Vanaf 1 september is thuiswerk niet langer verplicht. Daarmee lijkt op het eerste zicht een einde te komen aan wat we hier al eerder één van de boeiendste en grootste hr-experimenten in jaren noemden. In werkelijkheid begint het experiment nu pas écht. Want niet iedereen wil terug naar de werkvloer en sommigen beschouwen thuiswerk intussen als een verworven recht.  De vraag is hoe je daar als werkgever mee omgaat.
 
Laten we ook niet vergeten dat minder dan de helft van onze jobs in aanmerking komt voor telewerk. Wat als een deel van je team een job heeft die thuiswerk toelaat en een ander deel niet? Bovendien kan niet iedereen in de juiste omstandigheden professioneel telewerken. Hoe zorg je dan dat het belang van de klant voorop blijft staan? Of hoe bewaak je het vertrouwen en zorg je ervoor dat het team primeert op de individuele ‘ik’?
 
Het zijn vragen die meer dan ooit op scherp staan, nu thuiswerk niet meer verplicht is, maar door werknemers wel geclaimd wordt. Op zich is deze evolutie niet tegen te houden. Slimme werkgevers zoeken daarom naar een goed evenwicht, want thuiswerk kan ook opportuniteiten bieden. Meer nog, het kan een handig instrument zijn om talent te houden of aan te trekken.
 
Maar de slinger mag niet doorslaan. Sommigen willen van thuiswerk nu een absoluut recht maken. Dat is een brug te ver, want werkgevers hebben ook hun rechten. De beslissing mag daarom nooit alleen bij de werknemer liggen. Een werknemer die vrijheid en flexibiliteit als absoluut recht claimt, die raden we vanuit UNIZO aan om zelfstandige te worden.
 

Bart Lodewyckx - gedelegeerd bestuurder UNIZO Limburg

reageer