Welke bijdragen betalen?
Als zelfstandige moet je verplicht een aantal sociale bijdragen betalen? Welke zijn dat en hoe worden ze berekend? Lees er alles over in dit artikel.
Informatie
- Wat zijn sociale bijdragen? Wat krijg je in ruil?
- Sociale bijdrage als zelfstandige
- Vennootschapsbijdrage
- Vrijstelling of afbetalingsplan sociale bijdragen zelfstandige
- Overstap bijberoep naar hoofdberoep
- Indexering sociale bijdragen zelfstandigen
- Moet je bij ziekte sociale bijdragen betalen?
- Zelfstandige als student
Wat zijn sociale bijdragen? Wat krijg je in ruil?
Zelfstandigen en meewerkende echtgenoten moeten zich aansluiten bij een sociaal verzekeringsfonds en sociale bijdragen betalen aan dat sociaal verzekeringsfonds. Deze bijdrage wordt berekend op basis van je inkomsten als zelfstandige, in ruil krijg je als zelfstandige in hoofdberoep of als meewerkende echtgenoot recht op sociale bescherming.
Ben je zelfstandige in bijberoep, dan kun je beperktere sociale rechten genieten als zelfstandige, als je voldoende hoge sociale bijdragen betaalt.
Naast de gewone terugbetalingen in de ziekteverzekering en de gezinsbijslag (In Vlaanderen het groeipakket), bestaat de sociale zekerheid van zelfstandigen uit:
- Een pensioen
- Arbeidsongeschiktheidsuitkeringen en een vrijstelling van bijdragen bij ziekte of na een ongeval
- Moederschapsuitkeringen en gratis dienstencheques
- 20 dagen geboorteverlof of vaderschapsuitkering
- 9 weken adoptieverlof of pleegouderverlof
- Uitkering overbruggingsrecht na een faillissement, een verplichte sluiting of wanneer je om financiële redenen stopt
- 12 maanden uitkeringen voor mantelzorgers
- 10 dagen rouwverlof na het overlijden van een kind of jouw partner
Naast deze wettelijke sociale zekerheid, kun je als zelfstandige ook overwegen aanvullende verzekeringen af te sluiten.
Je kunt bij Liantis terecht voor je wettelijke en aanvullende sociale bescherming.
Beluister de podcast |
---|
Fout opgemerkt? Laatst gewijzigd: 14/08/2024
Hoe wordt je sociale bijdrage als zelfstandige berekend?
Je sociaal verzekeringsfonds rekent elk kwartaal sociale bijdragen aan. De sociale bijdragen zijn afhankelijk van je inkomen en of je zelfstandige bent in hoofdberoep, bijberoep, ... Via de tool van Liantis kun je zelf berekenen hoeveel sociale bijdragen je moet betalen.
Je sociale bijdrage als zelfstandige is gelijk aan 20,5% per jaar van je netto belastbaar beroepsinkomen als zelfstandige. Elk kwartaal betaal je een kwart van deze jaarbijdrage. Wanneer je geen gans kwartaal zelfstandige bent, bijvoorbeeld wanneer je een zelfstandige activiteit start, betaal je toch een volledige kwartaalbijdrage.
Maar er bestaan enkele uitzonderingen:
- Op de inkomstenschijf vanaf 72.810,95 euro betaal je maar 14,16% sociale bijdragen in plaats van 20,5%.
- Verdien je meer dan 107.300,30 euro, dan zijn je inkomsten boven dit bedrag vrijgesteld van sociale bijdragen.
- Gepensioneerden met een zelfstandige bijverdienste betalen jaarlijks 14,7% sociale bijdragen in plaats van 20,5%.
En natuurlijk moet je ook rekening houden met je bijdragecategorie:
- In hoofdberoep betaal je minstens een minimumbijdrage berekend op een inkomen van 16.861,46 euro. Ben je primostarter, dan bedraagt de minimumdrempel 8.707,35 euro.
- Meewerkende echtgenoten betalen een minimumbijdrage berekend op 7.407,24 euro.
- Zelfstandigen in bijberoep die minder verdienen dan 1.865,45 euro, zijn vrijgesteld van bijdragen. Daarboven betaal je 20,5% op je volledige inkomen tot 72.810,95 euro.
- Met een zelfstandige bijverdienste naast je pensioen ben je vrijgesteld wanneer je minder verdient dan 3.730,89 euro. Daarboven betaal je 14,7% op je volledige inkomen tot 72.810,95 euro.
Studenten-zelfstandigen betalen ook 20,5% sociale bijdragen, maar de eerste inkomstenschijf van 8.430,71 euro is vrijgesteld van sociale bijdragen. Als student-zelfstandige betaal je dus alleen sociale bijdragen op de inkomstenschijf vanaf 8.430,72 euro. Pas wanneer je minstens 16.861,46 euro verdient, geldt de normale berekeningswijze.
