UNIZO ziet belangrijk lichtpunt in nieuwste Leegstandsrapport Locatus, maar...: "Eerste prille daling leegstand maakt de lente nog niet"
Voor het eerst sinds de start van de metingen in 2008 klokt het leegstandsrapport van Locatus af op een minieme daling van het aantal leegstaande winkelpanden, met 0,2%. Ook in oppervlakte zien we een kleine afname van de leegstand, met 0,3%, weliswaar goed voor ruim 100.000 m² aan leegstaande handelsruimte. "Een belangrijke knik ik de curve, maar voor een 'hoera'-stemming is het nog veel te vroeg", aldus Danny Van Assche, gedelegeerd bestuurder van UNIZO. "Er is nog veel werk aan de winkel om de leegstandscijfers drastischer omlaag te krijgen en om de noodzakelijke versterking van onze kernen te realiseren."
Sinds 2008 nam het aantal leegstaande winkelpanden almaar toe, van 5,1% tot 11,8% in 2020. Aan die stijgende trend kwam in 2021 een einde, met een eindscore van 11,6%. Het aantal leegstaande vierkante meter retailoppervlakte daalde tussen 2020 en 2021 van 10,1% naar 9,8%. "Als je ziet van waar we komen, is dit een hoopgevend signaal", erkent Danny Van Assche van UNIZO. "Maar we zijn er nog lang niet. We zien nog altijd een relatief grote leegstand van panden in de kernen en hoofdwinkelgebieden - vooral die in de grotere steden - met percentages variërend tussen 11% en 17,9%. Hier is zelfs nog sprake van een lichte stijging."
Positiever is het gesteld in de kleinere en middelgrote winkelgebieden, waar de leegstand over het algemeen afneemt. "We schrijven dit onder meer toe aan de herontdekking van de lokale detailhandel door de consument, onder impuls van corona", plaatst Danny Van Assche de cijfers in perspectief. "Toen heel wat handelszaken verplicht moesten sluiten, begonnen klanten pas ten volle te beseffen wat het betekent om te moeten leven zonder winkelaanbod in je eigen buurt. Ze misten hun winkels om de hoek en zijn die na de heropening opnieuw gaan bezoeken. Maar ook handelszaken die nooit hebben moeten sluiten, zoals bakkers, slagers... werden herontdekt, toen klanten hun actieradius gingen beperken en grote verkoopsoppervlakten met veel volk begonnen te vermijden. De betere, vaak ambachtelijke kwaliteit van de lokale vakman deed de rest. Het komt er nu op aan om dat vast te houden. Een andere, eveneens belangrijke verklaring voor de daling van de leegstand is de invulling van handelspanden met andere functies, wat helemaal aansluit bij het door ons gepropageerde model van 'bedrijvige kernen'. Daar dragen, naast handel en horeca, ook diensten, vrije beroepen, kleinschalige ambachtelijke activiteiten... bij tot de aantrekkingskracht van onze centra."
In de periferie neemt de leegstand, weliswaar heel licht toe, blijkt uit het Locatus-rapport. "Nu de trend is ingezet moeten de bevoegde overheden hem te baat nemen om hier een heel ander beleid te gaan voeren", speelt Danny Van Assche hier op in. "In dit verband pleiten we al enige tijd voor het invoeren van een zogenaamde 'winkelshift', naar analogie met de 'bouwshift', waarbij geen nieuwe grootschalige winkeloppervlaktes buiten de centra meer worden vergund en waarbij zelfs een uitdoofbeleid wordt gevoerd waar dat kan. De winkelconcentraties die in het verleden nog werden toegestaan op bedrijventerreinen, kunnen zo een reconversie krijgen naar hun oorspronkelijke bestemming en dus alsnog echte kmo-zones worden."
Intussen dringt UNIZO andermaal aan op een duidelijke afbakening van zowel de 'kernwinkelgebieden' als de 'winkelarme gebieden', zoals voorzien in het Integraal Handelsvestigingsbeleid van de Vlaamse overheid. Daar bovenop moet er volgens UNIZO extra worden ingezet op de realisatie van meer bedrijvige kernen. De lokale besturen dragen hierin een belangrijke rol en verantwoordelijkheid. Maar het is aan de Vlaamse overheid om daarbij de nodige ondersteuning en houvast te geven. De ondersteuning kwam er al, onder meer met de inzet van zogenaamde 'Profploegen'. "Nu nog de nodige houvast en richtsnoeren door de opmaak van een Vlaams detailhandelsbeleidsplan", besluit Danny Van Assche. "Daar is al lang sprake van, maar het moet er nu ook effectief komen."
Meer weten? Contacteer UNIZO-woordvoerder Gerrit Budts
M 0479/73 28 93 - E-mail: gerrit.budts@unizo.be