Het Belgische systeem van loonvorming zit in een keurslijf door het automatisch karakter van indexeren. België is quasi het enige land in Europa dat hier nog krampachtig aan vasthoudt. Daarom blijft UNIZO bij haar standpunt dat het systeem van automatische indexering moet worden afgeschaft. Als de geesten bij alle partijen hier nog niet voldoende rijp voor zijn, biedt de organisatie een alternatief om de impact voor de ondernemers op korte termijn te milderen.

“We hebben vijf voorstellen klaar die gezamenlijk kunnen worden uitgevoerd als ‘second-best”, zegt UNIZO-topman Danny Van Assche. “In afwachting van het effectief afschaffen van de automatische loonindexering moet minstens een duurzaamheidsindex worden ingevoerd waarbij de fossiele brandstoffen uit de indexkorf worden gehaald. Bedrijven in moeilijkheden moeten kunnen opteren voor een ‘opt-out’ en we vragen een correcte verrekening van de energiecontracten plus een vereenvoudiging voor berekening van de loonmarge. Tenslotte dienen de regelingen over de winstpremie te worden versoepeld. Deze voorstellen moeten worden bekeken in hun geheel en dus gelijktijdig ingevoerd.”


Gevolgen van automatische indexering

De  automatisme loonindexering zet bij de minste inflatieschok een turbo op de loonkosten waardoor Belgische ondernemingen een competitiviteitscrisis boven het hoofd hangt. In 2023 stegen de brutolonen in de Belgische private sector met maar liefst 8,1% – een historisch record – terwijl ze reeds significant gestegen waren in 2022 met 4,8%. Telkens lag indexatie aan de basis van deze uitzonderlijke percentages volgens de Nationale Bank van België. Omdat onze buurlanden geen automatische indexering (meer) kennen en pas met vertraging, na onderhandelingen tussen werkgevers en vakbonden, de lonen aanpassen, stijgen de Belgische lonen sneller en ontstaat een loonkostenhandicap. Die is intussen terug opgelopen tot 1,8% en wordt niet alleen traag maar ook onvolledig ingehaald, waardoor de kloof verder zal uitdiepen.

“De lonen zijn op vijf  jaar tijd met twintig procent gestegen. We zijn, naast Luxemburg en Cyprus, nog het enige land in Europa waar wordt vastgehouden aan automatische loonindexering”, duidt Danny Van Assche. “Het is tijd om dat taboe te doorbreken. We hebben de hoogste loonkosten ter wereld en blijven blind meegaan in het automatisch verhogen van de lonen. Naast een grondige fiscale hervorming, waarbij wie werkt meer beloond wordt, moet de automatische indexering samen met de loonwet op de schop. Als dat niet op korte termijn kan, moeten we er alles aan doen om de negatieve impact van de indexering temperen.”
 

Vijf maatregelen om de gevolgen van de automatische indexering te temperen 

De afschaffing van de automatische index is noodzakelijk maar ligt politiek zeer moeilijk. Daarom formuleert UNIZO ook een groep van voorstellen om op korte termijn in te voeren en zo de druk van de ketel te halen.

Als eerste moet de gezondheidsindex vervangen worden door een duurzaamheidsindex, waarbij gas, vloeibare brandstoffen en vaste brandstoffen uit de korf verdwijnen. Dat zal een vertragend én een verlagend effect hebben op de indexatie van lonen.

Ten tweede wil UNIZO dat alle bestaande elektriciteitscontracten meetellen bij de berekening van de inflatie, en niet enkel de nieuwe contracten zoals vandaag het geval is. Zeker in tijden van hoge energie-inflatie is dit van belang. Veel gezinnen worden immers (nog) niet geconfronteerd met deze duurdere contracten. Het gevolg is dat we in zulke omstandigheden onze lonen en ook beleidsmaatregelen koppelen aan een manke barometer. Nederland voerde een gelijkaardige hervorming reeds in 2023 in.

Het derde voorstel geeft ondernemingen de mogelijkheid tot een opt-out van loonindexatie indien aan bepaalde voorwaarden is voldaan.
“Dit mechanisme geeft een tijdelijk uitstel of een definitief afstel van indexatie. Ondernemingen in moeilijkheden krijgen dan de mogelijkheid om loonindexaties over te slaan als ze kunnen bewijzen dat ze het niet kunnen dragen. Een bedrijf kan beter een indexering overslaan of later inhalen en overleven, dan mordicus de automatische indexering volgen met een faillissement en jobvernietiging tot gevolg. Ik kan me niet voorstellen dat daar iemand tegen is”, stelt Danny Van Assche.

De vierde maatregel heeft betrekking op de berekening van de maximaal beschikbare marge op basis waarvan de loonnorm wordt bepaald. De formule voor deze marge is wettelijk verankerd maar wordt als zeer complex ervaren. Daarom pleit UNIZO voor een vereenvoudiging door bij de berekening niet langer rekening te houden met de historische loonkostenhandicap.

Het vijfde en laatste voorstel beoogt meer ‘loonautonomie’ op bedrijfsniveau door een versoepeling van de regelingen over de winstpremie. Die moet worden uitgebreid naar een ‘winstreserve’. Zo kan de werkgever een premie toekennen als er geen winst werd gemaakt op het einde van het boekjaar, maar wel indien er voldoende beschikbare reserves zijn. Laat ook meer individualisering toe, zodat individuele werknemers voor uitzonderlijke prestaties kunnen worden beloond via een winstpremie en schrap het huidige plafond van dertig procent van de totale brutoloonmassa. Laat ondernemers zelf kiezen hoever ze willen gaan in de toekenning van een winstpremie. Dit is een mogelijkheid voor bedrijven waar het goed gaat om ook iets te doen buiten de loonnorm.

Met al deze voorstellen biedt UNIZO uitwegen uit de huidige impasse omtrent de interprofessionele loononderhandelingen.


Het dossier met berekende voorstellen kan u hier downloaden