Berekeningsbasis van de bijdragen: je netto belastbaar inkomen
Je sociale bijdragen worden berekend als een percentage van je netto belastbaar beroepsinkomen als zelfstandige, zoals vastgesteld door de fiscus. Je sociaal verzekeringsfonds ontvangt automatisch de inkomstengegevens, op het moment dat jij je aanslagbiljet in de personenbelasting ontvangt.
De netto inkomsten zijn je bruto inkomsten verminderd met de aftrekbare beroepskosten, de betaalde sociale bijdragen en de bijdragen betaald die je voor (Sociaal) Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen (VAPZ) stort. In een eenmanszaak worden ook de eventuele overgedragen verliezen afgetrokken.
In een eenmanszaak is je netto inkomen dus gelijk aan je belastbare winst (baten voor een vrij beroep). Ben je bestuurder, zaakvoerder, werkend vennoot, meewerkende echtgenoot of helper, dan geef je bezoldigingen aan waarvan je waarschijnlijk forfaitaire beroepskosten aftrekt.
In het jaar waarin je start of stopt als zelfstandige, is het mogelijk dat je geen volledig jaar als zelfstandige aangesloten bent. Omdat je je inkomsten dan niet over een volledig jaar verdient hebt, zal er een omrekening gebeuren. Je inkomen wordt vermenigvuldigd met:
- 4/1 wanneer je in de loop van een jaar 1 kwartaal aangesloten bent.
- 4/2 wanneer je in de loop van een jaar 2 kwartalen aangesloten bent.
- 4/3 wanneer je in de loop van een jaar 3 kwartalen aangesloten bent.
Daarna wordt op dit omgerekende inkomen de normale bijdrage van 20,5% berekend. En je betaalt alleen voor de kwartalen waarvoor je effectief aangesloten was, 1/4 van de jaarbijdrage berekend het omgerekende inkomen. Je zal dus altijd 20,5% van je werkelijke inkomen betalen.
Waarom moeten je inkomsten dan omgerekend worden? Omdat bij de berekening van de sociale bijdragen ook rekening gehouden moet worden met de bijdragedrempels, bijvoorbeeld de inkomstendrempel waarop de minimumbijdrage hoofdberoep berekend wordt. Die inkomstendrempels gelden voor inkomsten die over een volledig jaar verdiend werden.
Voorlopige sociale bijdragen, definitieve sociale bijdragen en regularisatiebijdragen
De sociale bijdragen worden berekend op basis van je inkomsten van het jaar zelf. Maar omdat de fiscus je inkomsten niet onmiddellijk kent, betaal je eerst een voorlopige bijdrage. Zodra je werkelijke inkomsten bekend zijn, wordt de voorlopige geregulariseerd (herberekend). Dit zijn dan de definitieve bijdragen. Normaal gebeurt de regularisatie ongeveer wanneer jij je aanslagbiljet in de personenbelasting ontvangt, dus 2 tot 3 jaar later.
Moet je bijbetalen, dan wordt het supplement een regularisatiebijdrage genoemd. Betaalde je te veel, dan wordt het te veel betaalde bedrag teruggestort.
Je sociaal verzekeringsfonds zal zelf een voorlopige bijdrage voorstellen. Dit noemt men de wettelijke voorlopige bijdrage. Maar als je denkt dat je meer of minder gaat verdienen, dan kun je de voorlopige bijdrage aanpassen.
De wettelijke voorlopige bijdrage wordt in principe berekend op basis van je geherwaardeerde inkomsten (geïndexeerd inkomen) van 3 jaar voordien. Maar omdat er bij startende zelfstandigen geen inkomen beschikbaar is, betalen zij een forfaitaire voorlopige bijdrage. Voor zelfstandigen in hoofdberoep en meewerkende echtgenoten is die bijdrage gelijk aan de wettelijke minimumbijdrage. Bij zelfstandigen in bijberoep en gepensioneerden met een zelfstandige bijverdienste wordt die berekend op de vrijstellingsdrempel. Je bent starter tot en met het 3e volledige kalenderjaar van aansluiting als zelfstandige.
Let op met verminderingen van de voorlopige bijdrage. Vraag je een verminderde voorlopige bijdrage aan bij je sociaal verzekeringsfonds en blijkt achteraf dat je te weinig betaalde, dan zullen verhogingen aangerekend worden. De verhogingen bedragen minstens 10%, maar wanneer de fiscus veel tijd nodig heeft om je aanslagbiljet te versturen kunnen ze oplopen tot 25% en meer.
