerd zullen ook buitenlandse ondernemers (gevestigd in een EU-Lidstaat), voor de handelingen die zij in ons land verrichten, gebruik maken van de Belgische btw-vrijstellingsregeling voor kleine ondernemingen binnen deze twee drempels.
Meer informatie vind je in onze Ondernemersgids
- Hervorming investeringsaftrek
De investeringsaftrek is een fiscaal duwtje in de rug voor jouw investeringen. Concreet kan je een bepaald percentage van de waarde van een investering die je uitvoerde, aftrekken van je belastbare winst. Daardoor betaal je minder belastingen. Deze aftrek is éénmalig en voer je uit in het belastbaar tijdperk waarin de investering plaatsvond.
Tot eind 2024 was de investeringsaftrek een kluwen: naast de gewone en gespreide aftrek, was er een ruim scala aan verhoogde aftrekken voor specifieke investeringen. Vanaf 2025 gelden de nieuwe regels van de investeringsaftrek. Er is een basisaftrek (10% of 20%), thematische aftrek (40%) en technologie-aftrek (13,5% of 20,5%).
Meer informatie vind je in onze Ondernemingsgids
- Verlaging registratierechten enige eigen woning
Volgens het Vlaams Regeerakkoord zullen de registratierechten voor de aankoop van de enige eigen woning verlagen van 3% naar 2%. Deze verlaging zou gelden voor authentieke aktes verleden vanaf 1 januari 2025. Het tarief voor beroepsverkopers zal stijgen naar 6%.
Het is evenwel nog wachten op wetgeving die deze hervorming bevestigt.
- Nieuwe stap in de fiscale aftrekbaarheid van bedrijfswagens
Voor bedrijfswagens met een benzine- of dieselmotor die tussen 1 juli 2023 en 31 december 2025 zijn besteld zal de fiscale aftrekbaarheid geleidelijk afnemen per jaar. De aftrekbaarheid komt in 2028 uiteindelijk uit op 0%. De komende jaren gelden deze percentages:
- 75% in 2025
- 50% in 2026
- 25% in 2027
- 0% in 2028
Elektrische voertuigen (of eventueel andere voertuigen zonder uitstoot) die voor 1 januari 2027 besteld werden blijven voor 100% fiscaal aftrekbaar. Voor voertuigen besteld na deze datum zal de aftrekbaarheid geleidelijk afnemen tot 67,5% in 2031.
- Btw-ketting
Op 1 januari 2025 treedt de wet ‘modernisering van de btw-ketting' in werking (na uitstel vorig jaar). De bedoeling is om de btw efficiënter en transparanter te maken. De btw-ketting wijzigt een heel aantal zaken, waaronder:
- De vervangende btw-aangifte als nieuw instrument van de fiscus;
- De modaliteiten voor de teruggaaf van een btw-tegoed;
- De invoering van een dwingende termijn om vragen om inlichtingen te beantwoorden;
- De afschaffing van de rekening-courant en invoering van de provisierekening.
Bij de FOD Financiën valt te horen dat de btw-ketting slechts gefaseerd zal worden uitgerold, maar meer informatie ontbreekt momenteel.
JE SOCIAAL STATUUT ALS ZELFSTANDIGE
- Verhoging van de wettelijke pensioenleeftijd
Op 1 januari 2025 stijgt de wettelijke pensioenleeftijd naar 66 jaar. Dit betekent dat personen die geboren zijn vanaf 1 januari 1960 ten vroegste in 2026 de wettelijke pensioenleeftijd bereiken.
Dit heeft enkele gevolgen. Zo kan je als gepensioneerde onbeperkt bijverdienen wanneer je de pensioenleeftijd hebt bereikt of een volledige loopbaan hebt. En kun je niet vervroegd met pensioen omdat je loopbaan korter is dan 42 jaar, dan moet je een jaar langer werken.
Voor wie ouder is verandert er niets.
- Invoering van de pensioenbonus voor wie langer werkt
Ga je vanaf 1 januari 2025 met pensioen, dan heb je recht op een van belastingen vrijgestelde pensioenbonus wanneer je bleef werken na de vroegst mogelijke pensioendatum.
