Tijdskrediet
Jouw werknemer wil tijdskrediet opnemen. Wat zijn de toegangsvoorwaarden? Wat moet je doen met de aanvraag en kan je die weigeren?
Informatie
Wat moet u doen als u de aanvraag voor tijdskrediet hebt ontvangen?
Afhankelijk van het type en de vorm van het tijdskrediet moet u nagaan of:
- de toelatingsvoorwaarden vervuld zijn;
- de gevraagde duur kan worden toegekend in functie van de voorziene minima en maxima.
Wat indien de voorwaarden niet vervuld zijn?
Indien de toegangsvoorwaarden niet vervuld zijn, moet u de aanvraag om tijdskrediet van de werknemer weigeren.
Indien de periode niet kan worden toegekend omdat de minimumduur niet gerespecteerd wordt of omdat de maximumduur van het gevraagde type van tijdskrediet is bereikt, moet u de werknemer daarvan op de hoogte brengen. In deze hypothese kan de werknemer eventueel een andere periode van tijdskrediet vragen, die deze minima en/of maxima respecteert.
Wat indien de voorwaarden vervuld zijn?
- Als er 10 werknemers of minder in de onderneming zijn of als de functie die wordt uitgeoefend door de werknemer van het recht is uitgesloten op basis van een collectieve arbeidsovereenkomst op sector- of ondernemingsniveau moet u beslissen of u het gevraagde tijdskrediet toestaat;
- Als er meer dan 10 werknemers zijn in de onderneming moet u nagaan of er plaats is in het quotum van de gelijktijdige afwezigheden op de datum waarop de werknemer het tijdskrediet wil bekomen. Als dat het geval is, moet u eveneens beslissen of u de werknemer het tijdskrediet toestaat op de datum die hij heeft gevraagd, dan wel of u het omwille van dwingende interne of externe redenen wenst uit te stellen.
Als de werknemer aanspraak kan maken op het tijdskrediet in geval van halftijds of 1/5-tijds tijdskrediet, moet u ook de deeltijdse arbeidsregeling bepalen en schriftelijk vastleggen in een avenant bij de arbeidsovereenkomst.
Fout opgemerkt? Laatst gewijzigd: 29/11/2024
Mag je als werkgever de aanvraag tot tijdskrediet weigeren?
• Als je maximum 10 werknemers tewerkstelt.
Je mag de aanvraag weigeren want in dit geval is het tijdskrediet geen recht.
• Als je meer dan 10 werknemers tewerkstelt.
Voor zover de toegangsvoorwaarden vervuld zijn mag je de aanvraag niet weigeren want in dit geval is het tijdskrediet een recht. Om de continuïteit van het werk te garanderen, is het recht op het tijdskrediet wel beperkt; maximaal een bepaalde aantal werknemers mag tegelijk tijdskrediet opnemen. Dat geldt niet voor de werknemers van 55 jaar of ouder die het 1/5-tijds tijdskrediet aanvragen, ingeval van tijdskrediet eindeloopbaan.
Los van het aantal werknemers in de onderneming, kunnen bepaalde functies overigens uitgesloten worden van het recht op het tijdskrediet, door middel van een sectorale of ondernemings-CAO.
Fout opgemerkt? Laatst gewijzigd: 06/12/2024
Wat zijn de toegangsvoorwaarden van tijdskrediet met motief?
Tijdskrediet is een systeem dat werknemers de mogelijkheid biedt om hun arbeidsprestaties tijdelijk te onderbreken of te verminderen tot de helft of met 1/5. Hierbij heeft de medewerker de garantie dat hij na afloop van het tijdskrediet zijn functie weer kan opnemen. Sinds 1 april 2017 moeten werknemers altijd een specifieke reden hebben voor het aanvragen van tijdskrediet.
1. Anciënniteitsvoorwaarde
De werknemer moet sinds minstens 2 jaar door een arbeidsovereenkomst verbonden zijn met de onderneming.
Deze voorwaarde geldt voor de drie vormen van tijdskrediet met motief (voltijds, halftijds en 1/5-tijds).
In tegenstelling tot het tijdskrediet zonder motief, is het voor het tijdskrediet met motief niet verplicht om minstens 5 jaar beroepsverleden als loontrekkende te hebben.
