UNIZO reageert positief op de voorstellen die minister van Volks­gezondheid Frank Vandenbroucke lanceert om zieke werknemers en zelfstandigen strakker te laten opvolgen door de zieken­fondsen. “De minister schakelt terecht een versnelling hoger. Met het toenemend aantal langdurig zieken is het noodzakelijk om een minder vrijblijvende aanpak te hanteren. Hopelijk krijgen deze voorstellen de steun van de andere partijen en worden ze snel uitgerold ”, zegt UNIZO-topman Danny Van Assche. Een belangrijk aandachtspunt blijft wel de beschikbaarheid van voldoende personeel, waaronder artsen en verpleegkundigen, om ervoor te zorgen dat de dossiers effectief worden opgevolgd. UNIZO roept ook op om naast de ziekenfondsen ook de rol van de arbeidsregisseurs te versterken, zodat wie terug aan de slag kan snel de keuze heeft uit meerdere opties.

Wie ziek valt moet volgens het wetsvoorstel na vier, zeven en elf maanden verplicht een fysieke afspraak met het ziekenfonds ­hebben, zo schrijft De Tijd vandaag. Op die manier wil de minister het stijgend aantal langdurig zieken weer aan het werk krijgen. “Dit is een zeer terecht en sterk voorstel”, zegt Danny Van Assche. “Door periodieke en vaste controles in de evaluatieprocedure arbeidsongeschiktheid te bouwen, moet er op meer momenten nagegaan worden of de betrokkenen inderdaad nog steeds (volledig) arbeidsongeschikt zijn. Dit is een belangrijke eerste stap naar een beleid dat gericht is op het activeren van langdurig zieken.”

Het boetesysteem voor bedrijven waar dubbel zoveel werknemers ­uit­vallen als bij sectorgenoten valt in minder goede aarde bij de ondernemersorganisatie. UNIZO benadrukt dat er heel veel goede wil aanwezig is bij kmo-werkgevers om de re-integratie van langdurig zieke medewerkers te doen slagen. Danny Van Assche: “Het beboeten van werkgevers is niet de oplossing om re-integratie te bevorderen. Wel is er nood aan betere en meer geschikte ondersteuning voor werkgevers om in te spelen op de noden van wie na lange afwezigheid het werk weer opneemt.” 

Nood aan bijkomende maatregelen 

UNIZO hamert op de noodzaak van bijkomende maatregelen. Ten eerste moet, naast de rol van de ziekenfondsen, ook die van de arbeidsmarktregisseurs versterkt worden. Zij vervullen immers de cruciale taak om mensen naar werk te begeleiden. Een snelle en automatische doorverwijzing van de arts naar de VDAB is van essentieel belang om langdurig zieken effectief op te volgen en de re-integratiemogelijkheden op de bredere arbeidsmarkt snel te benutten. “Er is bij kmo-werkgevers veel goede wil om re-integratie te laten slagen, maar re-integreren is in kmo’s, omwille van de beperkte omvang, nu eenmaal niet altijd mogelijk”, stelt Danny Van Assche. Als er binnen een bepaalde werkcontext daarom geen opties zijn, wat bij kmo’s vlugger gebeurt, moet men onmiddellijk de mogelijkheden bij andere werkgevers verkennen. De VDAB is het beste geplaatst om te bepalen waar en hoe de verder aan de slag te gaan, ook in een ander bedrijf als dat nodig is.” 

In dat opzicht is er in de samenwerkingsakkoorden die vandaag zijn afgesloten tussen het RIZIV en de tewerkstellingsdiensten nog ruimte voor verbetering. De ambitie om in Vlaanderen 10 000 mensen opnieuw naar werk te begeleiden is te beperkt. In Brussel gaat het over 600 mensen. Ook hier moet een versnelling hoger geschakeld worden, met een verhoogde ambitie van het aantal mensen dat hier onder kan vallen.

Laten we daarnaast ook de essentiële rol van de arbeidsartsen niet vergeten. Voor werknemers met een arbeidscontract zijn zij het beste geplaatst om de werkmogelijkheden van de betrokkene te beoordelen.

Danny Van Assche: “Verplicht daarom ook hier sneller, idealiter al na vier weken ziekte, een informatiemoment bij de arbeidsarts om samen met de werknemer en de werkgever de re-integratiemogelijkheden te bekijken. Tijdens dit moment geeft de arbeidsarts of het verpleegkundig personeel dan duiding over de verschillende soorten re-integratietrajecten en word de werknemer geïnformeerd over de rol van de arbeidsmarktregisseur.” 

Het is duidelijk dat de re-integratie van langdurig zieken een complex verhaal is , met heel wat betrokken actoren. Daarom is een goede samenwerking en communicatie van essentieel belang. UNIZO pleit voor een (digitaal) gedeeld re-integratiedossier komen waartoe alle betrokken partijen toegang hebben en dient de samenwerking tussen de verschillende soorten artsen via een onlinecommunicatie platform (TRIO) te worden versterkt. Dit maakt het mogelijk om in het kader van re-integratietrajecten medische gegevens, verslagen en informatie uit te wisselen over individuele dossiers. “Gedegen onderlinge communicatie tussen álle stakeholders, tussen alle artsen, maar ook tussen werkgever en zijn langdurig zieke werknemer, is een belangrijke sleutel tot een succesvolle re-integratie”, besluit Van Assche.