Overbruggingsrecht
Als zelfstandige heb je recht op een overbruggingsrecht wanneer je moet stoppen met werken of wanneer het slecht gaat met jouw onderneming. Op deze pagina lees je er alles over.
Informatie
Heb je recht op een uitkering bij een stopzetting of faillissement?
Je hebt als zelfstandige recht op een uitkering overbruggingsrecht van je sociaal verzekeringsfonds wanneer je gedwongen bent om tijdelijk of definitief te stoppen met werken. Ook wanneer jouw onderneming in economische moeilijkheden zit, heb je soms recht op een uitkering. Het overbruggingsrecht is dus een soort werkloosheidsuitkering voor zelfstandigen, maar dan beperkt in de tijd en zonder verdere opbouw van pensioenrechten. Telkens je er beroep op doet eindigt het overbruggingsrecht na maximum 12 maanden. Soms is de duur korter.
Ook bij korte onderbrekingen, van minstens 7 dagen, heb je recht op het overbruggingsrecht. Per week onderbreking ontvang je 25% van het volledige maandbedrag.
Via de links krijg je een antwoord op de volgende vragen:
- Wat wordt bedoeld met een gedwongen stopzetting of onderbreking?
- Wanneer heb je recht op een overbruggingsrecht bij een stopzetting om economische moeilijkheden?
- Wat zijn de algemene voorwaarden?
- Hoe lang kun je de uitkering ontvangen?
- Hoe hoog is de uitkering? kun je het overbruggingsrecht met andere uitkeringen cumuleren? En welke andere sociale rechten zijn eraan gekoppeld?
- Mag je het overbruggingsrecht combineren met een beroepsactiviteit?
- Hoe de aanvraag indienen?
Fout opgemerkt? Laatst gewijzigd: 27/08/2024
Wat is een gedwongen stopzetting of onderbreking?
Je hebt recht op een overbruggingsrecht wanneer je gedwongen bent om je zelfstandige activiteiten stop te zetten of ze tijdelijk te onderbreken. Een gedwongen stopzetting of onderbreking is wanneer je door een gebeurtenis buiten jouw wil om moet stoppen met werken. Ben je arbeidsongeschikt door een ziekte of een ongeval, dan moet je ziekte-uitkeringen aanvragen.
We geven enkele voorbeelden:
- Je onderneming gaat failliet.
- Door schade aan gebouwen, bijvoorbeeld na een brand of bij waterschade moet je tijdelijk sluiten om de schade te herstellen.
- Door schade aan je werkmateriaal is het onbruikbaar en kun je voorlopig niet meer werken. Een zelfstandige vrachtwagenchauffeur zal bijvoorbeeld recht hebben op een uitkering wanneer zijn enige vrachtwagen na een ongeval onbruikbaar is.
- Door een gebeurtenis zoals een grote elektrische panne kun je niet werken. Ook bij ernstige hinder door wegenwerken, op voorwaarde dat je het verlies kunt beperken door te sluiten, kun je een uitkering aanvragen.
- Door de uitoefening van je beroep ontwikkelde je een allergie. Bakkers kunnen bijvoorbeeld farinose of bakkersastma krijgen, een allergie voor bloem.
- Een andere economische actor neemt een beslissing waardoor je gedwongen bent te stoppen. Bijvoorbeeld: wanneer een bank of een verzekeringsmaatschappij de samenwerking beëindigt met een zelfstandige bank- of verzekeringsagent. Wanneer een grote keten jou wegconcurreert omdat ze bij jou in de buurt een nieuwe vestiging openden. Wanneer jouw enige klant besliste om met een andere leverancier of onderaannemer samen te werken. Wanneer jouw enige of grootste klant failliet gaat.
Buiten jouw wil om, betekent dat je niet bewust de situatie veroorzaakte waardoor je niet meer kunt werken:
- Baat je bijvoorbeeld een kinderopvang uit die moet sluiten omdat de Vlaamse overheid klachten kreeg, dan heb je alleen recht op een uitkering wanneer de sluiting achteraf onterecht blijkt te zijn. Dien in zo'n geval wel onmiddellijk de aanvraag in, want laattijdige aanvragen worden nooit aanvaard terwijl weigeringsbeslissingen wel herzien kunnen worden.