Bij de uitbetaling kun je kiezen voor een eenmalig kapitaal of voor een maandelijks extraatje bovenop je pensioen. Kies je voor een eenmalig kapitaal dan bedraagt de pensioenbonus maximum 23.565,06 euro. Bij een maandelijkse uitbetaling ontvang je maximum 97,38 euro per maand. Deze maximumbedragen worden uitbetaald aan wie nog 3 jaar werkt nadat hij met pensioen kon.
Let op: kon je al voor 1 juli 2024 met pensioen? Dan bouw je pas sinds 1 juli 2024 een pensioenbonus op en moet je dus tot 30 juni 2027 blijven werken om recht te hebben op de maximumbonus.
Op www.mypension.be zie je vanaf wanneer je met pensioen kunt en hoeveel je pensioenbonus zal bedragen.
- Register van helpers en werkende vennoten: einde van de gedoogperiode
Ben je actief in de bouw- of schoonmaaksector, dan moeten vennootschappen sinds 1 juli 2024 hun werkende vennoten en eenmanszaken hun helpers registreren in het register van werkende vennoten en helpers. Ondernemingen uit andere sectoren mogen het register vrijwillig gebruiken.
Op 1 januari eindigt de gedoogperiode. Heb je je werkende vennoten of helpers op 1 januari niet geregistreerd, dan riskeer je een boete van maximum 4.000 euro per niet-geregistreerde werkende vennoot of helper.
Breng daarom je registraties dus zo snel mogelijk in orde via myenterprise.be. Voor vragen kun je terecht bij je sociaal verzekeringsfonds. Let op, de sociale verzekeringsfondsen kunnen de registraties niet in jouw plaats doen.
PERSONEEL
- Ontslag door werkgever: verhoging deel 2 van de opzegtermijn vanaf 2025
Bij ontslag van werknemers wiens arbeidsovereenkomst aanvang nam vóór 1 januari 2014 wordt de opzeggingstermijn berekend in twee delen (tot 31/12/2013 en vanaf 1/1/2014).
- In deel I wordt de opzegtermijn berekend alsof de werknemer op 31 december 2013 zou stoppen, volgens de regels die toen golden.
- In deel II wordt de opzegtermijn berekend vanaf 1 januari 2014, met behulp van een speciale tabel die geldt voor werknemers die vanaf die datum in dienst zijn. Daarbij begint de anciënniteit van de werknemer op 1 januari 2014 op nul.
In 2025 zal de opzegtermijn voor deel II worden verhoogd van 33 naar 36 weken, dus de opzegtermijn stijgt met drie weken doordat hij een langere anciënniteit heeft.
Wil je meer weten over de opzegtermijnen?
- Ketenaansprakelijkheid bij economische migratie
Ben je een (intermediaire) aannemer, dan zal je vanaf 1 januari 2025 verplicht worden om een aantal stukken op te vragen en te bewaren van jouw rechtstreekse onderaannemer(s) wanneer die derdelanders (werknemers of zelfstandigen, zowel voor detacheringen als voor arbeidsvergunningen buiten de EU) tewerkstelt. Blijft jouw rechtstreekse onderaannemer in gebreke, dan dient je de Vlaamse Sociale Inspectie hiervan op de hoogte te brengen. Doe je dat niet, dan kan je aansprakelijk worden gesteld voor de inbreuken die jouw rechtstreekse onderaannemer begaat. De ontsnappingsclausules op zich zijn voldoende om niet aansprakelijk gesteld te worden.
Ben je een onderaannemer, dan zal je vanaf 1 januari 2025 verplicht worden om een aantal stukken aan te leveren aan jou rechtstreekse opdrachtgever wanneer je derdelanders (werknemers of zelfstandigen buiten de EU, ongeacht of het gaat over detacheringen dan wel arbeidsvergunningen) tewerkstelt. Doe je dat niet dan zal dit gemeld worden bij de Vlaamse Sociale Inspectie door jouw opdrachtgever.
Meer informatie vind je in onze UNIZO-Snelwijzer
Ontdek ook ons UNIZO-ledenvoordeel: https://www.unizo.be/ledenvoordelen
- Nieuwe regels voor klokkenluiders: jaarlijkse berekening van werknemersdrempels vanaf 2025
Vanaf december 2023 moeten werkgevers met minstens 50 werknemers een intern meldkanaal voor klokkenluiders hebben. Om te bepalen of je die 50-werknemersdrempel haalt, volg je de rekenregels van de sociale verkiezingen. Wat verandert, is dat vanaf 2025 het aantal werknemers elk jaar opnieuw berekend moet worden.