Stel je vast dat je inkomen toch hoger zal zijn dan gedacht? Dan kun je de verhogingen vermijden door vrijwillig extra sociale bijdragen te storten. Betaal je in het bijdragejaar zelf voldoende bij, dan zullen geen verhogingen aangerekend worden. Betaal je achteraf bij of betaalde je te weinig bij, dan zullen wel verhogingen aangerekend worden, maar ze zullen minder hoog zijn.
Betaal de sociale bijdragen altijd op tijd! Het geld moet op de laatste dag van het kwartaal op de rekening van je sociaal verzekeringsfonds staan.
Ben je te laat, dan worden automatisch 3% verhogingen aangerekend. Blijven de bijdragen onbetaald, dan worden elk kwartaal opnieuw 3% extra verhogingen aangerekend. En 1 januari wordt op onbetaalde bijdragen eenmalig 7% aan verhogingen aangerekend. Dit betekent dat wanneer je de sociale bijdragen van het 4e kwartaal te laat betaalt, je onmiddellijk 10% verhogingen zult moeten betalen.
Je bent als zelfstandige geen consument. Je hebt daarom geen recht op een gratis herinnering. Heb je betalingsmoeilijkheden, neem dan contact op met je sociaal verzekeringsfonds. Je kunt bij je sociaal verzekeringsfonds ook een kwijtschelding van verhogingen aanvragen.
Fout opgemerkt? Laatst gewijzigd: 23/08/2024
Betaalt ook de vennootschap sociale bijdragen?
Jouw vennootschap moet net zoals jij aansluiten bij een sociaal verzekeringsfonds en een jaarlijkse vennootschapsbijdrage betalen. Deze vennootschapsbijdrage dient voor de financiering van het sociaal statuut van de zelfstandigen, maar levert geen individuele sociale rechten op.
Het bedrag van de jaarlijkse vennootschapsbijdrage is afhankelijk van het balanstotaal:
-
Kleine ondernemingen met een balanstotaal van maximum 831.990,83 euro, betalen jaarlijks 387,34 euro.
-
Grotere ondernemingen betalen jaarlijks 967,52 euro.
Startende vennootschappen betalen de eerste 2 jaar 387,34 euro. Maar je kan voor je startende vennootschap een vrijstelling aanvragen, als:
- Alle bestuurders en zaakvoerders maximum 3 jaar zelfstandige waren, tijdens de 10 jaar voorafgaand aan de oprichting.
- En de meerderheid van de werkende vennoten maximum 3 jaar zelfstandige was, tijdens dezelfde periode.
Startende NV's betalen de eerste 2 jaar ook 387,34 euro, maar kunnen geen vrijstelling aanvragen.
Elke vennootschap moet zich binnen de 3 maanden na de oprichting aansluiten bij een sociaal verzekeringsfonds zoals Liantis. Liantis ondernemingsloket kan de aansluiting regelen, samen met de andere startersformaliteiten.
Fout opgemerkt? Laatst gewijzigd: 12/08/2024
Wanneer kan je een vrijstelling of afbetalingsplan krijgen voor je sociale bijdrage als zelfstandige?
Wanneer je financiële problemen hebt of een hoog bedrag aan regularisatiebijdragen moet betalen, dan kun je in de problemen komen met de bijdragebetaling als zelfstandige. Contacteer dan zo snel mogelijk je sociaal verzekeringsfonds, om naar een oplossing te zoeken. Je kunt bij je sociaal verzekeringsfonds een aanvraag indienen voor:
- Een afbetalingsplan
- Een kwijtschelding van verhogingen
- Of een vrijstelling van de sociale bijdragen
Vergeet niet dat je de voorlopige sociale bijdragen kunt aanpassen. Zijn jouw inkomsten gedaald, dan kun je vragen om de voorlopige bijdragen te verminderen. Maar doe dit niet zomaar, want betaal je te weinig dan moet je achteraf bijbetalen met een risico op verhogingen.
Afbetalingsplan
Kun je een hoge regularisatiebijdrage niet in één keer betalen? Of heb je een betalingsachterstand? Dan kun je aan je sociaal verzekeringsfonds een afbetalingsplan vragen.
De voorwaarden van het afbetalingsplan bepaal je samen met je sociaal verzekeringsfonds. Maar er zijn een aantal basisregels waarmee je rekening kunt houden:
- Je betaalt de schuld in maandelijkse schijven binnen het jaar terug. Soms kun je over iets langere termijn van 2 jaar onderhandelen. Nog langere afbetalingstermijnen zijn zeer uitzonderlijk.
- Je respecteert stipt het afgesproken afbetalingsplan. De kans kwijtschelding van verhogingen is dan groter.
