“We wonen en werken in onze gebouwen, en niet aan de overkant van de straat om ernaar te kijken.”

Het is een goedgeluimde ondernemer die we ontmoeten voor dit interview. Recent getrouwd én pas 40 jaar geworden. Een mens zou zich voor minder gaan settelen, maar deze West-Vlaamse spraakwaterval is nog niets van zijn innerlijke drive verloren. Met zijn groot lijf en andere kijk op architectuur en design trapt deze ex-basketter al eens op zere tenen. Een boeiende babbel met interieurarchitect Jelle Vandecasteele, oprichter van Cobras.

Tekst: Peter D’Herde – Foto’s: Wim Van de Genachte

Zijn vader was smid en had een ambachtelijke smederij. De jonge Jelle was er vaak te vinden en keerde meer dan eens pikzwart uit de smidse terug. “Als 13-jarige wist ik al dat ik later ook zelfstandige wilde worden, maar dan in een heel andere branche: architectuur. Ik kreeg daarvoor de genen mee van mijn creatieve moeder en handige vader. Na mijn middelbare opleiding mechanica volgde ik dus niet de voetsporen van mijn vader, maar ging interieurarchitectuur in Gent studeren.”

Vervellen tot ondernemercobras

Na die studies werkte Jelle als freelancer voor verschillende ontwerpbureaus. “Ik ben redelijk traditioneel begonnen als een typische huis-tuin-en-keukeninterieurarchitect. Maar tegelijkertijd deed ik ook al kleine projecten voor eigen klanten, vaak familie of vrienden. Alles veranderde toen ik zes jaar geleden een oude textielfabriek in Heule te koop zag staan. Na een kort bezoek besliste ik in een opwelling om de fabriek te kopen, om er te wonen en te werken. Pas nadien kwam het besef dat de verbouwing van zo’n oud pand niet evident is.”

Daarom liet Vandecasteele zich begeleiden op vlak van visie, strategie en communicatie. “Ik werd een spiegel voorgehouden en leerde op een andere manier redeneren. Pas dan ben ik van zelfstandige ook écht ondernemer geworden. Dat gebouw in Heule was geen doel op zich, maar werd een middel om andere doelen te bereiken. Na die strategische oefening besefte ik dat ik deel wilde uitmaken van een team. Niet op een klassieke manier – ik bovenaan de piramide - maar in een horizontale structuur. En dus ben ik vier jaar geleden begonnen met Cobras. Die naam is heel bewust gekozen. De slang die zijn vel afgooit en zo steeds voor vernieuwing gaat, staat symbool voor het circulaire."

Start met het Waarom

Cobras is op korte tijd stevig gegroeid. Vier jaar na de start bestaat het team uit 8 mensen, uitgebreid met nog eens 4 freelancers en 1 stagiaire. “Veel van onze projecten zijn via mond-aan-mond reclame binnen gekomen. Om verder te blijven groeien werven we in de toekomst ook nog een Business Developper aan. Dat is redelijk atypisch, maar ook logisch. In de toekomst willen we meer werken voor de professionele markt. Eigenaars van oude gebouwen en erfgoedpanden weten vaak niet wat ze er mee moeten aanvangen. Wij leggen dan het potentieel van zo’n gebouw bloot. In eerste instantie niet op vlak van esthetiek, maar vooral functioneel.” 

“Maar we richten ons ook op de futureproof workspaces, toekomstgerichte werkplekken."

Gebouwen moeten meegroeien met het bedrijf, op een maatschappelijk verantwoorde manier.

"Ook employer branding en employer happiness zijn daarbij steeds belangrijker. Pas nadien kijken we ook naar de esthetische invulling. Het ‘Waarom’ van een gebouw is dus belangrijker dan het ‘Hoe’. Om het met een boutade te zeggen: We wonen en werken in onze gebouwen en niet aan de overkant van de straat om ernaar te kijken.”

Van binnen naar buiten

Een visie die weleens botst met die van architecten, volgens Vandecasteele. “Als interieurarchitect zit ik steeds vaker mee aan de tafel van masterplannen, en dat is niet evident. Wij werken van binnen naar buiten, terwijl de traditionele kijk van architecten van buiten naar binnen is. En dat verschil in visie botst dus wel eens. Maar als ik dan de Vlaamse Bouwmeester bezig hoor, zitten we wél op dezelfde golflengte. En dus ga ik op zoek naar gelijkgestemden, om samen aan de kar te trekken en af en toe tegen de schenen te schoppen.”

cobras“Door dat gebouw in Heule te kopen, is mijn denken over duurzaamheid in een stroomversnelling gekomen. Ik vind dat we meer multidisciplinair moeten werken om goede en toekomstgerichte oplossingen te bedenken voor de uitdagingen waar we voor staan. Ik ben misschien niet de typische groene jongen, maar ik ben er wel van overtuigd dat we op een andere manier met ruimte en mobiliteit moeten omgaan. Reconversie van oude gebouwen past dus perfect binnen dat circulaire verhaal. Veel van die gebouwen staan te verkommeren, omdat niemand weet wat er mee kan én mag gebeuren. Daar willen wij met Cobras op inzetten.”