- Wat blijft hetzelfde? De manier waarop je het aantal werknemers berekent, verandert niet. Je blijft de regels van de sociale verkiezingen volgen om te bepalen of je een intern meldkanaal moet opzetten. Als je volgens deze berekening gemiddeld minstens 50 werknemers hebt, ben je verplicht zo’n meldkanaal te organiseren.
- Wat verandert er wel? Voorheen werd het aantal werknemers slechts één keer per vier jaar berekend, omdat sociale verkiezingen ook maar om de vier jaar plaatsvinden. Maar voor klokkenluiders wil de wetgever dat werkgevers sneller actie ondernemen. Daarom wordt de referteperiode aangepast. Vanaf 2025 moet je elk jaar op 1 januari kijken of je in het voorgaande kalenderjaar gemiddeld minstens 50 werknemers in dienst had. Als dat het geval is, moet je direct een intern meldkanaal opzetten.
Bijvoorbeeld: had je in 2024 gemiddeld minstens 50 werknemers? Dan moet je in 2025 een intern meldkanaal hebben.
- Verplichte elektronische controlekaart bij tijdelijke werkloosheid voor (bijna) iedereen
Vanaf 1 januari 2025 moeten alle werknemers en werkgevers de elektronische controlekaart eC3.2a gebruiken bij tijdelijke werkloosheid. Om de overgang soepel te laten verlopen, is er een overgangsperiode voorzien. Hier lees je alles wat je moet weten over deze nieuwe verplichting.
- Overgangsperiode: Om iedereen de tijd te geven om over te schakelen, loopt er een overgangsperiode van 1 januari 2025 tot en met 30 juni 2025. In deze periode kunnen werkgevers en werknemers nog uitzonderingen aanvragen:
- Als je werknemers meer tijd nodig hebben om zich voor te bereiden op de digitalisering, kunnen ze tijdelijk de papieren controlekaart blijven gebruiken.
- Hebben je werknemers problemen bij het voor de eerste keer gebruiken van de elektronische controlekaart? Ook dan kunnen ze een uitzondering vragen. Zorg ervoor dat ze dit melden, zodat je als werkgever weet dat je een papieren controlekaart moet afgeven.
- Wie moet niet overstappen naar de digitale controlekaart? Beschutte werkplaatsen, sociale werkplaatsen en maatwerkbedrijven blijven de keuze hebben tussen een papieren of elektronische controlekaart bestaan.
- Geboorteverlof: maandelijkse uitbetaling van de uitkeringen vanaf 1 januari 2025
De geboorte van een kind geeft voortaan recht op 20 dagen als werknemer. Als werkgever betaal je de werknemer de eerste 3 dagen zijn gewone loon; De 17 dagen nadien zal de werknemer een uitkering ontvangen van het ziekenfonds.
Belangrijk is dat de werknemer het geboorteverlof moet opnemen binnen vier maanden vanaf de bevalling.
- De huidige regeling : momenteel verstuur je als werkgever op het einde van het geboorteverlof de ZIMA 001 (inlichtingenblad voor uitkeringen) met de vermelding van alle dagen geboorteverlof die de werknemer intussen heeft opgenomen. Het ziekenfonds betaalt de uitkeringen pas op het einde van het verlof.
- Wat verandert er? Vanaf 1 januari 2025 zal het ziekenfonds overgaan tot een maandelijkse betaling van de uitkeringen.
- Uiterlijk de eerste werkdag van de 1e, 2e, 3e en 4e kalendermaand volgend op de maand waarin het kind is geboren, moet het inlichtingenblad ZIMA 001 door de werkgever verzonden worden.
- Dit is ook het geval bij geboorteverlof dat vóór 1 januari 2025 is aangevat en waarvoor de werkgever nog geen ZIMA 001 (inlichtingenblad uitkeringen) aan het ziekenfonds heeft bezorgd omdat de betrokken werknemer op 1 januari 2025 nog niet het volledige geboorteverlof heeft opgenomen. Die dagen moeten uiterlijk op 3 februari 2025 aangegeven worden.