- Is jouw vrachtwagen onbruikbaar na een ongeval zonder dat je bewust een zware fout maakte, dan heb je recht op een uitkering. Maar was je dronken of negeerde je een rood licht, dan heb je geen recht op een uitkering.
- Wordt je veroordeeld voor een frauduleus faillissement, dan heb je geen recht op een uitkering.
Fout opgemerkt? Laatst gewijzigd: 27/08/2024
Wanneer zit je in economische moeilijkheden?
Zit jouw onderneming in economische moeilijkheden, dan heb je mogelijk recht op een overbruggingsrecht. Je moet je onderneming dan definitief stopzetten en je moet één van de volgende voorwaarden vervullen:
- Je verdient maximum 16.861,46 euro in het jaar van de stopzetting en het jaar daaraan voorafgaand. Ben je meewerkende echtgenoot, dan mag jouw persoonlijke bezoldiging niet hoger zijn dan 7.407,24 euro. Deze bedragen komen overeen met de inkomstendrempel waarop de wettelijke minimumbijdrage berekend wordt.
- Je kreeg een vrijstelling van bijdragen van het RSVZ voor minstens 1 kwartaal of voor regularisatiebijdragen. Het RSVZ moet de beslissing tijdens de laatste 12 maanden genomen hebben, maar de vrijgestelde kwartalen mogen verder in het verleden liggen.
- Of je ontving voor de stopzetting al een leefloon van het OCMW.
Was je bestuurder, zaakvoerder of werkend vennoot, dan gelden 2 bijkomende voorwaarden:
- De ontbinding en vereffening van de vennootschap moet opgestart zijn.
- En de vereffening mag jou maximum 33.722,92 euro opleveren. Dit bedrag komt overeen met 2 keer de minimumdrempel hoofdberoep.
Fout opgemerkt? Laatst gewijzigd: 27/08/2024
Voorwaarden voor het verkrijgen van het overbruggingsrecht
Om recht te hebben op het overbruggingsrecht moet je niet alleen gedwongen zijn om te stoppen met werken of in economische moeilijkheden zitten, je moet ook een aantal algemene voorwaarden vervullen om. Die zijn:
- Voorafgaand aan de stopzetting of onderbreking moet je minstens 4 kwartalen aangesloten zijn als zelfstandige in hoofdberoep of meewerkende echtgenoot.
- Tijdens de laatste 4 jaar (16 kwartalen) voorafgaand aan het overbruggingsrecht, moet je voor minstens 4 kwartalen sociale bijdragen betaald hebben. Ook kwartalen waarvoor je geen bijdrage moest betalen omdat je ziek was, tellen mee.
- Je moet in België wonen.
Je mag het overbruggingsrecht wel combineren met een andere uitkering, op voorwaarde dat je toestemming had om de andere uitkering met een zelfstandige activiteit te combineren. En in sommige gevallen kun je het overbruggingsrecht tijdelijk met de heropstart of een nieuwe beroepsactiviteit combineren.
Was je maximum 15 jaar zelfstandige? En had je recht op werkloosheidsuitkeringen voordat je zelfstandige werd? Dan vraag je best tegelijkertijd het overbruggingsrecht en werkloosheidsuitkeringen aan, want ze zijn combineerbaar. Dit heeft 2 voordelen:
- Je bouwt dankzij de werkloosheidsrechten pensioenrechten op. Aan het overbruggingsrecht zijn geen pensioenrechten gekoppeld.
- De uitkering van het overbruggingsrecht zal verminderd worden met het bedrag van de werkloosheidsuitkeringen. Maar omdat de werkloosheidsuitkeringen niet beperkt zijn in de tijd, behoud je de werkloosheidsuitkeringen nadat het overbruggingsrecht eindigde.
Fout opgemerkt? Laatst gewijzigd: 27/08/2024
Hoe lang ontvang je uitkeringen?
Het overbruggingsrecht is in de tijd beperkt. Telkens je er beroep op doet eindigt het overbruggingsrecht na maximum 12 maanden. Maar de duur van het overbruggingsrecht is ook afhankelijk van jouw loopbaan. Hoe langer jouw loopbaan als zelfstandige is, hoe langer je een uitkering overbruggingsrecht kunt genieten.
