Elke week serveert Danny Van Assche, gedelegeerd bestuurder van UNIZO zijn kijk op diverse actuele thema's die voor jou als ondernemer impact hebben.

Groeien zoals de bomen

Heb jij het vorige maand ook gezien? Het vlammende debat tijdens 'De Afspraak' tussen Anuna De Wever en Maarten Boudry over het nut van economische groei. Het is geen nieuw debat. Om de zoveel tijd slaat de vlam in de pan en maakt groei onze planeet kapot. Niks nieuws onder de zon. De roots van het debat gaan terug naar de jaren zeventig van de vorige eeuw. De zogenaamde Club van Rome, een groep van Europese wetenschappers en ondernemers, publiceerde in 1972 het beroemde rapport “Grenzen aan de groei”. De manier waarop de economische groei tot stand kwam, zo stelden de wetenschappers, zou leiden tot een uitputting van onze planeet. Grondstoffen zouden uitgeput raken, het milieu zou om zeep gaan en de bevolking zou overmatig stijgen. Hadden ze gelijk? Het doemscenario kwam duidelijk niet uit, maar ze hadden wel een punt. Niet dat er echt grenzen aan de groei zijn, maar wel aan de manier waarop. Dat wisten we dus al in 1972. Wat ik bijzonder vreemd vind, is dat het debat door sommigen nog altijd met dezelfde argumenten als toen wordt gevoerd: economische groei zou niet leiden tot welvaart maar tot vernietiging van de planeet, en bovendien worden de mensen er niet noodzakelijk gelukkiger van, integendeel zelfs. “Geld maakt niet gelukkig”, weet je wel. Dus moeten we, volgens hen, “ontgroeien” in plaats van te groeien.

Die redenering is volgens mij waanzinnig en dit om drie redenen. Ten eerste is groei een normaal economisch gevolg van mensen die werken en creëren. Weet je dat economen (Nobelprijswinnaars!) al tientallen jaren proberen te achterhalen waarom een economie blijft groeien. Volgens hun theorie zou groei eigenlijk vanzelf ten einde moeten komen (dus Anuna kan op beide oren slapen). Maar het gebeurt niet. De theorie klopt niet. We blijven groeien. De reden is onder meer omdat we altijd maar blijven innoveren en nieuwe dingen uitvinden die ervoor zorgen dat we méér welvaart blijven opbouwen. Een uur werken levert ons een pak meer waarde op dan een uur werken pakweg in 1920 of in de Middeleeuwen. We zijn efficiënter, handiger en gewoon slimmer geworden. Nieuwe ideeën zorgen voor meer groei. Dus we gaan onszelf dom moeten verklaren, om de groei te stoppen.

Een tweede reden waarom het nogal waanzinnig is om minder groei te willen, is dat we met die groei in ons land ook herverdelen. We zijn één van de meest egalitaire landen ter wereld, en dat is omdat - via sociaal overleg - de opbrengsten van de groei ook herverdeeld worden over wie eraan bijgedragen heeft.

Geld maakt niet gelukkig, zeggen de ontgroeiers, maar het helpt wel (zeg ik dan). Wie zegt dat je gelukkiger wordt met minder welvaart? Toch maar wat blijven groeien, zou ik zeggen.

En dan is er nog het laatste argument. Gaat de aarde niet naar de verdoemenis door onze economische activiteit? Is het niet godgeklaagd dat we vervuilende en mensonterende productieprocessen zouden hebben die dan tot méér groei zouden leiden? Van dat argument val ik dus van mijn stoel. Want dat is het argument van 1972. En we zijn met zijn allen toch slimmer geworden? Economische activiteit leidt soms inderdaad tot slechte neveneffecten, Milieuvervuiling of uitbuiting zijn maatschappelijke kosten die in de groei niet in rekening worden gebracht maar er wel zijn. Maar daar kan je als overheid toch beleid rond voeren?

We leven al lang niet meer in een vrije markt die er als het Wilde Westen uitziet, maar die sociaal en ook ecologisch gecorrigeerd wordt. De overheid legt op dat we geen plastic zakjes meer mogen gebruiken. We kunnen internationale verdragen afsluiten om de sweatshops in Bangladesh aan te pakken of de uitbuiting van de arbeiders op de Wereldbeker in Qatar. We handelen in emissierechten en de Europese Unie werkt zelfs aan een systeem waarbij we een meer ecologisch verantwoorde productie in Europa eerlijk laten concurreren met vervuilende productie elders in de wereld.

Het is trouwens niet alleen de overheid die terecht maatregelen neemt, veel van onze ondernemers zijn ook bezorgd over natuur en klimaat en schieten zelf in actie om negatieve gevolgen zoveel mogelijk te beperken. De vrees van de Club van Rome kan dus perfect bijgestuurd worden. Dat zou men vijftig jaar later toch moeten weten. Beleid kan wel degelijk verandering teweeg brengen. 

Uiteraard is het debat veel rijker dan ik in een kort stukje kan behandelen. Maar vooraleer we het kind met het badwater weggooien, laat ons onze economie maar koesteren. We worden er wel degelijk welvarender door, we kunnen het op een verantwoorde manier doen en ja, we worden er gelukkiger van. Laat de bomen maar groeien, en de economie ook.

Danny