Ze heeft een indrukwekkend palmares als advocaat in zedenzaken. Maar ze neemt het niet enkel op voor meer dan 170 slachtoffers van seksueel misbruik in de kerk, ook mensen die het slachtoffer zijn van toxisch leiderschap op de werkvloer kunnen bij haar terecht. Als we haar vragen of we haar met mevrouw of meester moeten aanspreken, stelt ze ons meteen gerust: “Zeg maar gewoon Christine.” 

Jij bent vooral bekend als advocaat van de slachtoffers, maar zou jij ook daders kunnen verdedigen?  

Christine: “Mijn moreel kompas is zeer belangrijk in mijn vak. Ik heb nog nooit een zaak verdedigd waar ik niet achter sta. Ik kan dat niet. Ik moet het hebben van mijn drive. Als mijn cliënt ontkent, maar uit het dossier blijkt het tegendeel, dan kan ik die cliënt niet verdedigen. Ik ga niet in iemands plaats staan liegen. Ik zeg dan, als u mij niet kan overtuigen, kan ik de rechter niet overtuigen. Als mensen in de fout zijn gegaan, zal ik dat niet ontkennen maar toelichten.

De hamvraag is: Waarom hebben de daders die feiten gepleegd? Waarom zijn ze in de fout gegaan? Mijn vak is niet om te ontkennen. We moeten proberen begrijpen waarom feiten gebeuren. Dat is belangrijk voor de rechter.” 

De media smullen van strafzaken. Raad jij je cliënten aan om hun zaak discreet of open te behandelen?  

Christine: “Ik ben het meest fier op de zaken die ik discreet kan regelen in samenspraak met de partijen en het parket en ik zal altijd trachten dit uit de media te houden. Het is niet omdat de dader verwerpelijke feiten heeft gepleegd, dat ik niet luister naar die persoon. Alle betrokkenen zijn mensen met een gezin, familie, kinderen. Je kan het leed niet herstellen als het proces ook in de pers of op sociale media wordt gevoerd. De exposure en het gecancel die dat met zich meebrengt, zijn verschrikkelijk en zo schadelijk. Stel jezelf de vraag: Is het maatschappelijk belang ermee gediend dat iemand aan de schandpaal wordt genageld? Volgens mij is het antwoord daarop altijd nee.” 

Naast zedenzaken pleit jij ook zaken die draaien rond toxisch leiderschap. Wat is toxisch leiderschap nu precies?  

Christine: “Er zijn veel vormen van leiderschap. Beroepshalve kom ik met gevallen van toxisch en incompetent leiderschap in aanraking. Toxisch leiderschap is de meest schadelijke vorm. Daarbij is er bijvoorbeeld sprake van een leidinggevende die ervan geniet om mensen voor schut te zetten, te vernederen of die cruciale informatie bewust achterhoudt. Liegen, beledigen, manipuleren, en pesten: dat is toxisch. Trouwens, ook roepen is een vorm van psychisch geweld en is voor de wet onaanvaardbaar.

Vaak gebeuren er fouten die niet bedoeld zijn. Dan is er sprake van incompetent leiderschap. Daar kan je makkelijker iets aan doen. En gelukkig is er ook nog heel wat integer leiderschap (lacht). ” 

Zit er een toxische of incompetente leider in elk van ons? 

Christine: “Het is boeiend om te zien wat het doet met een mens om leider te zijn. Macht verwerven is een valkuil. Als je excelleert, kan je opklimmen. En dan gebeurt het niet zelden dat mensen in je omgeving zich minder kritisch opstellen. De omgeving verandert, de persoon vaak ook. Als je altijd gelijk krijgt, dan dreig je bij gebrek aan tegengewicht ‘in de lucht te gaan’. Mensen gaan geloven dat ze alles beter weten. De kritische stem valt weg. Het is zo belangrijk dat je als leider je voeten op de grond houdt, dat je niet denkt dat je het allemaal beter weet.” 

Wat kan je doen om dat te vermijden? 

Christine: “Probeer als leidinggevende steeds feedback te organiseren. Al dan niet anoniem. ‘Geef me nu een keer je gedacht. Hoe ervaar je de situatie op kantoor? Hoe ervaar je mijn leiderschap? Wat kan er beter?’ Probeer steeds te vragen naar feedback en kritiek. Daar ga je niet van sterven, hoor. Het is niet nodig om daar schrik voor te hebben. 

Weet ook dat incompetent leiderschap kan verbeteren mits begeleiding. Het begint bij de erkenning van de fouten die je hebt gemaakt. Als leidinggevende heb je goede redenen om de lat hoog te leggen en om veeleisend te zijn, maar je mag daarbij nooit mensen vernederen. Als dat toch zou gebeuren, zeg dan ‘Sorry, ik meende wat ik zei, maar ik had het niet op die manier moeten doen of in aanwezigheid van anderen.’ Als je tot die erkenning kan komen, kan er indien nodig een therapie of rollenspel volgen. Ga als leidinggevende eens “onder” de andere staan... Dat is zeer leerrijk. Stel je als leider kwetsbaar op en toon respect. Als je daaraan werkt, zal je je als leidinggevende beter voelen. De medewerkers blijven graag komen, ze willen de extra mile gaan en daar wordt het bedrijf uiteindelijk ook beter van.”  

En wat als het dan toch nog eens mis loopt?  

Christine: “Ook mildheid is belangrijk. Iedereen kan fouten maken. Reduceer je leidinggevenden niet tot hun slechte kantjes. Prijs de mensen voor wat ze goed doen, laat ze hun werkpunten aanpakken. Vaak zijn die fouten ook geen doodzonden. Probeer je feedback dus ook niet op een verwijtende maar net op een begrijpende manier over te brengen. Mensen doen ontzettend veel goede dingen als ze niet vanuit macht of onzekerheid handelen. 

Nuttig voor jou