“Duurzaamheid is natuurlijk een begrip dat ook vaak misbruikt wordt. Als je een boom niet omzaagt ben je zogezegd ook al duurzaam bezig. Wat ook moeilijk is: in de bouwsector gaat het over materie en materie is tastbaar. Maar een visie over duurzaamheid is dat niet en dan zeggen ze nogal eens snel: hij is daar weer met zijn ‘vertellinkske’. En dan vind ik het des te leuker dat de Howest mij heeft gevraagd om hun nieuwe opleiding ‘Built Environment’ mee invulling te geven.”

Circulariteit

Circulariteit begint bij het gebouw zelf, stelt Vandecasteele. “Je hebt natuurlijk een wettelijk en stedenbouwkundig kader dat bepalend is voor wat kan en niet kan. Door een gebouw een andere bestemming te geven en niet af te breken, geef je een duidelijk signaal. We hergebruiken ook veel bestaande materialen, soms zelfs uit andere projecten."

Maar ook een nieuwbouwproject kan perfect circulair zijn. Maak dan gewoon de juiste keuzes op vlak van indeling, inrichting en materialen zodat het futureproof is.

"Wat we vandaag bouwen, moet binnen 20 jaar een totaal andere invulling kunnen krijgen. Eén van de pioniers daarin is de Duitse architect Thomas Rau. Zijn ideeën over remontabel bouwen sluiten aan bij mijn visie op duurzaamheid. Een gebouw moet mee kunnen groeien of krimpen naargelang de behoefte van de gebruiker. In Nederland staan ze daarin een stuk verder dan in het conservatieve Vlaanderen.”

Duurzame groei

Vandecasteele speelde 34 jaar basket en dat heeft hem ook als ondernemer veel bijgebracht. “Je kan veel meer bereiken als je samenwerkt. De gekende NBA-coach Phil Jackson zei: ‘The strength of the team is each individual member. The strength of each member is the team.’ Het gaat er dus over dat je ook anderen laat scoren. Dat hou ik steeds voor ogen bij de groei van Cobras.”

“We worden wat groter en dus hebben we naast onze eigen medewerkers nu ook een collectief van externe specialisten. Zo kunnen we altijd de juiste expertise uit ons collectief vissen om het beste team mee samen te stellen. Voor mij is dat dé manier van samenwerken in de toekomst. De rol van de architect zal in de toekomst ook anders worden. Je hebt nu meer een coach nodig om het project van A tot Z te begeleiden. En interieurarchitectuur is daar maar één stukje van. Wat wij met Cobras kunnen betekenen, moet voor iedereen duidelijk zijn. En dus hebben we beslist om onze baseline te veranderen naar ‘We make spaces work’.”

Lawaai maken

Vandecasteele is er fier op dat hij zijn ondernemersverhaal mag vertellen en op die manier misschien anderen vooruit kan helpen. “Voor mij is alles gestart met de aankoop van die oude fabriek in Heule. In een droombeeld zag ik er ons gezin wonen en onze kinderen opgroeien. Pas nadien ben ik ook vanuit een professionele context over circulariteit beginnen nadenken. Nochtans is dat thema totaal niet nieuw. Romeinse restanten bijvoorbeeld bekijken we standaard als erfgoed en ontsluiten we toeristisch. Maar tegelijk zijn er in Vlaanderen nog veel industriële sites die we als ‘zwarte vlekken’ bestempelen. Als je die terug aan de maatschappij geeft om te wonen en te werken, ga je écht anders om met de beschikbare ruimte. Een reconversie van die oude sites heeft een grote impact op een hele buurt.”

“Toen ik de vraag kreeg om Ambassadeur te worden voor West-Vlaanderen, heb ik direct ja gezegd. Ik vind het een hele eer en een bevestiging dat we op de juiste weg zitten. Door wat ‘lawaai’ te maken help ik om het draagvlak voor circulariteit te vergroten. Want we denken nog steeds te veel in hokjes. En die hokjes wil ik doorbreken. Ik babbel graag, maar kan ook goed luisteren. En dat zonder de andere te proberen overtuigen van mijn mening. Ik kan het me ondertussen permitteren om wat ‘averechts’ te doen, maar ik sta wel 100% achter de dingen die ik vertel. Ik geloof in mijn verhaal.”

Nuttig voor jou