Ondernemen was nog nooit zo duur: UNIZO wil structurele maatregelen om kmo’s te ondersteunen
2023 was een kmo-recordjaar wat het aantal ondernemers betreft. Dat blijkt uit het nieuwe KMO-rapport van UNIZO, GraydonCreditsafe en UCM. Maar deze medaille heeft een donkere keerzijde. Uit een schokbestendigheidstest van GraydonCreditsafe blijkt dat meer dan een vijfde van de kmo’s geen financiële buffer heeft om mogelijke kostenschokken op te vangen, laat staan om de nodige investeringen te doen. UNIZO wil structurele maatregelen en pleit voor een kmo-beleid op Vlaams en federaal niveau.
Recordaantal kmo’s
In 2023 waren er in België ongeveer 1,33 miljoen kmo’s actief. Een stijging met maar liefst 29,7% op tien jaar tijd. Vlaanderen staat in voor een totaal van 726.036 kmo’s, 54,5% van het Belgisch totaal. Een stijging van 2,1% ten opzichte van 2022. Onze ondernemingen zijn gemiddeld jong, 1 op 3 van alle kmo’s in Vlaanderen bestaat minder dan 5 jaar en bijna de helft is jonger dan 10 jaar.
In 2023 valt 38,3% van de kmo’s in Vlaanderen te situeren binnen de dienstensector. Daarna volgen de bouwsector en de industrie met aandelen van respectievelijk 14,8% en 9,3%. De detailhandel komt op de vierde plaats met een aandeel van 7,3%. De horeca heeft een aandeel van 4,9%, de vrije beroepen 4,7% en de groothandel 3,1%. Tot slot volgen de transportsector met een aandeel van 2,5% en de automobielsector met eveneens een aandeel van 2,5%.
Meer ondernemingen zonder personeel
In Vlaanderen hebben 649.455 kmo’s op een totaal van 726.069 (89,5%) geen personeelsleden. 6,6% heeft 1 tot 4 personeelsleden in dienst, 1,9% stelt 5 tot 9 mensen tewerk en 1,2% situeert zich in de categorie 10 tot 19 personeelsleden. Een minderheid stelt tussen de 20 en 49 personeelsleden tewerk: 0,8%.
De proportie Vlaamse kmo’s zonder werknemers is gestegen van 85,6% in 2013 tot 89,5% in 2023, een recordhoogte. Nooit waren er zoveel ondernemers zonder personeel. Het aantal kmo’s met 1 tot 4 werknemers zakte over dezelfde periode van 9,4% tot 6,6%.
Verklaringen hiervoor zijn de stijging van het aantal freelancers, de krapte op de arbeidsmarkt die het moeilijker maakt om personeel te vinden en het stijgend aantal bijberoepers. In het algemeen zit ondernemerschap in de lift en is de stap richting zelfstandig ondernemer kleiner dan vroeger.
Stijging van aantal kmo’s die in zwaar weer vertoeven
In 2024 stegen de loonkosten met 3,2%, in 2023 met 8,0% en in 2022 met 4,6%. Dat is een stijging met bijna 16 % op drie jaar tijd. De grote energieschok is dan wel achter de rug, een gemiddelde Vlaamse kmo betaalt vandaag nog steeds twee keer zoveel voor een aardgasfactuur als in 2020. De gemiddelde rentevoet voor bancair krediet bedraagt nog steeds meer dan 4% terwijl die halfweg 2022 zo’n 1,5% bedroeg. De gevolgen zijn intussen door harde cijfers duidelijk geworden: we meten een recordaantal faillissementen en ook het banenverlies bereikt recordniveaus in Vlaanderen.
“Het is duidelijk dat ondernemen vandaag een pak duurder is geworden dan vroeger”, zegt Danny Van Assche. “Het is dan ook niet verwonderlijk dat steeds meer kmo’s aangeven dat ze moeten besparen, bijvoorbeeld op investeringen, op het aanbod van goederen en diensten en eventueel op personeel. Dat is zeer verontrustend.”
Om een concreter idee te krijgen van de impact van deze kostenevoluties op de financiële gezondheid van kmo’s, maken we net als in de vorige edities gebruik van het Schokbestendigheidsmodel van GraydonCreditsafe.
Hierin houdt men rekening met de economische turbulenties van 2024 op vlak van loonkoststijging, energieprijsstijging en de hogere interestvoeten voor leningen. Het projecteert de impact van die hogere kosten op de financiële gezondheid van kmo’s op basis van jaarrekeninggegevens 2023. Heel concreet wordt de nood aan bedrijfskapitaal in kaart gebracht, ofwel de nood aan extra financiële middelen om de dagelijkse operationele activiteiten uit te voeren. Vervolgens wordt berekend in welke mate een onderneming beschikt over extra redundante reserves. Het zijn net die reserves die een onderneming de kans geven een volgende schok autonoom te kunnen opvangen.
