UNIZO benadrukt belang van ondernemerschap op Dag van de Ondernemer
Vandaag, 22 november, vieren we voor de elfde keer de Dag van de Ondernemer, een initiatief van UNIZO om het ondernemerschap in ons land te vieren. België telt een recordaantal ondernemingen, waarin het aandeel van de kmo’s blijft toenemen, zowel in tewerkstelling als in toegevoegde waarde. UNIZO breekt een lans bij de federale regeringsonderhandelaars om, net zoals in het Vlaams regeerakkoord, bij elke nieuwe regelgeving een kmo-toets in te voeren. De ondernemersorganisatie benadrukt de noodzaak aan een daadkrachtige regering die de nodige hervormingen en besparingen doorvoert. “Het regeerakkoord zou doordrongen moeten zijn met het woord ‘zelfstandige’ en ‘kmo’”, zegt topman Danny Van Assche.
Op de Dag van de Ondernemer zet UNIZO het belang van ondernemers voor onze maatschappij en economie in de verf. We tonen dat we hun inzet, durf en doorzetting bewonderen en nodig hebben. Bijna 100 politici brengen samen met UNIZO een bezoek aan Vlaamse of Brusselse kmo om de ondernemerskracht te tonen én te ondersteunen.
Recordaantal ondernemingen
In tegenstelling tot het ambtenaren- en werknemersstatuut is het zelfstandigenstatuut de laatste jaren populairder geworden. De voorbije tien jaar is het aandeel van het aantal zelfstandigen in de totale werkzame bevolking van België gestegen van een vijfde in 2013 naar bijna een kwart vandaag. Eén op vier van wie werkt, is dus een ondernemer, in hoofdberoep, bijberoep of zelfs als gepensioneerde. Op 10 jaar tijd is het aantal ondernemers met 27,7 procent gestegen. Van 1.001.101 zelfstandigen in 2013 tot 1.279.170 in 2023.
“Net zoals de Vlaming een baksteen in de maag heeft, ademt de Vlaming ook het ondernemerschap”, zegt Vlaams minister van Economie Matthias Diependaele (N-VA). “Elke dag maken 200 Vlamingen hun droom waar door een eigen zaak te starten. Zij vormen de ruggengraat van onze samenleving en verdienen onze steun. Om de concurrentiepositie van onze kmo’s te vrijwaren, zorgt Vlaanderen voor de gepaste ruimte en zetten we in op rechtszekerheid.”
Het aantal starters neemt jaar na jaar toe. De laatste vijf jaar (2019 t.e.m. 2023) startte telkens meer dan 120.000 individuen met een zelfstandigenactiviteit. Het is duidelijk: de ondernemersmicrobe kriebelt bij steeds meer mensen.
“En dat is goed nieuws”, zegt Danny Van Assche. “Het zijn de ondernemers die zorgen voor de welvaart en vooruitgang in ons land. We zijn niet voor niets het grootste kmo-land van West-Europa. Kmo’s zijn de belangrijkste werkgever in onze economie.”
Daarmee zit het ondernemersstatuut trouwens als enige in stijgende lijn. Hoewel het aantal werknemers in absolute cijfers- de voorbije tien jaar ook is gestegen (van 3.090.387 naar 3.485.964 ) is het aandeel van het werknemersstatuut in de totale werkzame bevolking licht gedaald (van 66,5 procent in 2013 naar 65,8 procent in 2023). Het aantal ambtenaren gaat ook, terecht, achteruit. In 2023 had 1 op 10 werkenden een statuut als ambtenaar, terwijl dat in 2013 nog ongeveer 1 op 8 was.
Kmo’s zijn de ruggengraat van onze economie
Uit een analyse van UNIZO op basis van de RSZ- en Eurostat-cijfers van 2023 blijkt dat 50,4% van alle loontrekkenden in de private sector werkt bij kmo’s (tot 49wn) , in totaal goed voor anderhalf miljoen werknemers. In Duitsland is dit slechts 40,6%, in Frankrijk 39,3% en in Nederland:46,0%.
Kijken we specifiek naar kmo’s met 1 tot 9 werknemers, dan stellen zij evenveel personeel tewerk als de grote bedrijven met minstens 50 tot 250 werknemers. Telkens zo’n 1,1 miljoen koppen. En dat is dan nog exclusief de job die de zelfstandige ondernemer voor zichzelf creëerde. Zo maken de zelfstandigen samen met de werknemers die werken voor zelfstandigen 54% uit van de totale werkende bevolking.
Deze tewerkstellingscijfers tonen aan dat kmo’s de ruggengraat zijn van onze economie. Dat blijkt ook uit cijfers over de toegevoegde waardecreatie: 42,7 procent van alle toegevoegde waarde gecreëerd door private ondernemingen ontstaat in kmo’s tot 49 werknemers. Het aandeel van ondernemingen met 50 tot 249 werknemers bedraagt 15,9 procent en van grote ondernemingen met minstens 250 werknemers 41,5 procent. Vergelijken we het kmo-aandeel in de toegevoegde waardecreatie met onze buurlanden, dan scoort België een pak hoger. In Nederland gaat het om een aandeel van 35,7 procent, in Frankrijk om 31,3 procent en in Duitsland om 34,8 procent. Dit illustreert nog eens dat België een echt kmo-land is, het grootste van West-Europa.
KMO-vriendelijk beleid
Deze cijfers benadrukken het belang en de waarde van de kmo’s voor onze welvaart. UNIZO dringt aan op een snelle regeringsvorming met, net zoals in Vlaanderen, een duidelijk engagement voor een kmo-vriendelijk beleid en kmo-vriendelijke regelgeving. Kmo’s moeten een cruciale hoeksteen uitmaken van het federaal regeerakkoord met steeds een kmo-reflex bij nieuwe regelgeving.
“Deze regering moet zowel een hervormingsregering zijn, als een regering die de begroting onder controle brengt. Belangrijke werven als de fiscale hervorming met een lagere belasting op arbeid en de invoering van de ondernemersaftrek of de aanpak van administratieve rompslomp mogen niet verwateren tot gemorrel in de marge. Ook het wegwerken van de verschillen in de pensioenstelsels, het invoeren van meer maatregelen tegen oneerlijke (buitenlandse) concurrentie, het verhogen van de toekenning van overheidsopdrachten aan kmo’s en het voorzien van waarborgen om enorme loonkoststijgingen te vermijden in de toekomst zoals een duurzaamheidsindex moeten hoog op de agenda staan. We rekenen nu op de verantwoordelijkheid van alle betrokken partijen”, aldus Danny Van Assche.