Het vaststellen van wie verantwoordelijk is voor onderhoud en herstellingen aan een gehuurd onroerend goed kan soms ingewikkeld zijn. Zowel de huurder als de verhuurder hebben specifieke verplichtingen volgens de toepasselijke huurwetgeving. Hieronder vind je een overzicht van de verantwoordelijkheden volgens het gemeen huurrecht, handelshuur en woninghuur.
Onderscheid naargelang de situatie
GEMEEN HUURRECHT
Indien er geen specifieke regeling, zoals handelshuur of woninghuur, van toepassing is, gelden de regels van het gemeen huurrecht. Dit geldt bijvoorbeeld voor de huur van een opslagruimte of kantoorruimte.
In het algemeen is de huurder verantwoordelijk voor het kleine onderhoud van het gehuurde goed, dat nodig is door het gebruik ervan. De huurder moet ook instaan voor schade die door zijn toedoen is ontstaan en voor kleine herstellingen. Deze kleine herstellingen betreffen beperkte schade waarvan vermoed wordt dat deze het gevolg is van een fout of nalatigheid van de huurder, bijvoorbeeld als hij het gehuurde goed onjuist heeft gebruikt of niet goed heeft onderhouden.
De verhuurder is verplicht het gehuurde goed in goede staat van onderhoud te leveren en te behouden, zodat het geschikt blijft voor het overeengekomen gebruik. Tijdens de huurperiode moet de verhuurder alle noodzakelijke herstellingen uitvoeren, behalve die waarvoor de huurder verantwoordelijk is. De verhuurder is bovendien verantwoordelijk voor herstellingen als gevolg van ouderdom, slijtage of overmacht.
Bij een gemeenrechtelijke huur is het mogelijk om van deze verdeling af te wijken in het voordeel van de verhuurder.
HANDELSHUUR
De huurder heeft het recht om het gehuurde goed geschikt te maken voor zijn onderneming. Hij mag hiervoor de nuttige werken uitvoeren. Meer informatie vind je hier.
De handelshuurwet vermeldt geen specifieke regels over wie welke herstellingen betaalt tijdens de huurperiode. Verhuurder en huurder kunnen dus in het contract zelf preciseren wie welke soort herstellingen ten laste zal nemen, zolang dat maar op een ondubbelzinnige manier gebeurt, en de overeengekomen verdeling redelijk en evenwichtig is.
Staat er toch niets in het contract of zijn de bepalingen daarover onduidelijk, dan val je terug op de regels van het gemeen recht die gelden voor huur (zie hierboven).
WONINGHUUR
Als de huurder zijn hoofdverblijfplaats in het pand heeft, is de woninghuurwet van toepassing. Voor woninghuurovereenkomsten gesloten na 1 januari 2019 is het Vlaams Woninghuurdecreet van toepassing. Hierbij vind je de belangrijkste principes voor onderhoud en herstelling bij woninghuur:
- Normale slijtage of overmacht: De verhuurder is verantwoordelijk voor slijtage door ouderdom of schade door onvoorziene omstandigheden (zoals storm of brand).
- Kleine herstellingen: De huurder is verantwoordelijk voor kleine herstellingen. Een niet-limitatieve opsomming van kleine herstellingen kan je vinden in de brochure van de Vlaamse Overheid over het Vlaams Woninghuurdecreet.
- Foutief gebruik: Beschadigingen door onzorgvuldig gebruik of verwaarlozing zijn voor de huurder.
- Onderhoud en reiniging: Het dagelijks onderhoud en de schoonmaak van de woning zijn de verantwoordelijkheid van de huurder.
- Onderhoud van technische installaties: De huurder moet technische installaties onderhouden volgens de instructies van de fabrikant, verstrekt door de verhuurder. Dit kan gaan over ventilatie, zonneboilers, warmtepompen, …
- Meldingsplicht voor de huurder: De huurder moet de verhuurder tijdig op de hoogte brengen van noodzakelijke herstellingen. Bij nalatigheid moet de huurder zelf instaan voor de herstellingen en eventuele gevolgschade.
- Vakkundige herstellingen: De huurder mag alleen zelf kleine herstellingen uitvoeren als hij hiervoor bekwaam is. Onvakkundige herstellingen zijn de verantwoordelijkheid van de huurder.
- Afwijkingen ten gunste van de huurder: Afspraken in het huurcontract kunnen altijd in het voordeel van de huurder afwijken van deze algemene regels.