Tom Ongena, voorzitter Open Vld

De automatische indexering heeft ervoor gezorgd dat de koopkracht in ons land op peil bleef in de voorbije crisisjaren, en daarmee ook de binnenlandse consumptie. Maar voor ondernemers zijn de snel gestegen loonkosten inderdaad een harde dobber. Daarom hebben wij de loonnormwet van 1996 met hand en tand verdedigd: verdere loonstijgingen bovenop de index zijn uit den boze zolang er een loonhandicap is met de buurlanden. Verder pleiten wij voor een hervorming van het indexmechanisme. We leggen een netto-index op tafel, waarbij de nettolonen wel worden geïndexeerd maar de loonkost wordt gestabiliseerd door werkgeversbijdragen te verminderen totdat de loonhandicap gedicht is.

Bart De Wever, voorzitter N-VA

Onze loonkosthandicap is terug van nooit helemaal weggeweest. De CRB becijferde dat tussen 2019 en 2022 de uurloonkosten in België stegen met 9,8%, tegenover een gemiddelde van slechts 8,1% in de drie buurlanden. In 2023 verslechterde de situatie nog, want de uurloonkosten stegen in dat jaar alleen met 7,4% in België, tegenover een gemiddelde van 5,9% in de drie buurlanden. Onze bedrijven zijn op 4 jaar tijd dus een stuk concurrentiekracht verloren.

Door de hoge lasten op arbeid zorgt de automatische stijging van de brutolonen er daarnaast voor dat het grootste deel van de opslag naar de fiscus gaat en niet naar de werknemer. We pleiten daarom voor een hervorming van het systeem naar een netto-index in gevallen van veel indexeringen op een korte periode. Zo blijft de loonstijging beperkt en houdt de werknemer meer over.

Wij blijven daarnaast voorstander van decentraal loonoverleg op sector- of bedrijfsniveau met all-in akkoorden.

Sammy Mahdi, voorzitter CD&V

Cd&v wil de essentie van de wetgeving rond loonvorming behouden. Dus zowel de automatische loonindexering als het principe van de loonnorm willen we behouden. Dit om het beschermen van de koopkracht en behoud van concurrentiekracht met elkaar in evenwicht te houden. We zullen wel bekijken met de sociale partners of deze principes geactualiseerd moeten worden.

Cd&v wil ook bekijken of er mogelijkheden om meer ruimte te bieden aan individuele bedrijven om af te wijken van sectorale loonstijgingen. Bedrijven met goede bedrijfsresultaten die dit willen valoriseren ten aanzien van werknemers zouden dan toch loonvoordelen kunnen toekennen, en bedrijven in moeilijkheden zouden tijdelijk kunnen afwijken van de sectorale loonstijging.

Melissa Depraetere, voorzitter Vooruit

Onze economie is véél beter door de pandemie gekomen dan veel landen om ons heen. Ook tijdens en na de energiecrisis doet België het beter dan onze buurlanden. Terwijl Duitsland en Nederland in recessie zijn gegaan, bleven wij groeien. De voorbije jaren hebben we met Vooruit in de federale regering de koopkracht in ons land - ondanks die 2 grote crisissen - het beste beschermd van heel Europa. Dat bewijzen alle studies en dat is vooral te danken aan het systeem van de automatische index. De koopkracht van de mensen beschermen, is de beste garantie voor onze zelfstandigen en ondernemers dat hun zaak of bedrijf kan blijven draaien. Daarom zullen wij de index blijven beschermen. Natuurlijk moeten we ook denken aan de concurrentiekracht van onze KMO’s en bedrijven. Precies daarom is die fiscale hervorming - zie antwoord op vraag 1 - zo hard nodig. Tot slot nog dit: in België is de index een pijler voor sociale vrede. In onze buurlanden zit men pas volgend jaar op hetzelfde economische niveau als in ons land, en dat na vele stakingen en sociale onrust. Daar is geen enkele ondernemer mee gebaat.

