Danny's gedacht: De vrijheid van zelfstandigen beknotten, betaal je cash in economische vooruitgang.
Elke week serveert Danny Van Assche, gedelegeerd bestuurder van UNIZO zijn kijk op diverse actuele thema's die voor jou als ondernemer impact hebben.
De vrijheid van zelfstandigen beknotten, betaal je cash in economische vooruitgang.
“Voka wil één statuut voor werknemers en zelfstandigen”, zo lazen we gisteren in De Tijd. Het onderscheid tussen werknemers en zelfstandigen vervaagt, daarom pleit men naar Nederlands voorbeeld voor een 'wetboek van werk’.
Een straf statement. Vervaagt het onderscheid? Groeien zelfstandigen en werknemers dermate naar elkaar toe dat ze door één enkele wet gevat kunnen worden? Vanuit UNIZO denken we dat dit utopisch is. Ook in het Nederlandse voorbeeld botst men trouwens op een aantal beperkingen. Ik zie drie grote redenen waarom we zelfstandige ondernemers en werknemers best niet over dezelfde kam scheren.
De eerste reden is dat de stelling dat zelfstandigen en werknemers steeds meer op elkaar lijken, gewoon niet opgaat. Ze is onder meer gebaseerd op de idee dat vele functies in bedrijven steeds vaker door freelancers worden uitgeoefend. In dat geval spreken de collega’s van Voka over een “vertroebeling van het gezag”. Ik merk al twee redeneerfouten. Er bestaan ten eerste vele verschillende soorten zelfstandigen. Freelancers mogen dan de sterkst groeiende categorie zijn, ze zijn niet vergelijkbaar in wat ze doen met de handelaar, de kmo-ondernemer of de vrije beroeper (om er maar enkele te noemen). Ook bij freelancers zelf bestaan er trouwens vele vormen en maten. Je hebt er die voor lange tijd een functie in één bedrijf uitoefenen, maar evengoed die tegelijkertijd een specifieke expertise in verschillende bedrijven aanbieden. Ten tweede zijn freelancers wel degelijk volbloed zelfstandigen: ze kiezen zelf hun klanten, bepalen zelf hun jobinhoud en sluiten verschillende contracten af. Een volbloed zelfstandige is niet gebonden door een gezagsverhouding. In het beste geval heeft hij een contractuele verbintenis afgesloten. Maar er is géén gezag in de zin van toezicht, aansturing, begeleiding, alleen het eindresultaat telt. En dat onderscheid kan je niet zomaar negeren.
De tweede reden dat zelfstandigen en werknemers niet inruilbaar zijn, zijn de grote verschillen in hun regelgevend kader. Zelfstandigen zijn niet geïnteresseerd in omvangrijke verlofregelingen. Ze moeten zich niet houden aan enige arbeidstijd en mogen zelf bepalen wie hun klanten zijn. Ze zijn eerlijk gezegd wat allergisch voor allerlei regelneverij. Een grote hinderpaal die zelfstandigen al jaren opperen in hun bedrijvigheid is een teveel aan administratieve rompslomp. En dat terwijl werknemersrelaties netjes geregeld moeten worden. Moet er daar dan niet wat meer flexibiliteit komen? Jazeker en zeer graag! Maar denken dat we ooit tot een werknemerssysteem gaan komen, dat door een zelfstandige niet als een knellend keurslijf zou gezien worden, is een utopie.
Ik beloofde nog een derde reden, en dat zijn de verschillen in het sociaal statuut. De sociale zekerheid van een werknemer en een zelfstandige zijn historisch verschillend. UNIZO pleit er inderdaad allang voor om de stelsels naar elkaar te laten toegroeien. Maar sommige essentiële verschillen blijven wel overeind. Omdat de arbeidstijd bijvoorbeeld niet controleerbaar is, wordt een pensioen enkel berekend in functie van de inkomsten. En arbeidsongevallen wordt gedekt door de gewone ziekteverzekering, die aangevuld kan worden met een private verzekering.
Omdat de arbeidstijd bijvoorbeeld niet controleerbaar is, wordt een pensioen enkel berekend in functie van de inkomsten. En arbeidsongevallen wordt gedekt door de gewone ziekteverzekering, die aangevuld kan worden met een private verzekering.
In de pensioenen zijn dankzij jarenlange actie van UNIZO de grootste niet meer te verantwoorden verschillen weggewerkt en over de kinderbijslag (groeipakket) of de terugbetaling in de ziekteverzekering moeten zelfstandigen zich geen zorgen meer maken: daar bekwamen we al dat de lat meer gelijk gelegd werd. Ook de ziekteverzekering werd de afgelopen decennia fel verbeterd. Maar als we dan toch nog verdere stappen in de eenmaking van de stelsels zouden moeten zetten, dan pleiten we er eerder voor dat het werknemersstelsel opschuift richting zelfstandigen in plaats van omgekeerd. Ik geef graag het voorbeeld van het overbruggingsrecht: een zelfstandige die failliet gaat of onvoorzien moet sluiten, kan daar beroep op doen. Maar de duur is in de tijd beperkt. Zou dit geen mooi voorbeeld zijn om ook de werkloosheidsuitkeringen te beperken in de tijd?
Let op, we houden geen pleidooi voor een standstill en vanzelfsprekend is UNIZO niet tegen vernieuwing en vereenvoudiging van de arbeidswetgeving. Een veranderende arbeidsmarkt die getekend is door krapte en waar flexibiliteit de norm is, zorgt zeker voor nieuwe uitdagingen.
Maar stellen dat de basisregelgeving voor werknemers en zelfstandigen dezelfde moet zijn, getuigt van weinig begrip van wat een zelfstandig ondernemer eigenlijk is. Misschien moeten we eerst al eens nadenken hoe we de statuten van ambtenaar en werknemer wat dichter bijeen kunnen brengen. Ik zie eigenlijk nauwelijks verschil tussen een werknemer voor een privé-bedrijf of voor de overheid? Dat lijkt me een meer voor de hand liggende stap.
We volgen onze collega’s bij Voka dat er nood is aan een hervorming van arbeidswetgeving waarbij meer flexibiliteit en maatwerk centraal staan, maar zetten ons hielen in het zand bij het voorstel om zelfstandigen en werknemers in één statuut te brengen. De vrijheid van zelfstandigen beknotten, betaal je cash in economische vooruitgang. En dat is wat je zou doen, als je ze in dezelfde regelgeving als werknemers zou stoppen.
Danny