Elke zelfstandige heeft tijdens zijn loopbaan recht op minstens 12 maanden uitkeringen. Voor dit basisrecht, volstaat het dat je 4 kwartalen zelfstandige bent voordat je het overbruggingsrecht aanvraagt.
Maar wanneer je tijdens je loopbaan meermaals het overbruggingsrecht nodig hebt, dan kan dit basisrecht van 12 maanden opgebruikt zijn. Is dat het geval, dan kun je extra maanden krijgen. Maar het aantal extra maanden hangt af van de lengte van jouw loopbaan sinds het vorige overbruggingsrecht:
Zelfstandige loopbaan sinds het vorige overbruggingsrecht | Aantal maanden uitkeringen overbruggingsrecht |
---|---|
minder dan 3 jaar | 3 maanden |
3 jaar | 4 maanden |
4 jaar | 5 maanden |
5 jaar | 6 maanden |
6 jaar | 7 maanden |
7 jaar | 7 maanden |
8 jaar | 9 maanden |
9 jaar | 10 maanden |
10 jaar | 11 maanden |
minstens 11 jaar | 12 maanden |
Fout opgemerkt? Laatst gewijzigd: 27/08/2024
Het bedrag van de uitkeringen
De maandelijkse uitkering overbruggingsrecht bedraagt 1.606,15 euro bruto per maand. Met een kind of een andere persoon ten laste, bedraagt de uitkering 2.007,06 euro bruto per maand. Hou er rekening mee dat het overbruggingsrecht belast wordt, maar je betaalt geen sociale bijdragen op de uitkering overbruggingsrecht.
Duurt de onderbreking minder dan 4 weken, dan ontvang je per volledige week 25% van de maanduitkering. Ben je bijvoorbeeld 16 dagen gesloten, dan ontvang je 50% van de maanduitkering.
Naast de uitkering ontvang je ook een zogenaamd 'behoud van rechten'. Dit betekent dat je recht hebt op ziekte-uitkeringen wanneer je tijdens het overbruggingsrecht arbeidsongeschikt zou worden. Je blijft ook in orde voor de ziekteverzekering. Maar je bouwt tijdens het overbruggingsrecht geen pensioenrechten op.
Het overbruggingsrecht mag je combineren met een andere uitkering zoals een ziekte-uitkering of een werkloosheidsuitkering. Maar dan wordt het bedrag van het overbruggingsrecht verminderd met het bedrag van de andere uitkering. Let op, de combinatie is alleen mogelijk wanneer je toestemming had om de andere uitkering met een zelfstandige activiteit te combineren.
Gezinslast betekent dat een kind of een andere persoon, voor de ziekteverzekering ten laste is. Meestal zijn dit de kinderen, maar het kan ook een huisvrouw of een huisman zijn.
Heb je kinderen, dan kun je zelf kiezen of ze bij jou ten laste zijn. Je kunt het uitkeringsbedrag dus verhogen door de kinderen bij jou ten laste te laten inschrijven. Contacteer daarvoor je ziekenfonds. Maar wacht niet met de aanvraag overbruggingsrecht, want dan riskeer je de uitkeringen te verliezen.
Fout opgemerkt? Laatst gewijzigd: 27/08/2024
Hoe vraag je de uitkering aan?
Je moet het overbruggingsrecht bij je sociaal verzekeringsfonds aanvragen. Je hebt daarvoor 6 maanden te tijd, te rekenen vanaf het einde van het kwartaal waarin je stopt met werken of waarin je failliet gaat. Je moet bij je sociaal verzekeringsfonds een specifiek aanvraagformulier indienen.
Heb je meer tijd nodig om de aanvraag in te dienen, dan kun je een aangetekende brief sturen naar je sociaal verzekeringsfonds waarin je zegt:
- Dat je het overbruggingsrecht aanvraagt
- En waarom je het overbruggingsrecht aanvraagt (de reden van de stopzetting)
Op deze manier heb je de aanvraag binnen de 6 maanden ingediend. Daarna kun je rustig de tijd nemen om de officiële aanvraagformulieren in te vullen en de bewijsstukken te bezorgen.
