CAO 19/11

Wat is het probleem en welke groep ondernemers had er last van?
Vanuit de federale regering werd de druk opgevoerd op de sociale partners om een akkoord te sluiten over de terugbetaling van de treinabonnementen voor woon-werkverkeer. In CAO 19/9 was een tabel opgenomen die de forfaitaire terugbetaling van de treinabonnementen door de werkgever regelde. Door de indexatie was het aandeel van de werkgevers teruggevallen tot onder de 60%. Zonder akkoord tussen de sociale partners bestond het risico dat er een vast percentage zou worden vastgelegd voor de werkgeverstussenkomst, wat een gevoelige verhoging zou betekenen voor sectoren waar geen 80/20-regeling van toepassing is.
Wat heeft UNIZO er aan gedaan?
UNIZO ging in de NAR in overleg met de andere sociale partners. Daarbij heeft UNIZO duidelijk gemaakt dat een vast percentage niet aanvaardbaar is en te vaak voor een gevoelige verhoging van de werkgeversbijdrage zou zorgen. Daarnaast werd gelpleit om ook de flexabonnementen aan CAO 19/9 toe te voegen.
Wat is het uiteindelijke resultaat, op welke manier heeft die groep ondernemers daar baat bij gehad?
Uiteindelijk werd CAO 19/11 afgesloten die een aantal wijzigingen aanbrengt in CAO 19/9 en ook de flexabonnementen in aanmerking laat komen. Er werd een verhoging van de werkgeversbijdrage tot 71,8% afgeklopt, maar met een aantal beperkingen op de potentiële indexering: 1% indexatie wordt aan 100% meegeteld, alles boven de 1% aan slechts 50%. Er is een maximale indexering van 2,5%. De beperking op de indexatiemogelijkheid zorgt ervoor dat het percentagen van de werkgeversbijdrage de komende jaren (tot 2029) naar alle waarschijnlijkheid terug onder de 71,8% zal zakken.
Moeten er nog verdere stappen genomen worden?
CAO 19/11 regelt de werkgeversbijdrage tot 2029. Daarna moeten we opnieuw rond de tafel met de sociale partners.