“De aandacht voor arbeidsmigratie mag ons niet ontslaan van de collectieve verantwoordelijkheid om werkzoekenden en niet-actieven te activeren naar de arbeidsmarkt.” 

UNIZO vraagt om het arbeidsmigratiedebat met omzichtigheid te benaderen. “We hebben geen probleem met gerichte economische migratie, maar we moeten ons ook bewust zijn van de maatschappelijke gevolgen”, zegt UNIZO-topman Danny Van Assche. “Vooral de focus op het potentieel in ons land moet versterkt worden. De aandacht voor arbeidsmigratie mag ons niet ontslaan van de collectieve verantwoordelijkheid om werkzoekenden en niet-actieven te activeren naar de arbeidsmarkt.” 

 

Het tekort op de arbeidsmarkt zorgt voor zenuwachtigheid. Ondernemers zitten met de handen in het haar want ze krijgen de vacatures niet ingevuld. Om onze economie niet te laten stilvallen zijn oplossingen nodig. Een mogelijke piste is om inwoners van niet EU-landen aan te trekken om de beschikbare werkplaatsen in te vullen. Ook UNIZO ziet hier mogelijkheden, maar vraagt om zeer omzichtig om te gaan met het toelaten van arbeidsmigranten van buiten de EU. 

Danny Van Assche: “Gerichte economische migratie is een deel van de oplossing voor de kwantitatieve tekorten. We moeten ervoor zorgen dat België en haar gewesten voldoende aantrekkelijk zijn voor economische migranten. Ondernemers hebben nood aan een transparante procedure, waarmee ze snel weten of iemand mag komen en de juiste vergunningen heeft. Voor de migranten zelf moet een voldoende flankerend beleid worden uitgewerkt, van een warm welkom tot snelle procedures voor de diplomagelijkschakeling en goede informatie over onze maatschappij en de bijhorende mogelijkheden en verplichtingen.” 

Maar UNIZO wijst ook op de gevaren van arbeidsmigratie. Migranten kunnen hier ook in de werkloosheid terecht komen of langdurig ziek vallen, dat is op langere termijn nefast voor ons sociaal systeem. Door de begrijpelijke vraag naar gezinshereniging stijgt ook de druk op de vraag naar onderwijs, kinderopvang en huisvesting. Er moeten daarom zeer duidelijke regels, controles en handhaving aan arbeidsmigratie gekoppeld worden. 

Versterken arbeidsmobiliteit 

De ondernemersorganisatie vindt dat prioriteit moet liggen bij het activeren van de doelgroepen die nu al aanwezig zijn.  Een evidente is dan het versterken van de arbeidsmobiliteit tussen de provincies en de gewesten.

Danny Van Assche: “Vlaanderen heeft een zeer hoog aantal vacatures (bijna 70.000) die niet ingevuld geraken. Uit een recente peiling van UNIZO blijkt dat maar liefst de helft van de ondernemingen de vacatures simpelweg niet ingevuld krijgt. 88% geeft als belangrijkste reden het gebrek aan kandidaten. En toch is de vijver aan potentiële werknemers in Brussel en Wallonië zeer groot. Dat klopt niet. We moeten die barrière doorbreken.  In West-Vlaanderen waren twee jaar geleden dubbel zo veel Fransen aan de slag als Henegouwers. Brussel heeft een enorm arbeidspotentieel, maar de tewerkstellingsstroom is eenrichtingsverkeer. Als uit recente cijfers blijkt dat  van de 117.00 vacatures die de VDAB bezorgde aan Wallonië er slechts 51 werkzoekenden solliciteerden, dan is er toch overduidelijk iets mis. Brussel en Wallonië zijn gewoon laks. Zij moeten dringend een tandje bijsteken om te komen tot een actief arbeidsmarktbeleid. Dat houdt in een effectieve en efficiënte activering van de werkzoekenden en inactieve populatie, het meer invullen van vacatures en het kordaat en consequent controleren en sanctioneren wanneer nodig en dat over de gewestgrenzen heen.” 

UNIZO stelt voor dat, als Brussel en Wallonië het niet willen doen, de VDAB binnen de grenzen van de passende betrekking actief de boer opgaat in de andere gewesten. Bij gebrek aan steun moeten ze zelf werkzoekenden bemiddelen richting Vlaamse vacatures, waarbij VDAB dan ook effectief sancties kan uitspreken. Honderd jaar geleden verhuisden Vlamingen naar Wallonië om te werken.  Dit kan toch ook omgekeerd?
 

Langdurig zieken, werklozen en ouderen

Er zijn nog voor de hand liggende doelgroepen om te activeren.  UNIZO roept ook alle betrokken partijen op (bemiddelingsdiensten, werknemers, werkgevers) om het grote potentieel aan 60-plussers te (her)activeren op de arbeidsmarkt. Daarnaast moet er een meer doortastend beleid komen voor de terugkeer van bijna een half miljoen langdurig zieken naar het arbeidscircuit, een van de belangrijkste maatschappelijke uitdagingen van de volgende jaren. En vergeet niet de niet-beroepsactieve mensen, die we moeten verleiden naar de arbeidsmarkt.  Misschien zijn dit minder eenvoudige oplossingen, maar wel diegenen die we gewoon moeten doen.