Herstelbaarheidsindex is alleen haalbaar op Europees niveau
Minister van Leefmilieu, Klimaat en Green Deal Zakia Khattabi heeft een wetsontwerp klaar om een herstelbaarheids- en levensduurindex in te voeren. Die moet de consument informeren hoe eenvoudig elektronische toestellen te herstellen zijn. Ondernemersorganisatie UNIZO en Nelectra, de federatie voor de elektrosector, hekelen de onbezonnenheid waarmee de minister dit systeem alleen in ons land wil uitrollen terwijl Europa op hetzelfde moment ook werkt aan een overkoepelende regeling om herstel te promoten.
“We zijn niet tegen het idee van zo’n index, maar dit is een materie die bij uitstek uniform geregeld moet worden op EU-niveau en niet op nationaal niveau. Een herstelbaarheidsindex invoeren op nationaal niveau zal zorgen voor onnodige bijkomende administratieve verplichtingen voor zelfstandigen en kmo’s. Retailers zullen zelfs aansprakelijk zijn indien de fabrikant hen foutieve informatie aanlevert”, zeggen Viviane Camphyn, gedelegeerd bestuurder van Nelectra en UNIZO-topman Danny Van Assche.
Ondanks het feit dat er Europese regelgeving op komst is, wil de minister hier niet op wachten maar haar eigen nationaal initiatief doordrukken. In eerste instantie moet er voor haar een herstelbaarheidsindex komen, die een score geeft over hoe herstelbaar het product is. Die wordt berekend op basis van de haalbaarheid van de demontage en de reparatie. Later volgt dan nog een levensduurindex die fabrikanten verplicht om de verwachte levensduur en de robuustheid van een toestel aan te geven. UNIZO en Nelectra steunen de minister in haar strijd voor een circulaire economie, maar betreuren deze profilering op kap van de verkopers.
“De minister wil met dit symbooldossier sneller schakelen dan de EU, terwijl dit toch een typisch Europees dossier is. De doelstelling is nobel, maar de uitwerking is onuitvoerbaar”, stelt Danny Van Assche.
“Dergelijke maatregel invoeren in België alleen is uitvoerbaar noch handhaafbaar ten aanzien van fabrikanten die doorgaans grote, internationale spelers zijn. We vrezen dan ook dat dit nationaal invoeren nog maar eens een nutteloze bijkomende verplichting en administratieve last op de schouders van onze lokale zelfstandige kleinhandelaars zou leggen”, benadrukt Viviane Camphyn van Nelectra.
Finaal zijn het de retailers en aankoopgroeperingen die verantwoordelijk zijn om de informatie op te vragen bij de, meestal internationale, producenten en ze te communiceren naar de klant. Ze moeten dus met onze Belgische maatstaf bij Chinese, Amerikaanse of Duitse producenten aankloppen om voor elk product aan de juiste informatie te geraken. Dit is georganiseerde consumentenmisleiding, want een fabrikant zal zichzelf geen lage score geven. Op deze manier zullen verschillende lidstaten verschillende labels hebben op één verpakking.
Als verkopers via hun producenten al aan de informatie geraken, is de score waardeloos want controle door de Belgische overheid is onmogelijk. Bovendien zal de consument valse verwachtingen krijgen. Wanneer een product met een hoge herstelbaarheidsindex stuk gaat, wordt van de eindverkoper snel een oplossing verwacht. Die geraakt niet altijd onmiddellijk aan wisselstukken of moet hier bij de leverancier hoge prijzen voor betalen.
Europese oplossing
Het voorstel van minister Khattabi geldt enkel voor de Belgische markt. Intussen werkt Europa aan een overkoepelende regeling. Het voorstel van de Europese Commissie bevat ook een verbod voor lidstaten om in nationale wetgeving bepalingen in te voeren die afwijken van het EU-voorstel.
Danny Van Assche: “Als we niet wachten op dat Europees kader, zal dit wellicht leiden tot een verminderd aanbod van elektronica. Fabrikanten moeten enkel voor België voor elk product een herstelbaarheidsscore berekenen. Grote multinationals zullen niet geneigd zijn om voor heel hun aanbod inspanningen te doen louter voor een regelgeving die enkel in België van toepassing is. Door de aangepaste verpakking met herstelscore en bijkomende administratieve lasten dreigt elektro ook duurder te worden. Door het grote online aanbod en de nabijheid van de buurlanden zal de Belgische consument aangemoedigd om over de grens te gaan shoppen.”
Viviane Camphyn: “Bovendien zal ook de consument de dupe zijn indien elke lidstaat met zijn eigen versie van de herstelbaarheidsindex komt, want dan staan de verpakkingen van elektrotoestellen binnen de kortste keren vol met tal van scores en labels waar niemand nog wijs uit raakt. En dan schieten ze het hoofddoel, namelijk de consument correct informeren, volledig voorbij. De herstelbaarheidsscore zegt trouwens ook niets over de prijs van de herstelling. Voor de consument kan een herstelling dus nog altijd duur uitvallen.”
Volgens de organisaties is dit pure symboolwetgeving die consumentenmisleiding organiseert en zelfstandige elektrohandelaars opzadelt met bijkomende administratie en kosten. Enkel wanneer dit op EU-niveau georganiseerd wordt en samengevoegd wordt met de ERPEL-database (voor de energielabels) heeft dit kans op slagen.