- Je voorkomt nieuwe schulden. Respecteer dus niet alleen het afbetalingsplan, maar betaal ook elk kwartaal de nieuwe sociale bijdragen.
Vraag altijd om eerst de bijdrageschuld aan te zuiveren en daarna pas de verhogingen. Want verhogingen worden enkel op bijdrageschuld berekend (niet op andere verhogingen), op die manier kun je de schuld beperken.
Vraag een kwijtschelding van de verhogingen aan zodra je de bijdragen zelf volledig betaalde.
Aanvraag kwijtschelding van verhogingen
Betaal je sociale bijdragen niet op tijd, dan zal je sociaal verzekeringsfonds verhogingen aanrekenen. De verhogingen bedragen 3% per kwartaal. Is de bijdrage op 1 januari nog niet betaald, dan wordt daar bovenop eenmalig 7% aangerekend.
Zodra de bijdragen zelf betaald zijn, kan je via je sociaal verzekeringsfonds een kwijtschelding van de verhogingen aanvragen. Maar het RSVZ zal de beslissing nemen. Het RSVZ kan een kwijtschelding geven wanneer je in een "behartigenswaardige" situatie zit.
Een aanvraag indienen is zeer eenvoudig:
- Je vraagt de kwijtschelding per e-mail aan bij je sociaal verzekeringsfonds. Bij sommige sociale verzekeringsfondsen kun je de aanvraag online indienen.
- Je verduidelijkt voor welke kwartalen je een kwijtschelding wilt.
- En je legt uit waarom je vindt dat je een kwijtschelding zou moeten krijgen.
- Volgde je een afbetalingsplan stipt op, dan kun je dat in de aanvraag vermelden.
Tegen een negatieve beslissing is geen beroep mogelijk. Je kunt wel proberen om beter te motiveren.
Vrijstelling van bijdragen
Je kunt als zelfstandige in hoofdberoep of als meewerkende echtgenoot een vrijstelling van bijdragen aanvragen wanneer je onderneming tijdelijk in financiële of economische moeilijkheden zit. Hebben de problemen een puur private oorzaak (bv. gokschulden) of zijn ze structureel (een zaak die al langer verlieslatend is) dan heb je geen recht op een vrijstelling.
Er zijn een aantal situaties waarin je gemakkelijker een vrijstelling krijgt: bijvoorbeeld bij een sterke daling van je inkomsten, bij uitzonderlijke investeringen of uitgaven, wanneer je geconfronteerd werd met een brand of een ziekte, na het faillissement van een belangrijke klant, bij een gerechtelijke reorganisatie, wanneer je zelf failliet ging, wanneer jouw sector in crisis is, ... Vraag de volledige lijst op bij je sociaal verzekeringsfonds
Hoe dien je de aanvraag in?
- Online.
- Of met een aangetekende brief. Vraag bij je sociaal verzekeringsfonds het aanvraagformulier op. Beantwoord elke vraag volledig. En vergeet niet om de aanvraag te dateren en te ondertekenen. Daarna stuur je het per aangetekend brief naar je sociaal verzekeringsfonds. Vergeet je één van deze formaliteiten, dan kan de aanvraag ongeldig zijn.
Weigert het RSVZ de aanvraag, dan kun je in beroep gaan bij een specifieke beroepscommissie. In de beslissing zal staan hoe je dat kunt doen.
Hou er rekening mee dat je pensioenrechten verliest wanneer je een vrijstelling krijgt van het RSVZ. Maar er is een oplossing: als je achteraf binnen de 5 jaar, vrijwillig de sociale bijdragen betaalt, zal je toch pensioenrechten opbouwen. Je sociaal verzekeringsfonds zal je na ongeveer 4,5 jaar een brief sturen, om jou daaraan te herinneren.
Heb je een helper of een meewerkende echtgenoot die een vrijstelling aanvraagt, dan mag je niet vergeten om zelf de 'ontheffing van de hoofdelijke aansprakelijkheid aan te vragen'. Doe je dat niet, dan kun jij verplicht worden om de vrijgestelde bijdrage toch te betalen.
Ben je de erfgenaam van een zelfstandige met bijdrageschulden, dan kun je ook de ontheffing aanvragen.
Fout opgemerkt? Laatst gewijzigd: 23/08/2024
Je maakt de overstap van bijberoep naar hoofdberoep: wat betekent dat voor je sociale bijdragen?
Je bent zelfstandige in bijberoep wanneer je ook halftijds als werknemer of ambtenaar werkt. Geef je de andere job op om voltijds zelfstandige te worden, dan word je automatisch zelfstandige in hoofdberoep. Het belangrijkste gevolg is dat je waarschijnlijk hogere sociale bijdragen betaalt, maar ook sociale rechten opbouwt als zelfstandige.