Uitzondering
Indien de werknemer nog geen 2 jaar anciënniteit heeft, kan hij het tijdskrediet met motief toch bekomen als hij het neemt nadat hij zijn recht op ouderschapsverlof heeft uitgeput voor alle rechthebbende kinderen.
2. Tewerkstellingsvoorwaarde
In geval van vermindering van prestaties moet de werknemer naast de voorwaarden van 2 jaar anciënniteit, ook een tewerkstellingsvoorwaarde vervullen tijdens de 12 maanden die de schriftelijke kennisgeving voorafgaan.
• in geval van halftijds tijdskrediet moet hij minstens 3/4-tijds gewerkt hebben.
• in geval van 1/5-tijds tijdskrediet moet hij voltijds gewerkt hebben.
Indien de werknemer niet heeft gewerkt in het toegewezen arbeidsregime gedurende de vereiste 12 maanden, kunnen bepaalde periodes van schorsing van de overeenkomst of deeltijdse tewerkstelling gelijkgesteld worden met prestaties of geneutraliseerd worden.
3. Specifieke voorwaarden
Noodzaak van een CAO
Er moet een sectorale of ondernemings-CAO gesloten zijn die het mogelijk maakt een voltijds of halftijds tijdskrediet te bekomen voor de volgende motieven:
• zorgen voor zijn kind dat jonger is dan 8 jaar;
• palliatieve zorgen verlenen;
• zorg of medische bijstand verlenen aan een zwaar ziek gezins- of familielid tot de 2de graad;
• een erkende opleiding volgen.
Indien vóór 01.09.2012 in toepassing van de CAO nr. 77bis een sectorale of ondernemings-CAO was gesloten om het recht op het voltijdse of halftijdse tijdskrediet uit te breiden tot meer dan een jaar, maakt deze CAO het mogelijk om het bijkomende recht op het voltijdse of het halftijdse tijdskrediet te bekomen omwille van de voormelde motieven, zonder de maximumtermijn van 36 maanden te overschrijden.
Dat betekent dat het bijkomend recht op voltijds of halftijds tijdskrediet omwille van deze motieven niet bij alle werkgevers kan bekomen worden.
Indien hieromtrent geen sectorale of ondernemings-CAO is gesloten, kunnen de werknemers van uw onderneming het voltijds of halftijds tijdskrediet omwille van deze motieven niet bekomen, zelfs indien ze aan de andere toegangsvoorwaarden voldoen. In deze hypothese moet u de aanvraag van de werknemer weigeren.
Geen toelating om te cumuleren met een activiteit als loontrekkende of als zelfstandige
De werknemer heeft geen recht op het voltijds, halftijds of 1/5-tijds tijdskrediet voor de besproken motieven, indien hij een nevenactiviteit als zelfstandige of als loontrekkende aanvat of uitbreidt, die niet met de onderbrekingsuitkeringen gecumuleerd mag worden.
Welke cumulaties met onderbrekingsuitkeringen zijn verboden?
De onderbrekingsuitkeringen kunnen niet gecumuleerd worden met:
• een nevenactiviteit als loontrekkende, behalve indien die minstens gedurende 12 maanden voor de aanvangsdatum van het tijdskrediet tegelijkertijd met de activiteit die het voorwerp vormt van de aanvraag om tijdskrediet werd uitgeoefend.
In geval van toegelaten cumulatie mag het aantal uren van de nevenactiviteit als loontrekkende niet uitgebreid worden. Met andere woorden, indien het aantal uren van de nevenactiviteit als loontrekkende tijdens het tijdskrediet wordt verhoogd, is de cumulatie niet meer toegelaten.
• een nevenactiviteit als zelfstandige, behalve in geval van voltijds tijdskrediet en op voorwaarde dat deze activiteit gedurende minstens 12 maanden vóór de aanvangsdatum ervan tegelijkertijd werd uitgeoefend met de activiteit die het voorwerp vormt van de aanvraag om tijdskrediet.
Voor de toepassing van deze bepaling is een nevenactiviteit als zelfstandige elke activiteit die de betrokken werknemer verplicht om ingeschreven te zijn onder het zelfstandigenstatuut, overeenkomstig de reglementering van de RSVZ.