- Wat betekent dit voor de werkgever? Sociaal secretariaten zoals Liantis zorgen voor de opmaak van het inlichtingenblad.
- Inzetbaarheidsbevorderende maatregelen in 2025 uitvoerbaar
In 2025 worden de inzetbaarheidsbevorderende maatregelen uitvoerbaar. Dit zijn maatregelen bij ontslag van een werknemer met als doel om ontslagen werknemers makkelijker weer aan de slag te krijgen.
Liantis zet alles op een rij wat de maatregelen inhouden en wat dit voor jou als werkgever betekent
- Rendementsgarantie op aanvullende pensioenen stijgt naar 2,5%
De wet op de aanvullende pensioenen bepaalt dat werknemers recht hebben op een gegarandeerd rendement. Sinds 2016 bedraagt dit gegarandeerde rendement 1,75%. Maar omdat de rente op Belgische overheidsobligaties gestegen is, geldt vanaf 1 januari 2025 een rendementsgarantie van 2,5%.
In de meeste gevallen geldt het percentage van 2,5% alleen voor de nieuwe stortingen, dit percentage blijft dan wel gelden tot aan de pensionering van de werknemer. Op pensioenkapitalen opgebouwd op basis van oudere stortingen blijven de vroegere rendementsgaranties gelden.
Deze stijging heeft geen onmiddellijke gevolgen voor jou als werkgever. Maar wanneer een werknemer met pensioen gaat, ben je als werkgever wel verplicht om eventuele tekorten bij te passen. De filosofie achter de wet is dat jaren met hogere rendementen en winstdeelnames de tekorten uit slechtere jaren compenseren.
Zijn je werknemers aangesloten bij een sectoraal pensioenfonds, dan kun je voor meer informatie bij het sectorfonds terecht. Sloot je zelf een overeenkomst af om voor je werknemers een aanvullend pensioen op te bouwen, dan kun je bij je makelaar of verzekeraar terecht.
Voor zelfstandigen en bedrijfsleiders bestaat er geen rendementsgarantie. In het (Sociaal) Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen (VAPZ) geldt wel een wettelijke kapitaalsgarantie, dit betekent dat de verzekeraar verplicht is om een kapitaal te garanderen dat gelijk is aan de gestorte bijdragen. In alle andere aanvullende pensioen (bv. Individuele pensioentoezeggingen en pensioenovereenkomsten voor zelfstandigen) bestaan er geen wettelijke garanties, maar kan de verzekeraar of het pensioenfonds er zich in de overeenkomsten wel toe verbinden een minimumrendement te waarborgen. Dit minimumrendement zal meestal periodiek herzien worden.
JURIDISCH
- Verplicht gebruik E-box
Vanaf 1 januari 2025 zijn alle ondernemingen verplicht om hun E-box te gebruiken in hun communicatie met de overheid. Vanaf dan zal de overheid dus al haar brieven (ook aangetekend) op een geldige manier verzenden via die E-box. De overheid zal die dus niet meer op papier versturen. Omgekeerd kan ook jij als ondernemer via de digitale brievenbus communiceren met de overheid. Belangrijk: jouw boekhouder kan geen toegang krijgen tot jouw E-box. Je moet dus zelf de E-box beheren, en eventuele documenten aan jouw boekhouder bezorgen.
De E-Box is gratis, maar je moet je wel registreren: https://www.eboxenterprise.be/
- Veranderingen in het aansprakelijkheidsrecht
Wanneer twee partijen een contract afsluiten, is de kans groot dat zij beroep doen op hulppersonen om de overeenkomst uit te voeren. Dat kan bijvoorbeeld een onderaannemer zijn, of (in een vennootschap) een medewerker of een bestuurder. Wanneer zo’n hulppersoon een fout maakt in de uitvoering van de overeenkomst, kan de contractpartij die hulppersoon daar momenteel niet voor aanspreken. De contractpartij kan enkel de andere contractpartij aanspreken, maar niet de hulppersonen die die contractpartij inschakelde.
Vanaf 1 januari 2025 komt daar verandering in. Vanaf dan zal (ook in lopende overeenkomsten), de contractpartij wel degelijk die hulppersonen kunnen aanspreken. Maar er gelden wel beperkingen.