Fout opgemerkt? Laatst gewijzigd: 27/08/2024
Mag je het overbruggingsrecht combineren met een beroepsactiviteit?
Tijdens een eerste periode mag je het overbruggingsrecht niet met werk combineren. Deze eerste periode loopt tot het einde van de eerste volledige kalendermaand onderbreking. Ben je bijvoorbeeld verplicht om vanaf 15 januari te stoppen met werken, dan kan je tot en met 28 februari de uitkeringen niet met werk combineren.
Maar tijdens deze periode wordt de uitkering wel per week uitbetaald. Kun je door een panne niet werken van 17 januari tot en met 4 februari, dan ontvang je per week onderbreking 25% van het normale maandbedrag (in dit voorbeeld 19 dagen onderbreking, met daarom 2 weken uitkeringen).
Onderbrak je je activiteiten langer of duurde de stopzetting langer, dan kun je daarna de uitkering tijdelijk met werk als zelfstandige, werknemer of ambtenaar combineren. Je uitkering wordt dan wel verminderd:
- Duurt het minstens 1 volledige kalendermaand maar minder dan 2 volledige maanden voordat je opnieuw begint te werken? Dan behoud je nadat je opnieuw begon te werken nog 1 maand lang 75% van het normale uitkeringsbedrag.
- Duurt de onderbreking of de stopzetting minstens 2 maar minder dan 3 volledige maanden voordat je opnieuw begint te werken? Dan behoud je daarna 2 maanden lang een uitkering. De 1e maand bedraagt de uitkering 75% van het normale bedrag, de 2e maand 50%.
- Duurt de onderbreking of de stopzetting minstens 3 volledige maanden voordat je opnieuw begint te werken, dan behoud je daarna nog 3 maanden lang de uitkering. De 1e maand bedraagt de uitkering 75% van het normale bedrag, de 2e maand 50% en de 3e maand 25%.
Bij deze cumulatieregeling maakt het niet uit hoeveel je verdient of hoeveel je werkt. Ga je na een faillissement bijvoorbeeld als werknemer werken, dan maakt het niet uit of je deeltijds of voltijds werkt.
Let op, je hebt nooit langer dan 12 maanden recht op een uitkering, ook niet wanneer je opnieuw begint te werken. En wanneer je vroeger al eens een overbruggingsrecht ontving, dan is het mogelijk dat je minder lang uitkeringen ontvangt. Dit komt doordat de uitkeringsduur van het overbruggingsrecht in de tijd beperkt is.
Fout opgemerkt? Laatst gewijzigd: 27/08/2024
Terugvordering overbruggingsrecht -wat kan je doen?
Zo'n 38.000 zelfstandigen die tijdens de coronacrisis een overbruggingsrecht uitbetaald kregen, worden nu geconfronteerd met de vraag om een deel daarvan terug te betalen. De reden? Het bedrag van de uitkering hangt af van het feit of de zelfstandige personen ten laste heeft die via hem bij het ziekenfonds zijn ingeschreven. Deze zelfstandigen hebben ter goeder trouw aangegeven dat ze kinderen ten laste hadden, maar waren niet op de hoogte dat het niet ging om kinderen die fiscaal ten laste moesten staan, maar om kinderen die op zijn/haar naam ingeschreven stonden bij het ziekenfonds.
Wat kan je doen als je met zo'n terugvordering geconfronteerd wordt?
- Je kunt een zogenaamde verzaking aan de terugvordering aanvragen. Dit is een soort kwijtschelding van de schuld. Je kunt een verzaking aanvragen wanneer:
- Je sociaal verzekeringsfonds, ziekenfonds, de overheid, … een fout maakte.
- Je je in een behartigenswaardige situatie bevindt, bijvoorbeeld omdat je met financiële moeilijkheden wordt geconfronteerd wordt.
- Of het terug te betalen bedrag klein is.
- Wordt de verzaking geweigerd? En vind je dat de overheid, je sociaal verzekeringsfonds, een ziekenfonds, … een fout maakte of nalatig was? Dan kun je een klacht indienen bij de federale ombudsman (Klachten | Federaalombudsman.be). Let op, de Federale ombudsman is alleen bevoegd voor de federale overheid en uitkeringen behalve pensioenen (want er is ook een ombudsman pensioenen).
