UNIZO hekelt aanval op doelgroepkorting eerste aanwerving: “Vakbonden horen jobcreatie aan te moedigen, in plaats van er strijd tegen te voeren.”
UNIZO reageert verbaasd op het voorstel van het ABVV om de doelgroepkorting voor de eerste aanwerving af te schaffen. Miranda Ulens opperde gisteren in De Zevende Dag dat ‘op een ogenblik dat er arbeidskrapte deze maatregel niet nodig is’.
“We begrijpen niet waar deze aanval plots vandaan komt”, reageert UNIZO-topman Danny Van Assche. “Het is zorgwekkend dat de pijlen worden gericht op de kleine ondernemers. De vermindering van de sociale bijdrage voor de eerste aanwerving staat los van de krapte op de arbeidsmarkt. Het is een broodnodige steun voor zelfstandigen die de stap naar werkgeverschap nemen en dus jobs en welvaart creëren. De vakbonden horen die jobcreatie aan te moedigen, in plaats van er strijd tegen te voeren.”
Dankzij de doelgroepvermindering 'eerste aanwerving' kan een ondernemer een vermindering van de werkgeversbijdrage krijgen voor de aanwerving van de eerste drie werknemers. Voor de eerste werknemer kan dit oplopen tot een RSZ-korting van 3100 € per kwartaal. Om in aanmerking te komen voor deze maatregel zijn er een aantal voorwaarden. Zo moet het gaan over een werkgever uit de privésector die voor de eerste keer personeel aanwerft of na de eerste of tweede werknemer bijkomend personeel in dienst neemt. De nieuw aangeworven werknemer mag ook geen werknemer vervangen die in de laatste 12 maanden in dezelfde technische bedrijfseenheid was tewerkgesteld.
“Een eerste werknemer aanwerven is een belangrijke stap die niet alleen leidt tot extra loonkosten, maar ook veel extra administratie en verantwoordelijkheid”, zegt Danny Van Assche. “De aard van de onderneming verandert. Bovendien is het vaak onzeker of die aanwervingen wel rendabel zullen zijn. Daarom is net die loonlastmindering zo belangrijk, om de overgang van zelfstandige zonder personeel naar werkgever op een verantwoorde manier aan te vatten. En zo kan men gewoon worden aan de gigantische rompslomp die daarbij komt kijken.”
Volgens de laatste begrotingstabellen kosten de plusplannen 678.237.000 euro in 2024 en 681.243.000 in 2025. Het lijkt dus straf dat er bij het schrappen ‘1 miljard’ kan bespaard worden. Vergeleken met het totaaltekort in de sociale zekerheid van meer dan 6,5 miljard is het duidelijk dat er andere prioritaire werven zijn om aan te pakken zoals de gelijkstellingen van niet-gewerkte met gewerkte periodes voor de pensioenberekening, de beperking van de werkloosheidsuitkering in de tijd en de re-integratie van langdurig zieken op de arbeidsmarkt.