Lees er alles over in onze Ondernemersgids
- Update convenant inzake alcoholreclame: Alcoholmisbruik schaadt de gezondheid
Het Convenant inzake Alcoholreclame is geüpdatet, deze update treedt in werking vanaf 1 januari 2025.
Het Convenant focust op de bescherming van jongeren tegen de gevaren van alcoholmisbruik. Zo komt er een verbod op reclameborden rond scholen, wordt er strenger toegezien op sociale media en zal de nieuwe slogan ‘Alcoholmisbruik schaadt de gezondheid’ altijd en overal prominenter in beeld komen.
Er is een overgangsperiode voorzien voor reeds bestaande communicatiematerialen. Indien kan worden aangetoond dat de materialen zijn aangemaakt voor 1 oktober 2024 mogen deze gebruikt worden tot 30 juni 2025.
Het nieuwe convenant kan geconsulteerd worden
- Herstelbaarheidsindex en levensduurindex
Vanaf 2 mei 2025 wordt in België een nieuwe regelgeving van kracht die fabrikanten en importeurs verplicht om de herstelbaarheid en levensduur van van hun producten te vermelden. Deze informatie wordt weergegeven in de vorm van een score op 10, gebaseerd op verschillende criteria zoals de beschikbaarheid van technische documentatie en onderdelen, en de verhouding tussen de prijs van onderdelen en de prijs van het apparaat. Het doel is om consumenten beter te informeren en hen te helpen duurzamere keuzes te maken.
De distributiesector is verplicht de indexen die zij verkrijgen correct te presenteren bij de producten.
De regelgeving treedt 2 mei 2025 in werking, echter zal het controle- en sanctiesysteem pas later gefaseerd van kracht worden.
- Op 2 november 2025 voor alle ondernemingen
- Uitgezonderd op 2 mei 2026 voor kleine en micro-ondernemingen
- En op 2 november 2026 voor de distributiesector.
De herstelbaarheidsindex heeft betrekking op: huishoudelijke afwasmachines, huishoudelijke stofzuigers, hogedrukreinigers, grasmaaiers, draagbare computers, fietsen, elektrische fietsen en elektrische steps.
De levensduurindex heeft betrekking op huishoudelijke wasmachines en televisietoestellen.
- Betalingstermijn overheidsopdrachten voortaan 30 dagen
De overheid staat bekend om haar trage betalingen. Om dit probleem aan te pakken, voert ze per 1 januari 2025 een nieuwe uniforme betalingstermijn in voor overheidsopdrachten: vanaf die datum moeten alle facturen binnen 30 dagen worden voldaan, inclusief de benodigde verificatie. Tot nu toe geldt een dubbele termijn van 60 dagen, waarbij de eerste 30 dagen voor verificatie zijn en de daaropvolgende 30 dagen voor betaling.
De nieuwe regeling geldt voor alle overheidsopdrachten die vallen onder het toepassingsgebied van het KB Uitvoering en die na 1 januari 2025 worden gepubliceerd.
Een algemene uitzondering geldt voor opdrachten in de gezondheidszorg. Voor deze opdrachten wordt een langere behandelingstermijn van 60 dagen gehanteerd met een mogelijkheid tot afwijking onder specifieke omstandigheden.
In uitzonderlijke gevallen kan de 30-dagentermijn per opdracht worden verlengd, mits dit duidelijk in de opdrachtdocumenten is opgenomen en objectief wordt gerechtvaardigd door de specifieke aard van de opdracht. De verlengde betalingstermijn mag echter nooit langer zijn dan 60 dagen en mag niet onredelijk zijn voor de opdrachtnemer.
LEEFMILIEU EN ENERGIE
- Verbod op volledige plastic wikkel voor gratis ongeadresseerd drukwerk
Vanaf 1 januari 2025 geldt wel een verbod op een volledige plastic wikkel voor ongeadresseerd drukwerk dat gratis wordt aangeboden.
- Eigenaars van zonnepanelen kunnen plaatsing digitale meter niet langer uitstellen.