Word je ontslagen, dan kun je het 1e jaar zelfstandige in bijberoep blijven door bij je aanvraag voor werkloosheidsuitkeringen de Springplank naar zelfstandige aan te vragen.
Sociale bijdragen en rechten als zelfstandige in hoofdberoep
Door zelfstandige in hoofdberoep te worden, zal je waarschijnlijk hogere sociale bijdragen moeten betalen. Want in hoofdberoep betaal je minstens de minimumbijdrage, berekend op een inkomen van 16.861,46 euro. Maar onder bepaalde voorwaarden, betaal je tijdens het 1e jaar in hoofdberoep als primostarter een lagere minimumbijdrage. Primostarters betalen een minimumbijdrage die maar de helft bedraagt van de normale minimumbijdrage, hij wordt berekend op een inkomen van 8.707,35 euro.
In ruil voor de hogere sociale bijdragen, bouw je sociale rechten op. De belangrijkste zijn: pensioenrechten, uitkeringen bij arbeidsongeschiktheid na ziekte of een ongeval, moederschaps- en vaderschapsuitkeringen, het overbruggingsrecht wanneer je gedwongen bent (tijdelijk) te stoppen (bv. na een brand of faillissement) en uitkeringen wanneer je mantelzorger wordt.
Het pensioen van een zelfstandige was vroeger lager dan het pensioen van een werknemer. Zo zorgde de correctiecoëfficiënt ervoor dat het pensioen van een zelfstandige 30% lager was dan dat van een werknemer met een vergelijkbaar inkomen. Na een jarenlange strijd van UNIZO is deze grote ongelijkheid verleden tijd. Sinds 2021 is de correctiecoëfficiënt afgeschaft en zijn de minimumpensioenen gelijkgeschakeld.
Bij de andere uitkeringen, zoals bij ziekte, zijn de verschillen groter. Het grootste verschil is zijn de forfaitaire uitkeringen. Elke zelfstandige ontvangt dezelfde uitkering, het inkomstenniveau maakt niets uit. Verder is het overbruggingsrecht beperkt in de tijd en bestaan er weinig verlofstelsels, behalve voor mantelzorgers.
Hoe worden de sociale bijdragen berekend?
Bij de omschakeling van bijberoep naar hoofdberoep, zal je sociaal verzekeringsfonds de voorlopige sociale bijdragen verder berekenen op basis van je inkomen van 3 jaar voordien. Daarbij zal het minstens de minimumbijdrage aanrekenen. Verdien je meer, dan kun je vrijwillig hogere voorlopige bijdragen betalen.
De minimumbijdrage in hoofdberoep wordt berekend op basis van een inkomen van 16.861,46 euro. Maar was je tijdens de 20 kwartalen (5 jaar) voorafgaand aan de omschakeling naar hoofdberoep nooit zelfstandige in hoofdberoep en nooit meewerkende echtgenoot, dan ben je primostarter. Primostarters betalen een lagere minimumbijdrage, op een inkomen van 8.707,35 euro.
- Breng je sociaal verzekeringsfonds op de hoogte van je overstap naar zelfstandige in hoofdberoep.
- Verwittig ook je ziekenfonds en je kinderbijslagfonds .
- Overweeg een aanvullend pensioen en vul forfaitaire uitkeringen aan met aanvullende verzekeringen. Je kunt hiervoor bij Liantis Risk Solutions terecht. Lees ook onze snelwijzer over het aanvullend pensioen:
Beluister de podcast |
---|
Fout opgemerkt? Laatst gewijzigd: 21/08/2024
Indexering sociale bijdragen zelfstandigen
Het huidige indexeringsmechanisme voor de berekening van de voorlopige bijdragen werd ingevoerd in 2015. In de bijdrageberekening voor zelfstandigen bestaan 2 indexmechanismes:
- De inkomstendrempels en bijdrageplafonds waarop bijvoorbeeld de minimum- en maximumbijdrage in hoofdberoep worden berekend, worden jaarlijks geïndexeerd.
- De wettelijke voorlopige bijdrage die je sociaal verzekeringsfonds aan het begin van het jaar aanrekent, wordt berekend op basis van je geherwaardeerde inkomen (geïndexeerd inkomen) van 3 jaar voordien.
Moet je die betalen ?
Elk jaar berekent je sociaal verzekeringsfonds automatisch de wettelijke voorlopige bijdrage. Maar je bent niet verplicht om deze bijdrage te betalen. Je mag vragen om een hogere of lagere voorlopige bijdrage te betalen, op basis van een geschat inkomen. Als zelfstandige in hoofdberoep of meewerkende echtgenoot moet je wel altijd minstens de minimumbijdrage betalen.
