De UBO-registratie verloopt moeizaam. Niet alleen zijn nog tienduizenden bedrijven en vzw’s niet geregistreerd, ondernemers die het wel gebruiken botsen op trage processen en verplichte repetitieve meldingen. Bovendien vragen andere instellingen, zoals banken, nog eens precies dezelfde informatie op. UNIZO roept op om het systeem kmo-vriendelijk te maken.  Dat kan door snellere digitale processen en het schrappen van de meldingsplicht als er niets wijzigt. 

Sinds 2019 moet iedereen die een vennootschap heeft in het UBO-register (Ultimate Beneficial Owners) registreren wie de uiteindelijke begunstigde is van de vennootschap. De overheid voegde deze Europese verplichting in in het kader van de anti-witwaswetgeving. Er zijn vandaag nog steeds meer dan dertigduizend bedrijven en vzw’s die hier niet aan voldoen. Door de later ingevoerde verplichting om ook bewijsstukken in te voeren, zijn er zelfs tweehonderdduizend niet in regel, zo blijkt uit cijfers van de FOD Financiën.  Zij riskeren nu een boete van de fiscus. 

UNIZO hekelt de logheid van het systeem en de administratieve rompslomp die deze verplichting met zich meebrengt. “Dat er een registratiesysteem is, à la bonheur, maar het is wel het zoveelste”, zegt topman Danny van Assche. “Bovendien moeten ondernemers meerdere keren dezelfde informatie ingeven, zeker wanneer alle aandeelhouders reeds zijn opgelijst in de oprichtingsakte van de vennootschap. In plaats van nu boetes op te leggen, zou men beter het heel systeem vereenvoudigen. Het is voor ondernemers trouwens bijzonder ergerlijk dat ze dezelfde informatie nog eens moeten verzamelen voor het verrichten van bankzaken.” 

De ondernemersorganisatie vraagt om het UBO-register kmo-vriendelijk te maken. “In tijden van digitalisering en artificiële intelligentie zijn er geen excuses om te vergoelijken dat procedures traag zijn of dezelfde informatie meerdere keren wordt opgevraagd. Maak het UBO-register kmo-proof: heilig het ‘only once’-principe, geen meldingsplicht tenzij er iets te melden valt en zorg dat banken niet dezelfde informatie komen opvragen", besluit Danny Van Assche.