Minister van Economie Pierre-Yves Dermagne wil de kosten verlagen die de banken aan handelaars aanreken voor elektronische betalingen. Concreet pleit hij voor een plafond van 0,02 euro per transactie, zoals in Nederland. In ons land ligt het plafond momenteel op het Europees maximum van 0,056 euro. UNIZO vraagt een totaalaanpak die ingrijpt op alle kosten die gepaard gaan met elektronisch betalen. “Het verlagen van de transactiekosten bij de banken is één stap, maar we moeten vermijden dat dat de kosten elders wordt doorgerekend of verhoogd”, zegt topman Danny Van Assche.

Sinds 1 juli vorig jaar is elke handelaar verplicht om minstens één vorm van elektronisch betalen te aanvaarden. De kost van elektronisch betalen voor handelaars wordt bepaald door drie factoren. Er is de transactiekost die de banken aanrekenen, ook de interchange fee of afwikkelingsvergoeding genoemd. Dan zijn er de schemavergoedingen, dat zijn de kosten die moeten worden betaald aan onder meer Visa en Mastercard, en tenslotte is er nog de verwerkingsvergoeding die wordt aangerekend door bedrijven die de betalingen uitvoeren, zoals Wordline, CCV en Ogone. 

Danny Van Assche: “De kostenstructuur rond elektronisch betalen is ruimer dan alleen de vergoeding voor de banken. We vragen dan ook aan minister Dermagne om de oefening meteen volledig te maken. Het laten zakken van de transactiekosten voor de banken is een zeer goede stap, maar er is nood aan een totaalplan over elektronisch betaalverkeer in België. We moeten vermijden dat de ene kost wordt verlaagd terwijl de andere verhoogt, zoals recent is gebeurd met de kosten die zijn aangerekend voor ‘anti-witwasverplichtingen’. Ook voor de andere kosten kan de Belgische overheid betere spelregels bepalen om de ondernemers te steunen. Hetzelfde geldt voor de vergelijkingstool die de minister wil lanceren voor elektronische betaaloplossingen voor handelaars. Als deze oefening goed wordt gemaakt, en effectief alle kosten in rekening worden gebracht, is dit een bijzonder waardevol hulpmiddel voor ondernemers. We doen een warme oproep om het dossier rond elektronisch betalen ruim en diepgaand vast te pakken.” 

Naast een beter regelgevend kader rekent UNIZO er op dat het aantal aanbieders en mogelijkheden om digitaal te betalen verder vergoot. Het merendeel van alle betalingen gebeurt nog steeds met de bankkaart, wat het meest vertrouwde middel is. Maar er zijn systemen zoals Payconiq by Bancontact die op een andere techniek werken en daardoor veel goedkoper zijn. Het komt er dus op aan die concurrentie te verhogen om meer van dat soort systemen in de markt te krijgen. 

Hoeveel kosten die verschillende betaalmiddelen? 

Het is helaas onmogelijk precies te zeggen hoeveel elektronisch betalen kost, omdat er zoveel methoden zijn, en elke methode meestal verschillende tariefformules kent. Maar stel dat de klant voor 20 euro  koopt, dan zal de kostprijs die de ondernemer voor die transactie betaalt ongeveer de volgende zijn:

  1. Bancontactbetaling: ongeveer 12 eurocent (hoe meer maandelijkse transacties hoe lager de prijs)
  2. Payconiq: 6 eurocent
  3. Kredietkaart: ongeveer 20 eurocent (Mastercard, Visa) tot € 0,6 (American Expres, Diners, …)
  4. Maaltijdcheque: ongeveer 20 eurocent
  5. Ecocheque: ongeveer 40 eurocent
  6. Cash: ongeveer 30 eurocent (Cash is niet gratis. Los van de manipulatiekost en het veiligheidsrisico is ook aan het storten van geld bij de bank een kostprijs verbonden). 

Stel dat de klant voor een groter bedrag aankoop, bijvoorbeeld 1000 euro, dan zal de kostprijs die de ondernemer betaalt ongeveer de volgende zijn:

  1. Bancontactbetaling: ongeveer 12 eurocent (hoe meer maandelijkse transacties hoe lager de prijs)
  2. Payconiq: 6 eurocent
  3. Kredietkaart: ongeveer 10 euro (Mastercard, Visa) tot 30 euro (American Expres, Diners, …)
  4. Maaltijdcheque: ongeveer 10 euro
  5. Ecocheque: ongeveer 25 euro
  6. Cash: ongeveer 29 eurocent

Bekijk hier het interview met Danny Van Assche op Kanaal Z.