Uit de analyse blijkt dat 21% van de Vlaamse kmo’s vandaag in moeilijke papieren zit door die schokken en heeft nood aan extra bedrijfskapitaal. Dat is zelfs nog een stijging ten opzichte van vorig jaar. In Brussel is deze verhouding 1 op 4 waarbij de helft kan geclassificeerd worden als financieel gezond op het einde van 2023.
Zij zitten met andere woorden door de financiële reserves en moet op zoek naar extra cashmiddelen. Dit kan door injectie van vers kapitaal, steunmaatregelen, het aanspreken van het privégeld van de ondernemer, het aangaan van leningen of het doorvoeren van prijsverhogingen.
Danny Van Assche: “Meer dan een vijfde van de kmo’s, inclusief zelfstandigen zonder personeel, kan dus gelabelled worden als niet-schokbestendigheid en heeft nood aan bedrijfskapitaal om op langere termijn te overleven. Het is opmerkelijk dat de financiële put niet gedempt raakt. Er zijn structurele maatregelen nodig om onze kmo’s te ondersteunen.”
Eric Van den Broele, Director Research & Development van GraydonCreditsafe: “Meer en meer werden en worden we geconfronteerd met dieper liggende structurele problemen binnen zowel onze economische, sociale en omgevingsrealiteit. Klimaat- en omgevingsfactoren, snelle en moeilijk voorspelbare geopolitieke evoluties, sociaal-politieke evoluties, technologische revoluties, het brede globalisme dat in vraag wordt gesteld, ... , vormen stuk voor stuk rimpeleffecten die bovendien voortdurend op elkaar inwerken. We zien ons hierdoor meer en meer geconfronteerd met soms hevige schokken. Die kenmerken zich door hun plotse en moeilijk voorspelbare karakter. Klassieke analyses richten zich op het operationele en gaan uit van een onderneming in continuïteit (ratio’s als liquiditeit, toegevoegde waarde, rentabiliteit, solvabiliteit, ... ). Echter, indien we er ons op richten de kansen te meten die een onderneming heeft om autonoom een huidige of zelfs toekomstige schok te overleven -of sterker nog: aan te pakken als opportuniteit- hebben dergelijke ‘klassieke’ analyses weinig zin. Meten van veerkracht en lange-termijn continuïteit vergt een fundamenteel andere benadering dan het meten van operationaliteit. Graydoncreditsafe bouwde een systeem dat de situatie van ondernemingen in een (gedeeltelijk) discontinue economie observeert en in het verlengde daarvan hun mogelijkheid toekomstige schokken al dan niet autonoom te absorberen.”
KMO-vriendelijk beleid
UNIZO kijkt naar zowel de Vlaamse als de nieuwe federale regering om een echt kmo-beleid te voeren.
“Dat betekent op alle niveaus werk maken van administratieve vereenvoudiging en een vlotter vergunningsbeleid”, duidt Danny Van Assche. “Ondernemers moeten kunnen bezig zijn met de kern van hun zaak.”
Ook pleit UNIZO voor meer stimulansen en hefbomen voor wie wil investeren.
“We zitten in een groene en digitale transitie. Er moet een echt investeringsklimaat komen. Op federaal vlak verwachten we dat de hervormde investeringsaftrek behouden blijft of zelfs versterkt, met een focus op kmo’s. Onder meer de verhoogde aftrek voor groene investeringen is belangrijk ter ondersteuning van kmo’s in de klimaattransitie. Zeker nu regionale ondersteuning beperkt wordt, bijvoorbeeld door de verlaging van de Mijn VerbouwPremie in Vlaanderen. Op Vlaams niveau moet de regering nu snel haar fiat geven aan goedkope achtergestelde leningen voor KMO’s die investeren in duurzaamheid, de aangekondigde Ecoboostlening via PMV.”
Temperen loonkosten
UNIZO ziet door deze cijfers ook de loonkostproblematiek nogmaals bevestigd. “Hoewel het voor velen onbespreekbaar is, staat het in de sterren geschreven dat ons systeem van automatische loonindexering op termijn onhoudbaar is. We vragen de onderhandelaars om minstens met een open blik te kijken naar een alternatief. Een duurzaamheidsindex, waarin de prijzen van fossiele brandstoffen geen rol meer spelen en waarin elektriciteitscontracten op een correcte manier worden verrekend zou al een grote stap betekenen”, zegt Danny Van Assche. “Bedrijven die kunnen aantonen dat ze de indexatie niet aankunnen, moeten voor een “opt-out” kunnen kiezen.”