Nadia Naji en Jeremie Vaneeckhout, voorzittersduo Groen

Groen is voor het behoud van de automatische indexering. Het mechanisme heeft de afgelopen jaren haar meerwaarde bewezen. Door het vertrouwen in de binnenlandse consumptie bleef de Belgische economie sterk presteren. Door de koopkrachtbescherming  via de automatische loonindexering moesten mensen niet inbinden in hun basisbehoeften. 

Omdat zo'n 200.000 werknemers nog geen recht hebben op een automatische indexering van hun loon, pleiten we voor een uitbreiding naar de sectoren waar nog geen automatische index is. Lonen en uitkeringen moeten beschermd zijn tegen de inflatie. 

De korf van de gezondheidsindex moet een correcte weergave zijn van de effectieve levensduurte. Gentse economen berekenden dat die aanvankelijk overschat werd, nadien onderschat. Dat deed de lonen snel stijgen terwijl de energiekost met vertraging volgde. Als we de korf kunnen verbeteren, moeten we dat doen. We kijken daarvoor naar de paritair samengestelde Indexcommissie.

Tom Van Grieken, voorzitter Vlaams Belang

Het Vlaams Belang is voorstander van de automatische bruto-indexering van lonen en uitkeringen, als fundament van sociale vrede en koopkrachtbescherming. Een bruto-indexering zorgt voor de opbouw van hogere individuele sociale rechten en de betaalbaarheid van de sociale zekerheid. De stijging is overigens het gevolg, niet de oorzaak, van inflatie. Het Vlaams Belang wil in de eerste plaats de oorzaak aanpakken, zoals het lakse monetaire beleid en de stijging van de energieprijzen als gevolg van de roekeloze groene energiepolitiek. Daarnaast kent de arbeidsmarkt in Vlaanderen een nijpend aanbodtekort. Hogere lonen zijn dus sowieso nodig om het tekort aan personeel op de Vlaamse arbeidsmarkt aan te pakken. De bruto-indexering haalt de druk van de ketel van de gespannen Vlaamse arbeidsmarkt. Wel pleiten wij voor de verlaging van de vennootschapsbelasting naar 20%.

Raoul Hedebouw, voorzitter PVDA

Wij betwisten dat de afschaffing of inperking van de automatische loonindexering op termijn gunstig zou zijn voor zelfstandigen en kmo’s. Veel meer nog dan grote bedrijven en multinationals, die grotere reserves hebben en meer manieren om aan (internationale) risicospreiding te doen, zijn kleine ondernemingen afhankelijk van de koopkracht van de gewone mensen in België voor hun omzet. De automatische loonindexering beschermt (grotendeels) deze koopkracht en werkt zo als een stabiliserende factor in onze economie. Tijdens de recente inflatiecrisis hebben we nog gezien dat de index net een voordeel is. Terwijl in landen als Nederland en Duitsland de koopkracht in 2022 daalde met respectievelijk 6,8% en 4,2%, zorgde de index ervoor dat de koopkrachtdaling in België beperkt bleef tot 0,1%. Zoals het Planbureau aangeeft, heeft dat natuurlijk directe gevolgen voor het consumptiegedrag. Bovendien nemen de vakbonden in alle landen, index of niet, de inflatie als uitgangspunt voor hun looneisen. Daarom ziet men in landen waar geen index bestaat telkens koopkrachtstakingen in tijden van hoge inflatie, zoals recent het geval was in al onze buurlanden. Het resultaat is op termijn hetzelfde, alleen zijn er zonder index dus méér schokken.

Wij pleiten dus voor het behoud van de index, maar wel gekoppeld aan maatregelen om de structurele kosten voor zelfstandigen en kmo’s te verkleinen. In de eerste plaats door de energieprijzen te verlagen en te blokkeren en door het elektronisch betalen goedkoper te maken voor kleine handelaars. Tot slot geven we nog een boost aan de koopkracht – en dus aan de omzet van veel zelfstandigen en kmo’s – door de btw op voeding, niet-alcoholische dranken en schoonmaak- en hygiëneproducten af te schaffen. Een gemiddeld gezin zou hiermee 488 euro per jaar besparen aan de kassa in de winkel.

Wat denken de partijvoorzitters over...

Ontdek meer standpunten van de partijvoorzitters over het ondernemerslandschap. 

Lees ze hier