Let op met verminderingen van de voorlopige bijdrage. Vraag je een verminderde voorlopige bijdrage aan bij je sociaal verzekeringsfonds en blijkt achteraf dat je te weinig betaalde, dan zullen verhogingen aangerekend worden. De verhogingen bedragen minstens 10%, maar wanneer de fiscus veel tijd nodig heeft om je aanslagbiljet te versturen kunnen ze oplopen tot 25% en meer.
Vroeg je een vermindering, maar stel je vast dat je inkomen toch hoger zal zijn dan gedacht? Dan kun je de verhogingen vermijden door vrijwillig extra sociale bijdragen te storten. Betaal je in het bijdragejaar zelf voldoende bij, dan zullen geen verhogingen aangerekend worden. Betaal je achteraf bij of betaalde je te weinig bij, dan zullen wel verhogingen aangerekend worden, maar ze zullen minder hoog zijn.
Fout opgemerkt? Laatst gewijzigd: 23/08/2024
Moet je bij ziekte sociale bijdragen betalen?
Je moet geen sociale bijdragen meer betalen op voorwaarde dat je een gelijkstelling wegens ziekte krijgt. Een gelijkstelling vraag je aan bij je sociaal verzekeringsfonds. Het betekent dat je zonder bijdragebetaling verder sociale rechten opbouwt, bijvoorbeeld pensioenrechten.
Om recht te hebben op de gelijkstelling moet je:
- Ziekte-uitkeringen ontvangen van je ziekenfonds.
- Extra bewijs leveren van de stopzetting.
- En voldoende lang ziek zijn.
Het bewijs van de stopzetting is anders in een eenmanszaak dan in een vennootschap. Er zijn 5 mogelijke situaties, die we één voor één uitleggen:
- Eigenaar van een eenmanszaak
- Meewerkende echtgenoot
- Helper in een eenmanszaak
- Bestuurder of zaakvoerder
- Werkende vennoot
Sociale bijdragen worden per kwartaal berekend. Daarom wordt een kwartaal in principe alleen gelijkgesteld wanneer je een gans kwartaal niet kon werken.
Maar er bestaat een ingewikkelde regeling waardoor je soms al na 1 maand een gelijkstelling krijgt. Wie in de eerste maand van een kwartaal (januari, april, juli of oktober) arbeidsongeschikt wordt, kan onmiddellijk een gelijkstelling krijgen. En wanneer je in de loop van de laatste maand van een kwartaal (maart, juni, september of december) genezen bent, zal de gelijkstelling doorlopen tot aan het einde van het kwartaal.
Dit betekent concreet dat als je 'op het juiste moment' ziek bent, je na 1 maand ziekte recht kunt hebben op een gelijkstelling. Heb je pech, dan moet je minstens 4 maanden ziek zijn. Vraag jouw sociaal verzekeringsfonds om advies bij jouw situatie.
Je bent de eigenaar van een eenmanszaak
Voor de uitkering volstaat het dat je zelf stopt met werken. Jouw personeel, je meewerkende echtgenoot of een helper mogen de onderneming in jouw naam verder zetten. Op die manier kun je verder inkomsten verwerven, zonder dat dit gevolgen heeft voor de uitkeringen.
Voor de gelijkstelling is dit anders. Voor de gelijkstelling mag je helemaal geen inkomsten meer hebben. Daarom moet je bewijzen dat jouw onderneming volledig gestopt is.
Je kunt de stopzetting op 2 manieren bewijzen:
- Met BTW-aangiftes: nihil-aangiftes (nulaangiftes) bewijzen dat er geen transacties meer zijn. Je mag wel nog facturen uitschrijven voor in het verleden geleverde prestaties.
- Door bij een ondernemingsloket jouw ondernemingsnummer te schrappen. Dit is een officiële stopzetting.
Je kunt jouw eenmanszaak ook aan iemand anders overlaten, bijvoorbeeld aan jouw partner. Jouw partner kan de zaak dan in eigen naam verder zetten, waardoor jij recht hebt op de gelijkstelling terwijl de eenmanszaak kan verder werken. Want als jij geen eigenaar meer bent, zijn het ook jouw inkomsten niet meer.
Contacteer een ondernemingsloket om jouw eenmanszaak over te laten.
Je bent meewerkende echtgenoot
Het volstaat dat jouw partner op papier bevestigt dat je gestopt bent met werken.
Je bent helper in een eenmanszaak
Sinds 1 juli 2024 bestaat er een register van werkende vennoten en helpers. Voor de bouwsector is het register verplicht, in andere sectoren is het gebruik ervan vrijwillig.
Sta jij in het register van werkende vennoten en helpers, dan vraag je aan de eigenaar van de onderneming om jouw registratie als helper te beëindigen.