- En natuurlijk kun je tegen elke weigeringsbeslissing of terugvorderingsbeslissing beroep aantekenen bij de arbeidsrechtbank. Let op, je hebt daarvoor maar drie maanden de tijd te rekenen vanaf de beslissingsdatum van je sociaal verzekeringsfonds, ziekenfonds, … Dus wil je een beroep aantekenen, wacht dan niet (te lang) op een eventuele verzaking of op de ombudsman. Wacht je langer dan drie maanden, dan kan de rechtbank niets meer voor je doen.
Hoe vraag je een verzaking aan de terugvordering aan?
- Dien per e-mail of per brief een schriftelijke aanvraag in. Je dient je aanvraag in bij de instelling die de uitkering uitbetaalde, dus voor een verzaking aan de terugvordering van een overbruggingsrecht moet je bij je sociaal verzekeringsfonds zijn. Gaat het over een arbeidsongeschiktheidsuitkering, dan dien je de aanvraag bij je ziekenfonds in. Gaat het over een pensioen, dan moet je bij de Federale Pensioendienst zijn, …
- Motiveer je aanvraag. Leg dus uit waarom je vindt dat je recht hebt op een verzaking.
- Verduidelijk voor welke schuld je een verzaking aanvraagt door bijvoorbeeld te verwijzen naar de beslissing met de datum van de beslissing, het onderwerp en de referentie.
Bij de terugvordering van het supplement gezinslast van het overbruggingsrecht, kun je argumenteren dat het sociaal verzekeringsfonds een fout maakte. Want volgens de wet mag een sociaal verzekeringsfonds pas een overbruggingsrecht met gezinslast uitbetalen wanneer het over een officieel bewijs beschikt dat je effectief gezinslast hebt.
Via deze link vind je een modelformulering. Maar vergeet niet om de aanvraag te personaliseren. Wat was jouw situatie tijdens de coronacrisis? Waarom was het voor jou niet duidelijk wat met gezinslast bedoeld werd? Hoe is jouw (financiële) situatie vandaag en de situatie van je onderneming? Heeft de crisis nog gevolgen? …
Verder verloop van de procedure: de uitbetalingsinstelling beslist niet zelf, maar stuurt de aanvraag door naar de bevoegde overheidsdienst. Diende je een aanvraag verzaking in en heb je de indruk dat je vraag niet doorgestuurd werd, dan moet je aandringen om je aanvraag door te sturen. Bij het overbruggingsrecht zal het RSVZ de beslissing nemen.
Hoe dien je een klacht in bij de ombudsman?
Je moet eerst een klacht indienen bij bijvoorbeeld je sociale verzekeringsfonds of een verzaking aanvragen. Is het antwoord op je klacht niet bevredigend? Dan kun je beroep doen op de ombudsman.
Surf naar Klachten | Federaalombudsman.be voor meer uitleg. Je kunt je klacht telefonisch, via een klachtenformulier op de website, per brief en zelfs in persoon indienen. De contactgegevens: Dien een klacht in | Federaalombudsman.be
Beroep bij de arbeidsrechtbank
Een beroep bij de arbeidsrechtbank is aan enkele belangrijke formaliteiten verbonden:
- Eerst en vooral heb je daar maar drie maanden voor. Wacht dus niet te lang, ook niet wanneer klachten, verzakingen, … nog in behandeling zijn. Je kunt steeds uitleggen dat je ‘je rechten wilt vrijwaren’, dit betekent dat je de mogelijkheid om beroep aan te tekenen niet wilt verliezen.
- Je kunt beroep aantekenen door een verzoekschrift in te dienen. Dit is een aangetekende brief, die je stuurt naar de griffie van de arbeidsrechtbank bevoegd voor je woonplaats. Het adres vind je via Lijst van territoriale bevoegheiden (fgov.be).
- In de brief moet duidelijk zijn tegen welke beslissing je beroep aantekent (voeg bijvoorbeeld een kopie toe en verwijs ernaar met de datum, de referentie en het onderwerp).
