Om de stijging van de vergrijzingskosten onder controle te brengen hervormt de nieuwe federale regering de pensioenen grondig. UNIZO is tevreden over de grote speerpunten bij deze hervorming:

  • Het pensioenbedrag wordt beter afgestemd op de effectief gewerkte periodes, zodat het verschil tussen werken en niet werken groter wordt. De periodes van moederschapsrust, vaderschapsverlof en andere zorgverloven tellen als gewerkte periodes.
  • Nieuwe stappen worden gezet om verschillen tussen de pensioenen van zelfstandigen, werknemers en ambtenaren te verkleinen. UNIZO is tevreden dat daarbij geharmoniseerd wordt op basis van de strengste regels (meestal zelfstandigen) in plaats van te harmoniseren op het voordeligste stelsel.
  • De verworven rechten worden beschermd. Dit betekent dat er niet geraakt wordt aan de al opgebouwde pensioenrechten. En er komen overgangsmaatregelen voor wie dicht bij zijn pensioen staat. Over de concrete overgangsmaatregelen bestaat nog geen duidelijkheid, daarover zal de regering onderhandelen met de sociale partners, ook met UNIZO.

Het vervroegd pensioen wordt hervormd en geharmoniseerd. UNIZO pleit ervoor om een grotere individuele vrijheid toe te laten, in ruil voor een grotere persoonlijke verantwoordelijkheid. De voorgestelde hervorming weerspiegelt dat idee:

  • Voor zelfstandigen blijft een vervroegd pensioen mogelijk vanaf 63 jaar na 42 jaar loopbaan met elk jaar minstens 2 kwartalen bijdragebetaling of gelijkstelling. Voor werknemers en ambtenaren worden de regels daarop geharmoniseerd: vanaf 2027 moeten ze 42 jaren loopbaan hebben met minstens halftijdse prestaties of een half jaar gelijkstelling (vandaag volstaat 1/3 van een voltijdse prestatie of gelijkstelling).
  • Nieuw is de invoering van een malus voor wie vervroegd met pensioen gaat. Dit betekent dat je pensioen met 2% verminderd wordt, voor elk jaar dat je vroeger met pensioen gaat. In 2040 stijgt dit percentage naar 4% per jaar vervroeging en in 2050 naar 5%. Dit is een logische maatregel, want vandaag is het financieel voordeliger om zo vroeg mogelijk met pensioen te gaan. Door de malus draag je dus zelf de gevolgen en de verantwoordelijkheid voor je persoonlijke keuze.
  • Maar heb je een voldoende lange effectieve loopbaan, dan zal de malus niet toegepast worden.  Zitten in de 42 jaar loopbaan die je nodig hebt om vervroegd met pensioen te gaan minstens 22,5 jaar effectieve prestaties (90 kwartalen bijdragebetaling als zelfstandige), dan kun je zonder malus vervroegd met pensioen gaan. Kom je niet aan die 22,5 jaar, maar wel aan 35 kalenderjaren met telkens 2 kwartalen bijdragebetaling of minstens halftijdse effectieve prestaties (17,5 jaar in voltijdse equivalenten), dan zal ook geen malus toegepast worden.
  • En wie een lange effectieve loopbaan heeft, zal vanaf 2027 al op de leeftijd van 60 jaar zonder malus op pensioen kunnen gaan. Je moet daarvoor minstens 42 jaar gewerkt hebben, met elk jaar minstens 3 kwartalen bijdragebetaling als zelfstandige of minstens 75% effectieve prestaties als werknemer of ambtenaar (dit zijn gemiddeld 3,75 werkdagen per week, iets minder dan 4/5 tewerkstelling).
  • Bescherming van verworven rechten: wie in 2025 al vervroegd met pensioen kon zonder malus, behoudt dit recht. En er komen overgangsmaatregelen voor wie geboren in 1966 of vroeger.

Om langer werken aan te moedigen, zal de pensioenbonus hervormd worden. Alleen wie na de wettelijke pensioenleeftijd (vandaag 66 jaar) blijft werken, zal een pensioenbonus ontvangen. Voor elk jaar dat je langer werkt zal je pensioenbedrag met 2% stijgen. In 2040 stijgt dit percentage naar 4% per jaar dat je langer werkt en in 2050 naar 5%.