Sta je niet in het register en werk je niet in de bouwsector, dan volstaat het dat de eigenaar van de eenmanszaak op papier bevestigt dat je gestopt bent met werken.
Sta je niet in het register, maar werk je in de bouwsector, dan moet de eigenaar van de eenmanszaak jou eerst in het register registreren en meteen weer schrappen.
Wijzigingen aan het register zijn gratis en moeten altijd via MyEnterprise gebeuren.
Je bent bestuurder of zaakvoerder van een vennootschap
Vennootschapsbestuurders kunnen de stopzetting alleen bewijzen door ontslag te nemen of door hun mandaat onbezoldigd te maken.
In een eenpersoonsvennootschap moet je de stopzetting in principe bewijzen met nihil BTW-aangiftes. Op die manier bewijs je dat er geen activiteiten meer zijn in de vennootschap. Je mag wel nog facturen uitschrijven voor prestaties uit het verleden. Wanneer er personeel is en je het mandaat onbezoldigd uitoefent, wordt soms aanvaard dat het personeel de eenpersoonsvennootschap verder uitbaat. Maar dat wordt geval per geval onderzocht. Contacteer jouw sociaal verzekeringsfonds voor meer informatie en bijstand.
Een onbezoldigd mandaat betekent dat je geen enkele commerciële, technische, boekhoudkundige of andere activiteit meer uitoefent. Daarnaast moet het bestuur van de vennootschap of de algemene vergadering beslissen om geen bezoldiging meer toe te kennen. Je mag ook geen bedrijfswagen meer hebben en geen enkel ander voordeel alle aard meer genieten.
Let op, wil je na je genezing opnieuw (deeltijds) beginnen werken, dan moet het bestuur of de algemene vergadering eerst beslissen om opnieuw een bezoldiging toe te kennen. Gebeurt dat niet, dan wordt verondersteld dat je voor de ganse duur van het mandaat een bezoldiging ontving.
Je bent werkend vennoot in een vennootschap
Voor werkende vennoten gelden dezelfde regels als voor helpers.
Fout opgemerkt? Laatst gewijzigd: 12/08/2024
Kan je een zelfstandige activiteit starten als student?
Zoals elke zelfstandige, moeten ook studenten-zelfstandigen zich aansluiten bij een sociaal verzekeringsfonds. Maar studenten die jonger zijn dan 26 jaar betalen dankzij het statuut van student-zelfstandige minder of zelfs helemaal geen sociale bijdragen. Het statuut van student-zelfstandige geeft je de mogelijkheid om iets bij te verdienen als zelfstandige en om ondernemerschap uit te proberen. Het groeipakket of de gezinsbijslag wordt normaal doorbetaald en de meeste studenten-zelfstandigen blijven fiscaal ten laste van hun ouders.
Omdat je minder sociale bijdragen betaalt dan zelfstandigen in hoofdberoep, bouw je als student-zelfstandige geen sociale rechten op. Maar je behoudt natuurlijk wel het recht op terugbetalingen in de ziekteverzekering.
Wil je je inschrijven als student-zelfstandige? Contacteer dan Liantis sociaal verzekeringsfonds.
Ben je helper in een eenmanszaak en ontvang je kinderbijslag, dan moet je niet aansluiten bij een sociaal verzekeringsfonds voor zelfstandigen. Dit betekent dat je als studerende helper geen sociale bijdragen moet betalen. Wanneer je in een vennootschap helpt, dan ben moet je wel aansluiten als zelfstandige.
Voor helpers die jonger zijn dan 21 jaar geldt zelfs dat ze pas moeten aansluiten vanaf 1 januari van het jaar waarin ze 20 jaar oud worden. Maar huw je vroeger, dan moet je wel onmiddellijk aansluiten en bijdragen betalen als zelfstandige.
Wie betaalt sociale bijdragen als student-zelfstandige?
Je bent student-zelfstandige wanneer je:
- Jonger bent dan 26 jaar.
- Les volgt aan een erkende school, hogeschool of universiteit in België of in het buitenland.
- Ingeschreven bent voor minstens 27 studiepunten, met de bedoeling een diploma te behalen. Wordt de opleiding niet in studiepunten uitgedrukt, dan moet je wekelijks minstens 17 uur les volgen.
- Deelneemt aan de examens. Je mag ook aan je sociaal verzekeringsfonds ook een attest bezorgen van de school, waaruit blijkt dat je effectief de lessen volgde. Maar hou er rekening mee dat niet elke school aanwezigheden bijhoudt.
Wat gebeurt er met het kindergeld van student-zelfstandigen?