- Leg je argumenten kort uit, liefst met een verwijzing naar de wetgeving. Voor het crisisoverbruggingsrecht zijn de volgende wetgevingen van belang:
- Wet crisisoverbruggingsrecht: wet van 23 maart 2020 tot wijziging van de wet van 22 december 2016 houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen en tot invoering van tijdelijke maatregelen in het kader van COVID-19 ten gunste van zelfstandigen (LOI - WET (fgov.be)): in artikelen 4 tot en met 4quinquies staan de verschillende soorten crisisoverbruggingsrecht die hebben bestaan opgesomd. Die artikelen verwijzen voor het uitkeringsbedrag naar de basiswet overbruggingsrecht. En in art. 3, §3 staat dat de basiswet overbruggingsrecht ook van toepassing is op het crisisoverbruggingsrecht, tenzij de wet crisisoverbruggingsrecht specifieke bepalingen bevat (wat niet het geval is voor gezinslast).
- Basiswet overbruggingsrecht: wet van 22 december 2016 houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen (LOI - WET (fgov.be) – ga naar ‘gearchiveerde versies’), zoals van toepassing voor zijn opheffing door de Programmawet van 26 december 2022. In artikel 10 staan de niet-geïndexeerde uitkeringsbedragen en de voorwaarden waaronder een uitkering met gezinslast toegekend kan worden. In dat artikel staat ook dat een sociaal verzekeringsfonds het supplement gezinslast pas mag uitbetalen wanneer het over een officieel attest van het ziekenfonds beschikt. Betaalde het fonds het supplement foutief uit, dan betekent dit dat er geen attest beschikbaar was of dat het fonds geen rekening hield met het beschikbare attest. In beide gevallen gaat het over een fout van het sociaal verzekeringsfonds.
- De zogenaamde ‘only once-wet’: wet van 5 mei 2014 houdende de verankering van het principe van de unieke gegevensinzameling in de werking van de diensten en instanties die behoren tot of taken uitvoeren voor de overheid en tot vereenvoudiging en gelijkschakeling van elektronische en papieren formulieren (LOI - WET (fgov.be)). Deze wet zegt dat de federale overheid en de diensten die ermee samenhangen geen informatie mogen opvragen waarover ze al beschikken of waarover de overheid of een andere dienst al beschikt.
- Wet van 11 april 1995 tot invoering van het "handvest" van de sociaal verzekerde (LOI - WET (fgov.be)): artikel 17 is van belang. Dat artikel zegt dat wanneer een uitkering ten onrechte werd uitbetaald door een uitbetalingsinstelling, er niet teruggevorderd mag worden behalve wanneer je wist of moest weten dat je geen recht had op uitkeringen. Rechtbanken interpreteren dit artikel meestal in het voordeel van de burger. In de coronacrisis bijvoorbeeld was het vaak chaos of onduidelijk wat de regels waren, voor zelfstandigen was het vaak moeilijk om alle evoluties te volgen – ook de evolutie van het overbruggingsrecht. En als de overheid of het sociaal verzekeringsfonds daar last van had, waarom zou jij als zelfstandige daar geen last van hebben? Ook het feit dat het ziekenfonds al wist of ik al dan niet iemand ten laste heb, is een fout rekening houdend met de only once-wet.
- Procedure: nadat je je verzoekschrift indiende, zal het auditoraat het dossier opvragen bij de uitbetalingsinstelling. Je ontvangt ook een uitnodiging om voor de rechtbank te verschijnen. Ga zeker naar de zitting of stuur een advocaat, want blijf je afwezig dan verlies je bijna automatisch. Past het voor jou echt niet, neem dan contact op met de griffie om na te gaan of een uitstel mogelijk is.
Je kunt het beroep in principe zelf aantekenen. Maar veel zelfstandigen vinden rechtbanken en/of de advocaat van de tegenpartij soms intimiderend. Advocaten hebben ook de neiging om allerlei argumenten aan te halen, die niet altijd relevant zijn. Je moet dus je koelbloedigheid bewaren. Sta je sterk genoeg in je schoenen, dan kun je overwegen het beroep zelf op te starten en voor de rechtbank te verdedigen.
Fout opgemerkt? Laatst gewijzigd: 26/08/2024