Fout opgemerkt? Laatst gewijzigd: 29/11/2024
Wijzigingen inzake tijdskrediet
Overzicht wijzigingen
|
De regels rond tijdskrediet waren zeer verwarrend geworden omdat het recht op afwezigheid niet altijd gelijk liep met het recht op onderbrekingsuitkeringen. De Wet Werkbaar Wendbaar Werk gaf aanleiding tot een aanpassing van de NAR-cao nr. 103 die op haar beurt komaf maakt met dit onderscheid. Het tijdskrediet zonder motief bestaat niet meer en het tijdskrediet met motief gaat nu altijd gepaard met uitkeringen.
Vroegere situatie tijdskrediet
Tot voor kort konden werknemers 12 maanden tijdskrediet zonder motief genieten, gerekend in voltijdse equivalenten. Een medewerker kon dus ofwel 12 maanden voltijds tijdskrediet zonder motief opnemen, ofwel de loopbaan verminderen tot de helft gedurende 24 maanden, ofwel de loopbaan verminderen met één vijfde gedurende 60 maanden. Sinds 2015 kregen medewerkers geen uitkeringen meer voor tijdskrediet zonder motief.
Wie tijdskrediet met motief opnam, kon dit onder het motief ‘zorg’ voor 36 kalendermaanden en onder het motief ‘ziek kind’ voor 48 kalendermaanden. Toch gaven beide motieven recht op uitkeringen voor 48 kalendermaanden. Een werknemer die tijdskrediet onder het motief ‘zorg’ opnam, had dus voor 36 kalendermaanden recht op tijdskrediet en uitkeringen hoewel hij of zij theoretisch eigenlijk recht had op uitkeringen voor 48 maanden.
Aanpassingen en nieuwe situatie tijdskrediet
De sociale partners schaften het tijdskrediet zonder motief af en breiden het maximum tijdskrediet met motief zorg uit naar 51 kalendermaanden.
Deze aangepaste NAR-cao is van toepassing op alle aanvragen en verlengingsaanvragen aan de werkgever vanaf 1 april 2017. De regering voorziet daarnaast nog een nieuw KB rond het recht op uitkering. Dat zal er pas tegen 1 juni 2017 zijn.
Op de lopende tijdskredieten blijven de oude regels van toepassing.
Terwijl het tijdskrediet zonder motief afgeschaft is, zal het tijdskrediet met motief opgetrokken worden naar 51 kalendermaanden. Dat zowel voor de drie motieven ‘zorg’ als voor de twee motieven ‘ziek kind’:
- Motieven ‘zorg’:
- zorg voor een eigen kind tot acht jaar,
- palliatieve verzorging,
- de bijstand of verzorging aan een zwaar ziek gezins- of familielid.
- Motieven ‘ziek kind’:
- zorg voor een eigen gehandicapt kind tot 21 jaar,
- de bijstand of verzorging aan een eigen minderjarig zwaar ziek kind of aan een minderjarig zwaar ziek kind dat gezinslid is.
Het tijdskrediet met motief ‘opleiding’ blijft wel mogelijk voor 36 kalendermaanden. Voor dit motief, en voor de drie motieven ‘zorg’, is een sectorale of ondernemings-cao nog steeds nodig voor het voltijds en halftijds tijdskrediet. Werknemers kunnen tijdskrediet voor deze motieven bovendien niet opnemen in combinatie met de opstart of uitbreiding van een niet-toegelaten bezoldigde of zelfstandige activiteit.
Twee deeltijdse contracten bij twee werkgevers
Eén vijfde tijdskrediet was vroeger niet mogelijk voor werknemers met twee deeltijdse contracten bij twee verschillende werkgevers. De nieuwe regels zorgen ervoor dat dit voortaan wel kan voor zover de som van beide tewerkstellingsbreuken minstens een voltijdse tewerkstelling omvat. Hiervoor wordt rekening gehouden met de voltijdse arbeidsduur bij de werkgever aan wie de aanvraag wordt gericht. De één vijfde loopbaanvermindering kan bij beide werkgevers opgenomen worden, voor zover de aanvang en de duurtijd van beide verminderingen gelijk zijn en samen één vijfde bedragen. Bijkomende voorwaarde is dat de werkgevers bij wie de werknemer het tijdskrediet wil opnemen hiermee akkoord gaan.