In Vlaanderen wordt het Groeipakket verder uitbetaald, zolang je als student-zelfstandige lagere sociale bijdragen betaalt als een zelfstandige in hoofdberoep. Dit betekent concreet, dat jouw netto belastbaar inkomen (inkomen na aftrek van de beroepskosten en betaalde sociale bijdragen) lager moet zijn dan 16.861,46 euro.
Betaalt Brussel kindergeld uit, dan mag je tijdens het school- of academiejaar maximum 240 uur werken, tijdens de zomermaanden geldt geen beperking. Voor student-zelfstandigen betekent dit in de praktijk dat je inkomen lager moet zijn dan 16.861,46 euro netto (zelfstandige inkomsten na aftrek van de beroepskosten en de betaalde sociale bijdragen).
Welke sociale bijdragen betaal je als student-zelfstandige?
Student-zelfstandigen betalen meestal minder sociale bijdragen. 3 inkomstendrempels zijn van belang:
- Verdien je minder dan 8.430,73 euro netto per jaar (zelfstandige inkomsten na aftrek van de beroepskosten en de betaalde sociale bijdragen), dan ben je vrijgesteld van sociale bijdragen.
- Verdien je meer dan 8.430,72 euro maar minder dan 16.861,46 euro, dan betaal alleen sociale bijdragen op de inkomstenschijf vanaf 8.430,73 euro. Die sociale bijdrage bedraagt 20,5% per jaar. Elk kwartaal betaal je een kwart van deze sociale bijdrage.
- Van zodra je minstens 16.861,46 euro netto per jaar verdient, dan betaal je dezelfde sociale bijdragen als zelfstandigen in hoofdberoep. Dat betekent dat je jaarlijks 20,5% sociale bijdragen betaalt op je volledige inkomen als zelfstandige. Elk kwartaal betaal je een kwart van deze sociale bijdrage.
Sociale bijdragen worden berekend op basis van de zelfstandige inkomsten van het jaar zelf. Maar omdat je officiële inkomsten pas gekend zijn nadat je het aanslagbiljet van de belastingen ontvangt, zal je sociaal verzekeringsfonds eerst voorlopige sociale bijdragen aanrekenen. Achteraf worden de voorlopige bijdragen geregulariseerd (herberekend) op basis van de werkelijke inkomsten.
In januari of bij je aansluiting, zal je sociaal verzekeringsfonds eerst wettelijke voorlopige bijdragen aanrekenen die je kunt aanpassen:
- Startende studenten-zelfstandigen betalen tot op het einde van het 3e volledige kalenderjaar een wettelijke voorlopige bijdrage bijdrage van 95,60 euro per kwartaal (berekend op een inkomen van 10.296,17 euro).
- Ben je langer al aangesloten als zelfstandige, dan berekent jouw sociaal verzekeringsfonds de wettelijke voorlopige bijdrage op basis van jouw geherwaardeerde inkomsten (geïndexeerde inkomsten) van 3 jaar voordien.
Wanneer je de voorlopige bijdrage vermindert, maar achteraf blijkt dat je toch meer verdiende dan verwacht, dan moet je verhogingen betalen. Die verhogingen bedragen minstens 10% van het bedrag dat je te weinig betaalde, behalve wanneer je in de loop van het jaar vrijwillig bijstort. Heeft de fiscus veel tijd nodig om het aanslagbiljet te versturen, dan kunnen de verhogingen oplopen tot 25% of meer. Contacteer je sociaal verzekeringsfonds voor meer informatie, een accountant kan je helpen om jouw inkomsten correct in te schatten.
Welke fiscale behandeling als student-zelfstandige?
- Als student-zelfstandige blijf je fiscaal ten laste van je ouders, zolang je netto-bestaansmiddelen onder een bepaalde drempel blijven (7.290 EUR voor inkomsten 2024). Om die drempel te bepalen, wordt echter een eerste schijf van je winsten/baten/bezoldigingen als student-zelfstandige niet meegerekend (3.310 EUR voor inkomsten 2024).
- Je moet zelf een belastingaangifte indienen. Maar je zal vrijgesteld zijn van belastingen, zolang je minder verdient dan de belastingvrije som (10.570 EUR voor inkomsten 2024).
- In principe moet je zoals elke zelfstandige de btw-verplichtingen naleven. Maar is jouw omzet kleiner dan 25.000 EUR per jaar, dan kan je genieten van de vrijstellingsregeling voor kleine ondernemingen. Je moet dan nog steeds een btw-nummer hebben, maar je btw-verplichtingen zijn beperkt. Meer informatie over deze regeling vind je hier.
Het UNIZO Startersplatform is een handige én gratis tool om je ondernemingsplan van A tot Z uit te werken!
Meer begeleiding nodig via UNIZO? Neem een kijkje naar ons aanbod.
Fout opgemerkt? Laatst gewijzigd: 23/08/2024