Fiscaal gunstregime voor ploegenarbeid: UNIZO eist duidelijkheid en rechtszekerheid 

Vorige week publiceerde het Grondwettelijk Hof een arrest waarmee het fiscaal gunstregime voor ploegen­arbeid in het gedrang komt. Dit zou een grote financiële impact hebben op duizenden kmo’s. UNIZO is bezorgd en vraagt snel duidelijkheid.

“We eisen een rechtszeker kader voor onze ondernemers. Er hangt nu een Zwaard van Damocles boven hun hoofd, met mogelijk zeer grote gevolgen. Dit mag geen ‘fait divers’ worden waar men snel komaf maakt met een noodzakelijke steunmaatregel. We verwachten een wettelijke garantie die zekerheid biedt”, zegt topman Danny Van Assche. 

Door het fiscaal gunstregime moeten werkgevers een gedeelte van de bedrijfsvoorheffing die zij inhouden op het loon van hun werknemers die ploegenarbeid verrichten, niet doorstorten naar de Schatkist. Het is een maatregel, initieel bedoeld voor de industriële sector, om de hoge loonkosten draaglijk te maken en bedrijven competitief te houden. Aangezien het toepassingsgebied niet specifiek beperkt is tot één sector, maken veel kmo’s ook buiten de industriële sector hiervan gebruik.

In enkele concrete geschillen tussen ondernemers en de fiscus, moest het Grondwettelijk Hof oordelen of het gelijkheidsbeginsel wordt geschonden doordat de wet bepaalt dat er enkel sprake is van ‘ploegenarbeid’ als het werk wordt verricht in minstens twee ploegen van minstens twee werknemers, die hetzelfde werk doen, zowel qua inhoud als qua omvang. Als je deze bepaling strikt leest, betekent dit dat een kmo waarbij de ochtendploeg uit 5 mensen bestaat en de avondploeg uit 3 mensen, niet kan genieten van het fiscaal gunstregime. De in de geschillen betrokken ondernemers, riepen in dat hierdoor sprake is van discriminatie. Uit het arrest blijkt echter dat dit niet het geval is.

Dit betekent dat de fiscus een wapen krijgt om de vrijstelling zeer strikt toe te passen. Bijvoorbeeld door te eisen dat de ploegen uit exact evenveel mensen bestaan die exact hetzelfde werk doen. 

UNIZO roept de federale regering op om snel duidelijkheid te brengen via een robuust wetgevend kader. Danny Van Assche: “Het is nog afwachten of de fiscus effectief zo streng zal optreden, maar met deze uitspraak is de kans niet onbestaand. Dit dreigt weer een staaltje van gebrekkige rechtszekerheid te worden. Ondernemers die het regime toepassen moeten weten hoe de voorwaarden in te vullen. Als zij het regime niet langer kunnen toepassen, heeft dit een enorme financiële impact.” 

Soepele invulling van begrip ‘ploegenarbeid’ 

UNIZO pleit voor een wetgevend ingrijpen, waarbij wordt gekozen voor een soepele invulling van het begrip ‘ploegenarbeid’ zodat kmo’s ook buiten de industriële sector de maatregel kunnen blijven gebruiken. Het probleem waaraan de maatregel oorspronkelijk wou tegemoetkomen, het versterken van de concurrentiekracht omwille van de loonhandicap, bestaat ook in andere sectoren. Alle kmo’s worden geconfronteerd met de hoge lasten op arbeid. 

“Deze problematiek legt voor de zoveelste keer de pijnpunten van onze personenbelasting bloot”, vervolledigt Danny Van Assche. “De belasting op arbeid is zodanig hoog dat dergelijke maatregelen noodzakelijk zijn om personeel enigszins betaalbaar te houden voor kmo’s. Een grondige hervorming van de personenbelasting is onontbeerlijk en moet bovenaan op de agenda van de volgende federale regering staan.”