Wie in Vlaanderen zonnepanelen heeft en nog over een analoge, terugdraaiende teller beschikt, kan die analoge meter behouden tot 1 januari 2025. Wanneer Fluvius meldde dat er bij jou een digitale meter zal geïnstalleerd worden, kon je Fluvius laten weten dat je jouw analoge meter wil behouden tot begin 2025. Veel Vlamingen hebben van die mogelijkheid gebruik gemaakt, maar vanaf 1 januari 2025 is het ook voor eigenaars van zonnepanelen niet langer mogelijk om de plaatsing van de digitale meter uit te stellen. Zie https://www.fluvius.be/nl.
- EPC-certificaat verplicht voor grote niet-residentiële gebouwen
Sinds 2023 is een energieprestatiecertificaat voor niet-residentiële gebouwen (EPC NR) verplicht bij de verkoop en verhuur van niet-residentiële gebouwen. Die verplichting wordt nu verder uitgebreid. Vanaf 1 januari 2025 moeten grote niet-residentiële gebouweneenheden met een bruikbare vloeroppervlakte groter dan of gelijk aan 1000 m² over een EPC NR beschikken, ongeacht verkoop (en andere overdrachten) of verhuur.
- Einddatum voor aanmelden bij bodemsaneringsfonds Tersana is 31 januari 2025
Tersana is het bodemsaneringsfonds voor bestaande of voormalige werkplaatsen voor onderhoud en herstel van voertuigen. Door aan te sluiten bij Tersana kan je tot 40% tussenkomst genieten bij bodemverontreiniging waarbij bodemsanering noodzakelijk is. Als er bij het oriënterend bodemonderzoek verontreiniging vastgesteld wordt, kan je nog tot 31 januari 2025 aansluiten.
Meer info via: www.tersana.be
BRUSSELS GEWEST
- Géén verstrenging van de Low Emission Zone Brussels Gewest
Op 1 januari 2025 zal er dan toch geen nieuwe fase worden ingevoerd betreffende de Low Emission Zone van het Brussels Gewest. Bij gebrek aan Brusselse Regering besliste het Brussels Parlement in oktober om de verstrenging en het verbod van EURO5 Dieselwagens in januari 2025 NIET door te voeren.
Alle andere lopende maatregelen blijven van kracht
- Hervorming dienstencheques Brussel
De hervorming in verband met de dienstencheques wil de arbeidsomstandigheden van huishoudhulpen verbeteren. De hervorming voorziet onder meer in een versterking van de bestaande opleidingsvereisten, een verplichte overeenkomst tussen de gebruiker en het erkende bedrijf, permanente en systematische begeleiding van de werknemers door het bedrijf en een kader voor bijkomende kosten. https://economie-werk.brussels/dienstencheques-hervorming-news
- Gebruik en verkoop pesticiden uitgebreid en verstrengd
Het gebruik van gevaarlijke pesticiden vanaf 2025 verboden is in privétuinen en private groene ruimten in het Brussels Gewest. Dat kunnen bijvoorbeeld bedrijfstuinen of sportvelden zijn. Sinds 2019 zijn er geen pesticiden meer toegestaan in de openbare ruimten in het Brussels Gewest. Nu komt daar dus een verbod op het gebruik ervan in privéruimten. Daarnaast wordt ook de verkoop van pesticiden gereguleerd. Gevaarlijke pesticiden zullen alleen op aanvraag verkrijgbaar zijn, net als bijvoorbeeld sigaretten. Winkels die pesticiden verkopen zullen ook een adviseur moeten hebben om gebruikers te informeren over de risico's van de producten en over beperkingen op het gebruik ervan.
- Wijziging van de huurwetgeving in november 2024
https://be.brussels/nl/huisvesting/wijziging-van-de-huurwetgeving-november-2024
De wetgeving inzake woninghuurovereenkomsten onderging in november 2024 enkele belangrijke wijzigingen. Zo kan bijvoorbeeld de huurwaarborg niet meer bedragen dan twee maanden huur (zonder lasten). Ook moet de verhuurder die een korte huurovereenkomst (van maximaal 3 jaar) voorstelt, de laatst toegepaste huurprijs van de woning melden. Het bedrag van de huurprijs mag niet verhoogd gedurende negen jaar (behalve voor indexering). Kortlopende huurovereenkomsten kunnen ook niet meer dan eenmaal verlengd worden. Voor meer informatie over deze wetswijzigingen en hun toepassingsgebied,
raadpleeg de gids waar de recente wijzigingen in werden verwerkt