"Alles moet veranderen
opdat alles
hetzelfde zou blijven."
Elke week serveert Danny Van Assche, gedelegeerd bestuurder van UNIZO zijn kijk op diverse actuele thema's die voor jou als ondernemer impact hebben.
Leuk om de favoriete zin uit één van mijn favoriete boeken eens als titel te kunnen gebruiken. Ik moest er begin deze weken aan denken toen de ambtenaren door de straten van Brussel trokken. Alleen geloven zij in het omgekeerde: niets moet veranderen zodat alles hetzelfde kan blijven. Wel dat is een grote illusie. Als we onze welvaartstaat willen behouden, dan moeten er wel degelijk een aantal dingen fundamenteel veranderen. Sinds de Tweede Wereldoorlog bouwden we in dit land een indrukwekkend systeem van sociale zekerheid uit, voor werknemers, voor zelfstandigen en voor ambtenaren. Wie werkt, draagt bij en opent daarmee het recht op onder andere ziekteverzekering, pensioen en, in het geval van de werknemers, werkloosheidsuitkering. Het maakt dat we één van de meest welvarende en gelijke samenlevingen in de wereld hebben. Dat willen we zo houden. Dus dat moet alvast hetzelfde blijven, daarover zijn we het eens. Maar denken dat deze sociale zekerheid een vanzelfsprekendheid is, is een grove misrekening. Ons systeem is immers behoorlijk uitgebreid. Op dit ogenblik geven we al meer dan een kwart van ons BBP uit aan dit systeem. Door de vergrijzing groeit dit echter vlotjes door tot ongeveer 30% in 2050. Het systeem wordt dus stilaan onbetaalbaar. We weten dit al zeer lang. Al bij het begin van de 21ste eeuw werd hierop gewezen. Maar slechts zelden werden er maatregelen getroffen. Ondertussen is het probleem van de vergrijzing even onontkoombaar als dat van de klimaatverandering. Ouderen verlaten de arbeidsmarkt, dus minder mensen dragen bij aan het systeem. Mensen leven langer, en maken dus langer gebruik van een pensioenuitkering. Bovendien is onze gezondheidszorg outstanding. Ook daar wordt meer en langer gebruik van gemaakt. Je ziet wat er gebeurt: een dalende aantal bijdragers en een groeiend aantal genieters. Dit loopt mis.
Dus als we willen dat alles hetzelfde blijft, dus dat ook onze kinderen zullen kunnen vertrouwen op een sociaal zekerheidsstelsel, dan moet er wel degelijk iets veranderen. In de pensioenen, maar ook in de ziekteverzekering. In de pensioenen is al beslist dat we wat langer gaan werken. Dat is evident, want we leven langer en we blijven langer gezond. Maar daarnaast moeten we er ook op toezien dat er écht gewerkt wordt om rechten op te bouwen. En daar knelt onder meer het schoentje. Waarom bouwen sommige ambtenaren volledige rechten op na 35 jaar werken, terwijl anderen daar 45 jaar voor moeten werken? Dit aanpassen zorgt voor meer bijdragen én voor minder pensioenuitkeringen. Waarom kunnen sommige loopbanen bestaan uit meer dan een derde jaren waarin eigenlijk niet gewerkt werd, maar die toch meetellen om pensioen op te bouwen? Waarom hebben sommigen een volledig pensioen na 36 tot 41 jaar en anderen na 45 jaar? Enzovoort. Eenzelfde oefening kan je maken over onze gezondheidszorg. We hebben de beste gezondheidszorg van de ganse wereld, en ook dat mag niet veranderen. Maar als we het normaal vinden dat een doktersbezoek maar evenveel mag kosten als een kopje koffie op café, dan klopt er toch iets niet? We zullen méér budget nodig hebben wanneer we onze ouder wordende bevolking goed willen verzorgen, maar wanneer we een full monty gezondheidszorg willen aanbieden, dan kunnen we dit niet betalen. Moet onze gezondheidszorg dan “slechter” worden? Nee, verdorie! Maar we moeten wel keuzes maken voor wat echt belangrijk is.
Het signaal van de vakbonden was dus een fout signaal. Het klopt dat we onze welvaartstaat willen behouden, maar om dat te doen moeten er zaken veranderen. Mensen opjutten met horrorverhalen en pleiten voor een rigide status quo, is misdadig. Want het ergste dat we kunnen doen, is niets doen. Als er niets verandert, zal alles veranderen. Dan is er binnen vijftig jaar geen welvaartstaat meer. Leg dat maar eens uit aan onze kinderen.
Danny