Het Europees handelsbeleid, meer openheid of meer autonomie?
De Europese Unie is de grootste handelsmacht ter wereld, maar door de snelle opeenvolging van crisissen de laatste jaren staat de Europese Unie toch onder druk. Door de coronacrisis, de Oekraïnecrisis en de energiecrisis is gebleken dat Europa en zeker ook België heel afhankelijk is van andere economische grootmachten voor strategische producten en kritische grondstoffen. Nu de Verenigde Staten meer protectionistische maatregelen neemt met de Inflation Reduction Act, is het afwachten wat de reactie van de Europese Unie zal zijn.
Op 16 augustus 2022 tekende Amerikaans president Joe Biden de Inflation Reduction Act. Met deze wet wil de regering Biden miljarden dollars in de Amerikaanse economie pompen door te investeren in schone energie en technologie uit de VS. Daarmee krijgen Amerikaanse fabrikanten de voorkeur op de nu gediscrimineerde Europese exporteurs. In de Europese Unie daarentegen is het verboden om staatsteun te verlenen aan bedrijven omdat dit hen een oneerlijk voordeel kan geven ten opzichte van de concurrenten. Een van de belangrijkste voorwaarden van de vrije Europese handel is namelijk open concurrentie.
De Europese beleidsmakers maken zich dan ook zorgen over de Inflation Reduction Act van de VS, aangezien het land een belangrijke partner is van de EU in de strijd tegen de klimaat- en energiecrisis. De autonome strategie van de Verenigde Staten zet dan ook de openheid van de Europese interne markt onder druk. Onder meer hierdoor ontstaat er in het Europees handelsbeleid een spanningsveld tussen meer openheid of meer autonomie.
De laatste jaren is duidelijk geworden dat de EU op sommige vlakken meer autonoom moet worden. Daarom startte de Commissie in 2020 al met een raadpleging over de toekomst van het handelsbeleid. Als resultaat van die raadpleging deed de Commissie een mededeling waarin het de “open strategische autonomie” verduidelijkte als: “het vermogen van de EU om haar eigen keuzes te maken en de wereld om haar heen vorm te geven door leiderschap en betrokkenheid, waarbij haar strategische belangen en waarden tot uiting komen”. De toevoeging van "open" laat zien dat de EU open zal staan voor handel en stabiele regels zal bevorderen om sterk te zijn op economisch en geopolitiek vlak. Het economisch fundament van de EU, namelijk de interne markt, mag niet in het gedrang komen.
Ook in ons land is de laatste jaren gebleken dat we soms te afhankelijk zijn van andere economische grootmachten zoals Rusland. België heeft er dan ook alle belang bij om minder afhankelijk te zijn van dergelijke supply chains. Daarentegen heeft ons land er ook alle belang bij vrije handel, aangezien België een van de meest open economieën is ter wereld en heel veel profijt haalt uit export en import naar en van de hele wereld. De buitenlandse handel met Amerika, Azië of andere werelddelen mag wel niet overschat worden, want onze belangrijkste handelspartners blijven de buurlanden.
Ondertussen heeft ook de Europese Unie haar antwoord klaar, met de publicatie van de Industriële Green Deal. De EU wil zich hiermee terug (meer) op de kaart zetten als attractief investeringsgebied voor de net-zero industrie.
Dit willen ze doen a.d.h.v. een nieuw programma dat steunt op 4 pijlers. Ten eerste een eenvoudiger regelgevend kader met vereenvoudigde vergunningsprocedures. Ten tweede snellere toegang tot adequate financiering (van net-zero) technologie. Om een groene omwenteling te maken zijn ook bepaalde vaardigheden nodig. Die wil de EU verder ontwikkelen, dat is de 3e pijler. De 4e en laatste pijler is een open handelsstrategie met aandacht voor veerkrachtige supply chains.