Voor de berekening van het pensioenbedrag mag tegen 2031 mag nog maximum 20% van de loopbaan uit gelijkgestelde periodes bestaan.  Een voorbeeld: wanneer iemand 45 jaar loopbaan heeft, waarvan 15 jaar gelijkgesteld is, dan is 1/3e van de loopbaan gelijkgesteld. In dat geval zal het pensioen berekend worden op basis van 39 jaar loopbaan. Deze maatregel wordt geleidelijk ingevoerd. In 2027 mag nog 40% van de loopbaan uit gelijkgestelde periodes bestaan, in 2028 35%, in 2029 30% en in 2030 25%.

Voor het minimumpensioen heb je nog altijd 30 jaar loopbaan nodig, maar dit worden 30 jaar effectieve loopbaan of 30 jaar bijdragebetaling als zelfstandige. In de toekomst zal een eventuele ambtenarenloopbaan ook meetellen voor de 30 jaar. Het gezinspensioen zal na een lange overgangsperiode afgeschaft worden, behalve voor het minimumpensioen.

Voordelige stelsels waardoor ambtenaren en leerkrachten vroeger met pensioen kunnen of sneller een volledig pensioen hebben, worden geleidelijk afgeschaft.

Specifiek voor zelfstandigen is UNIZO tevreden dat onderzocht zal worden of pensioenrechten toegekend kunnen worden voor het overbruggingsrecht. Het overbruggingsrecht is een werkloosheidsuitkering voor zelfstandigen, na een faillissement, een gedwongen onderbreking (bv. brand) of de stopzetting om economische redenen.

Aanvullende pensioenen

Ook in de aanvullende pensioenen worden een aantal hervormingen doorgevoerd. UNIZO kan met de meeste maatregelen instemmen omdat bestaande regels vaak onduidelijk zijn.

  • De 80%-regel wordt hervormd. UNIZO is zeer tevreden dat hij blijft bestaan, want dit betekent dat de mogelijkheid om een aanvullend pensioen op te bouwen niet fundamenteel ingeperkt wordt. De bestaande 80%-regel zegt dat werkgevers en vennootschappen bijdragen voor een aanvullend pensioen fiscaal kunnen aftrekken wanneer de som van het geschatte toekomstige pensioen (aanvullende en wettelijke pensioenen samen) maximum 80% bedraagt van het laatste loon. Deze werkwijze op basis van schattingen zorgt voor veel onduidelijkheid en discussies. De hervormde 80%-regel zal rekening houden met de al gepresteerde loopbaan. Wie bijvoorbeeld al 20 jaar loopbaan heeft, zal in de toekomst een aanvullend pensioen kunnen opbouwen van maximum 20/40e x 80% x laatste loon (dit voorbeeld is sterk vereenvoudigd om het idee te verduidelijken).
     
  • Bij de berekening van Wijninckxbijdrage (een bijdrage van 3% op hoge stortingen voor aanvullende pensioenen) zal in de toekomst rekening gehouden worden met de echte wettelijke pensioenrechten, in plaats van een geschat wettelijk pensioen. De Wijninckxbijdrage moet alleen betaald worden wanneer het totale pensioen (wettelijk en aanvullend samen) omgezet in een jaarlijkse rente, hoger is dan 93.760,79 euro. UNIZO betreurt wel de aangekondigde verhoging van de Wijninckxbijdrage, maar we weten nog niet hoe sterk de Wijninckxbijdrage verhoogd wordt.
     
  • Bij de uitbetaling van een aanvullend pensioen van minstens 24.789,35 euro is een solidariteitsbijdrage van 2% verschuldigd. Voor pensioenkapitalen van minstens 150.000 euro zal een hogere solidariteitsbijdrage ingevoerd worden. Deze hogere solidariteitsbijdrage zal alleen gelden voor de schijf vanaf 150.000 euro. UNIZO vindt deze drempel veel te laag, want het is belangrijk een voldoende hoog aanvullend pensioen op te bouwen.
     
  • Er zal geen premietaks (4,4%) meer geïnd worden op de bijdragen die een zelfstandige met een eenmanszaak stort in zijn Pensioenovereenkomst voor Zelfstandigen (POZ).
     
  • De maximumbijdrage voor een Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen (VAPZ) stijgt van 8,17% naar 8,5% van het netto belastbaar inkomen van 3 jaar voordien. Ook de bijdrage van het Sociaal VAPZ stijgt, waarschijnlijk van 9,4% naar 9,78% van het netto belastbaar inkomen.
     
  • UNIZO vindt het positief dat ook zelfstandigen in bijberoep vanaf 2027 bijdragen kunnen storten voor een (Sociaal) Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen.
     
  • Tot slot wordt onderzocht hoe de uitbetaling van een aanvullend pensioen onder de vorm van een maandelijkse rente fiscaal voordeliger gemaakt kan worden.