• Administratieve rompslomp, strenge regelgeving en gebrek aan mankracht grootste obstakels
  • Gericht beperken van hinderpalen zorgt voor extra groeiboost
  • Vlaamse exportondersteuning blijft te onbekend
  • Ondernemers hekelen vooral gebrek aan inspanningen om afkalvende internationale competiviteit te counteren

Uit recent onderzoek van UNIZO en VKW bleek eerder dat het aantal Limburgse bedrijven dat internationaal actief is verder stijgt. Bijna 6 op de 10 is met activiteiten aanwezig in het buitenland, maar bij zij die dat (nog) niet zijn worden er amper plannen in die richting gesmeed. VKW Limburg en UNIZO Limburg onderzochten daarom verder wat bedrijven nu juist weerhoudt om (nog meer) de internationale kaart te trekken. 

Daaruit blijkt dat het niet onmiddellijk ligt aan de exportondersteuning die Vlaanderen aan bedrijven biedt. Daarover is 68% van Limburgse bedrijven tevreden, ook al is de bekendheid van het arsenaal aan steunmaatregelen een groot werkpunt. Wel botsen 2 op 3 bedrijven op hinderpalen om (meer) te gaan exporteren. Erg opvallend: bij internationaal actieve bedrijven, net zoals bij productie- en bouwbedrijven, zijn dat zelfs 4 op 5. Van de bedrijven die vandaag (nog) niet internationaal actief zijn (4 op 10), stelt meer dan de helft (51%) daarvoor nochtans géén hinderpalen te ondervinden. Voor hen lijkt het dus een bewuste keuze om als bedrijf niet internationaal actief te zijn.

De meest genoemde hinderpalen om internationaal zaken te doen zijn de overdreven formaliteiten en de al te strenge regelgeving (samen 39%) en onvoldoende tijd of mankracht (28%). Ook het moeilijk vinden van lokale exportpartners en de moeilijkheid om producten of diensten aan lokale markten aan te passen, spelen duidelijk mee. 

Bij internatonaal niet-actieve bedrijven speelt dit laatste nog sterker. Evenals soms ook de beperkte actieradius waarbinnen producten rendabel vervoerd kunnen worden en licentiebeperkingen


Ontevredenheid bij de ondersteuning door de overheid vindt vooral een oorzaak in de onbekendheid van steunmaatregelen, maar nog meer in een gepercipieerd gebrek aan maatregelen om de afkalvende competitiviteit van onze bedrijven in het buitenland door o.a. hogere loon- en energiekosten tegen te gaan. Ook administratieve overlast en reglementitis worden als erg nadelig ervaren. 

Een groot knelpunt blijft de onbekendheid en bijgevolg ook onderbenutting van exportondersteunende overheidsmaatregelen. Zelfs de meest toegankelijke maatregelen staan bij 2 op 3 kleine internationaal actieve bedrijven niet op de radar en slechts een derde van hun grotere collega’s heeft er hoogstens ‘van gehoord’. Advies en begeleiding door de regionale kantoren van Flanders Investement & Trade (FIT) blijkt de meest gebruikte overheidsondersteuning, al blijft het gebruik dan nog beperkt tot 21% van alle bedrijven en 39% van de exporterende bedrijven. De economische missies naar het buitenland genieten de grootste bekendheid (53%).

Om het duidelijk aanwezige, maar nog sterk onderbenutte internationale potentieel voor onze bedrijven te kunnen ontgrendelen, vragen UNIZO Limburg en VKW Limburg daarom sterkere en meer proactieve promotie van de Vlaamse exportondersteunende maatregelen en instellingen richting bedrijven. VKW en UNIZO gaan zelf ook – passend binnen hun beider partnership met Flanders Investment & Trade - samen met FIT bijkomende initiatieven nemen. Bovendien vragen ze om de exportadministratie en regelgeving drastisch te verlichten en dringen ze aan op een doortastende aanpak van onze internationale concurrentiekracht. 

Bart Lodewyckx, gedelegeerd bestuurder UNIZO Limburg: “We stellen opnieuw vast dat er nog heel wat hinderpalen blijven bestaan voor onze Limburgse ondernemingen om internationaal te starten of te kunnen groeien. Toch moeten we meer internationaal gaan werken en denken: globalisering en internationalisering bieden nieuwe mogelijkheden. Hier ligt een belangrijke ondersteunende rol weggelegd voor de overheid, en in het bijzonder voor FIT - Flanders Investment & Trade. Elke onderneming die denkt aan internationaal zakendoen, zou spontaan aan FIT moeten denken en contact zoeken. Maar uit onze bevraging blijkt dit nog niet zo te zijn. FIT kan nochtans met steunmaatregelen, contactgegevens, haar buitenlands netwerk en kennis van landen, sectoren en reglementering ondernemers een belangrijke steun in de rug geven.”