De prijs
van het
geld
Elke week serveert Danny Van Assche, gedelegeerd bestuurder van UNIZO zijn kijk op diverse actuele thema's die voor jou als ondernemer impact hebben.
Sinds juli 2022 is de verplichting ingevoerd dat elke handelaar minstens één elektronisch betaalmiddel moet aanvaarden. De opmars van elektronisch betaalverkeer is overduidelijk. Al meer dan de helft van de transacties is tegenwoordig niet langer in baar geld, maar via cyberspace. Dus de overheid wilde opleggen dat je overal elektronisch terecht kunt. Voor UNIZO was het vooral belangrijk dat een ondernemer zelf mocht kiezen welk betaalmiddel hij zou aanbieden. Voor ons is dat een evidentie, want de elektronische betaalmiddelen komen met een prijs. Soms zelfs een serieuze prijs. Meest notoir is de kredietkaart, liefst die van American Express. Bij een aankoop van 20 euro mag een handelaar zo’n 60 cent aan American Express betalen. Maar als die klant 1.000 euro moet betalen, mag je al gauw 10 euro aan de Amerikanen laten. Geen wonder dat je er in ons land bijna nergens meer mee terecht kan. Toen de verplichting werd ingevoerd was het meest gebruikte elektronische betaalmiddel de bancontactbetaling, waarvoor (gemiddeld) zo’n 12 cent opgehoest moet worden. Een pak lager al, maar toch nog best veel. De overheid heeft de kosten voor elektronisch betaalverkeer de afgelopen jaren via verschillende ingrepen al wat naar beneden gekregen, maar toch blijven de kosten nog hoog, zeker in vergelijking met onze buurlanden. In een gemiddelde kledingwinkel mag elke maand een 600 euro betaald worden en in een buurtsupermarkt loopt dit zelfs op tot 1.500 euro. De kosten zijn hoog en vooral niet transparant. Een handelaar ziet tussen alle bomen van de verschillende betaalschema’s het bos niet meer.
Daarom is Payconiq zo populair in handelaarsmiddens. Payconiq is immers heel duidelijk en betaalbaar: 6 cent per transactie. Veruit het goedkoopste en nog Belgisch ook. Vandaar dat er een grote ongerustheid groeide toen Payconiq werd overgenomen door EPI en dat EPI deze week een nieuwe pan-Europese betaaldienst lanceerde. We kregen de garantie dat de tarieven van Payconiq nog tot minstens 2026 behouden zullen blijven, maar dat Payconiq op termijn wel zal verdwijnen. En wat dan? Zal Wero even voordelig blijven als Payconiq? Dat moet wel, want anders gaan handelaars veroordeeld worden tot de duurdere betaalsystemen. En uiteraard zal ook de consument dat in de prijs gaan voelen. Nu de regeringsonderhandelingen dan toch in een stroomversnelling zouden raken, mogen de onderhandelaars de prijs van het geld ineens mee op de agenda zetten. De overheid moet verder ingrijpen in het transparant maken van de transactiekosten van betaalsystemen. Bovendien zou er een simulator moeten komen om de verschillende betaalsystemen met elkaar te kunnen vergelijken, zodat de handelaar echt weet wat de kost van elk systeem is en welk systeem voor hem en voor zijn klanten het meest voordelige is.
In de Middeleeuwen betaalden we met zilveren en gouden munten. Al naargelang de waarde van de edelmetalen gebruikten we liever het ene dan wel het andere. Eigenlijk is er nog niet zoveel veranderd. Het geld – zelfs cash geld – heeft nog altijd zijn prijs. We mogen er alleen van uitgaan dat deze prijs anno 2024 duidelijk zou zijn. Dus, daar kan voor gezorgd worden. En hopelijk ook voor een Wero die maar 6 cent blijft kosten.
Danny