Als de kanaries sterven
Wie de restanten van ons industrieel verleden in de Borinage of Limburg al eens heeft bezocht, heeft ongetwijfeld de verhalen gehoord van de kanarievogels in de steenkoolmijn die dienst deden als alarmsignaal bij groot gevaar. De snelle ademhaling en stofwisseling van de kanaries in de mijn maakte hen veel kwetsbaarder dan de kompels voor het geurloze maar dodelijke koolmonoxidegas dat kon vrij komen bij de steenkoolwinning. Als de kanaries het loodje legden, was het tijd om de mijngangen te verlaten. Zo werd menig mensenleven gered.
Vandaag zijn de doemberichten in de media de kanaries. Ze verwittigen ons voor wat komen gaat. Of het nu de onweerswolken zijn boven AUDI Brussel, de mogelijke sluiting bij busbouwer Van Hool in Koningshooikt of, dichter bij huis, de ontslagronde bij Barry Callebaut in Wieze; ze doen het slechtste vermoeden voor wat nog komen zal.
We zijn met onze industrie stilaan in een perfecte storm beland. De uitlopers van corona, de nog steeds hoge energieprijzen, maar vooral onze loonkosthandicap speelt ons parten. De USA gooit met subsidies en drukt inflatie de kop in met specifieke wetgeving. Maar ook buurlanden als Frankrijk verleiden met aantrekkelijke investeringsmogelijkheden. Onze Belgische open economie betaalt dan al gauw het gelag. Onze (maak)industrie blijft belangrijk en is nog steeds goed voor meer dan 15% van onze welvaart, maar onrechtstreeks is het ook een belangrijke katalysator voor de dienstensector en heel wat kmo’s. Grote en kleine bedrijven hebben mekaar immers nodig.
Recent nog was ik met een aantal collega’s van UNIZO Oost-Vlaanderen te gast in het Vlaams en federaal parlement. We voerden er gesprekken met de Oost-Vlaamse lijsttrekkers naar aanleiding van de verkiezingen van zondag 9 juni. Van extreem links, tot extreem rechts, van premier De Croo, over de vicepremiers Van Peteghem en De Sutter tot Vlaams Minister Diependaele: ze werden allemaal aan de tand gevoeld over ons memorandum Krachtwerk. We vroegen hen welke maatregelen zij zullen nemen om respectievelijk onze Belgische en Vlaamse welvaart en economie op peil te houden. Thema’s als vergunningen, activering van de arbeidsmarkt en faire fiscaliteit stonden hoog op de agenda. Maar de belangrijkste knoop ligt toch vooral bij de loonnorm en de index.
De automatische loonindexering verzekert dan wel de koopkracht van de burgers, anderzijds prijzen we ons daardoor wel uit de markt en zijn we niet langer internationaal concurrentieel. Alleen Luxemburg en Malta hebben nog een vergelijkbaar systeem. De lonen in ons land stegen op enkele jaren tijd met maar liefst 18%. Die rekening wordt zonder verpinken aan de bedrijven gepresenteerd met alle gevolgen van dien. Hopelijk hebben de politici goed naar ons discours geluisterd en gaan ze ermee aan de slag. Dan zijn die dode kanaries tenminste niet voor niets geweest.