De machtigste commissie van het land
Deze week is het een spannende week voor de verkozenen des volks. Dinsdag hebben de Vlaamse volksvertegenwoordigers hun eed afgelegd in het Vlaams parlement en donderdag is het de beurt aan de volksvertegenwoordigers in de Kamer. De parlementen zijn dus terug “up and running”. De verkiezingen zijn hiermee definitief afgesloten. Maar zo voelt het niet. De ogen zijn immers niet op het parlement gericht, maar op de regeringsvorming. We verkiezen onze parlementsleden, maar laat ons wel wezen, we willen eigenlijk vooral weten wie onze nieuwe regeringen gaan vormen. De rol van het parlement is schijnbaar minder belangrijk geworden in onze democratie. Vanaf ze een regering in het zadel hebben geholpen, is het vooral de regering die de lakens uitdeelt. En dat is zo voor zowel het federale, het Vlaamse als het Brusselse niveau. We noemen het parlement nog altijd de “wetgevende macht”, maar eigenlijk is zelfs dat maar gedeeltelijk waar. Het klopt dat een wet pas een wet wordt (of een decreet een decreet) wanneer het parlement zijn zegen heeft gegeven. Maar het zijn de ministers en hun kabinetten die de overgrote meerderheid van onze wetten, decreten en ordonnanties voorbereiden.
Heeft ons parlement dan geen rol meer te spelen? Ja, tuurlijk wel. De verkozen parlementsleden vertegenwoordigen “de Natie”, ons allemaal dus. Zij stellen zaken aan de kaak, zetten problemen op de agenda, controleren de regering, stellen vragen en interpelleren. Parlementen kunnen zelfs onderzoekscommissies oprichten om als een onderzoeksrechter beleidszaken uit te spitten. Maar ook daar moeten we erkennen dat het eigenlijke maatschappelijke debat niet meer ín het parlement wordt gevoerd, maar in de pers en op sociale media. Wel, vanuit UNIZO hebben we een nieuwe opdracht voor het parlement. Het parlement moet het probleem van de administratieve rompslomp oplossen.
Onze samenleving kreunt onder de regeldruk. Onze ondernemers duiden de administratieve shit aan als het tweede belangrijkste obstakel waar ze mee te maken krijgen om goed te kunnen ondernemen. En ze zijn niet alleen: vraag maar eens aan artsen, leerkrachten, boeren of elke andere burger wat ze ervan vinden. De regeringen beloven wel dat ze administratieve vereenvoudiging ernstig gaan nemen (en ook de nieuwe regeringen gaan dit binnenkort met volle overgave doen). Maar het resultaat is meestal toch méér in plaats van minder regeldruk. Wel, hier kan het parlement een belangrijke rol gaan spelen. UNIZO stelt voor dat in elke parlement een overkoepelende commissie “administratieve vereenvoudiging en beleidsevaluatie” wordt opgericht. Deze commissie moet bestaan uit vertegenwoordigers van alle beleidsdomeinen in de andere commissies en ze heeft één hoofdtaak: bij elk wetgevend initiatief nagaan welke regeldruk erbij komt. Als er extra regels bijkomen, zal het parlement deze wet pas goedkeuren, als er tegelijkertijd andere rompslomp wordt weggenomen. Tegelijkertijd kan deze commissie ook aan beleidsevaluatie doen: welke regelneverij bestaat er die eigenlijk voor niets nodig is of weinig oplevert? Ook die kan vereenvoudigd worden.
We willen niet meer of minder dan dat het parlement het probleem van de administratieve rompslomp deftig in handen neemt. Deze commissie zal de belangrijkste commissie van het parlement worden, want zelfs de regering zal pas wetten kunnen laten passeren als deze commissie fiat geeft. De regering gaat er zelfs op voorhand rekening mee gaan houden, vooraleer het een ontwerp in het parlement zal indienen. En dat is nu net wat we willen: ervoor zorgen dat de administratieve vereenvoudiging top of mind wordt van onze politici, in het parlement én in de regering.
Dus via deze weg: dikke proficiat aan alle verkozen parlementsleden. Veel goede moed en werklust in de komende jaren, maar vooral: richt de commissie administratieve vereenvoudiging op.