Nieuwe verrekenregels voor eerder opgenomen tijdskrediet
De afschaffing van het tijdskrediet zonder motief en de uitbreiding van het tijdskrediet met motief hebben een invloed op de verrekenregels van het eerder opgenomen tijdskrediet. De overheid brengt voortaan alle eerdere afwezigheden wegens tijdskrediet of loopbaanvermindering chronologisch in mindering van het tijdskrediet met motief. Tijdskrediet zonder motief wordt proportioneel verrekend in voltijdse equivalenten, tijdskrediet met motief in kalendermaanden.
De eerste twaalf maanden van het tijdskrediet zonder motief worden in voltijdse equivalenten geneutraliseerd. Een werknemer die gedurende vijf jaar vier vijfde werkte in tijdskrediet zonder motief (gelijk aan 12 maanden voltijds equivalent), kan dus nog 51 of 36 kalendermaanden tijdskrediet met motief opnemen. De vijf jaren waarin hij zijn loopbaan met één vijfde verminderde, worden geneutraliseerd.
Oneigenlijk gebruik tijdskrediet medische bijstand
Het tijdskrediet met motief ‘bijstand of verzorging aan een zwaar ziek gezins- of familielid’ is de voorbije jaren sterk toegenomen. Mogelijk ligt een oneigenlijk gebruik van dit tijdskrediet aan de basis van deze toename. Daarom zal de behandelende arts voortaan moeten attesteren dat er – bovenop de professionele ondersteuning – daadwerkelijk een voltijdse, halftijdse of een één vijfde onderbreking of loopbaanvermindering nodig is.
Tijdskrediet onder het motief ‘bijstand of verzorging aan een zwaar ziek gezins- of familielid’ zal alleen nog weggelegd zijn voor bloedverwanten tot en met de tweede graad en aanverwanten tot en met de eerste graad. Wettelijk samenwonenden zullen gelijkgesteld worden met gehuwden en kunnen dus ook beroep doen op tijdskrediet onder dit motief.
Deze aanpassingen zullen ook doorgetrokken worden naar het thematisch verlof ‘medische bijstand’.
Andere aanpassingen
Landingsbanen
De werknemer die van een tijdskrediet ‘landingsbanen’ wil genieten, moet een loopbaan van 25 jaar kunnen aantonen. De NAR-cao 103ter verduidelijkt voortaan over welke loopbaanjaren het gaat.
Nog met betrekking tot de landingsbanen, worden ook de ontslagcompensatievergoeding en de verbrekingsvergoeding voortaan gelijkgesteld voor de tewerkstellingsvoorwaarde van 24 maanden. Zo zal een oudere werknemer die in onderling akkoord de anciënniteitsvoorwaarde van 24 maanden inkort, toch van een landingsbaan kunnen genieten als hij niet steeds gewerkt heeft in de voorbije 24 maanden doordat hij een verbrekingsvergoeding of een ontslagcompensatievergoeding ontving.
Palliatief verlof
De loopbaan verminderen of schorsen in het kader van palliatief verlof was tot nu mogelijk voor één maand. Deze ene maand kon vervolgens verlengd worden met één maand. De Wet Werkbaar Wendbaar Werk voorziet nog een tweede verlenging met één maand waardoor palliatief verlof dus mogelijk wordt voor drie maanden in plaats van twee maanden.
Ouderschapsverlof
Ook rond het ouderschapsverlof zijn er veranderingen op til. Naast de mogelijkheid voor werknemers om met twee deeltijdse contracten één vijfde ouderschapsverlof op te nemen, is er een wetsvoorstel ingediend dat een bijkomende opnamemogelijkheid voor het ouderschapsverlof voorziet. Er werd voorgesteld om de loopbaan met één tiende te verminderen, in de vorm van één halve dag per week of één volle dag om de twee weken, gedurende 40 maanden. De werkgever zal hiervoor zijn goedkeuring moeten geven. Hoewel de Nationale Arbeidsraad al een positief advies gaf over dit plan, blijven deze veranderingen voorlopig nog uit.
Resterend saldo
Voor het tijdskrediet en de loopbaanvermindering met motief is naar analogie met de thematische verloven telkens een minimum- en eventueel maximumperiode voorzien. Hierdoor kan in sommige gevallen wel een kleinere fractie van het recht overblijven dan de vereiste minimumperiode. Opdat de werknemer zijn recht volledig zou kunnen opnemen, is voorzien dat genoemd overblijvend saldo voor een kortere periode kan worden opgenomen. Tevens kan het recht met motief maar worden opgenomen indien de werknemer gelijkaardige aan de in het kader van het thematisch verlof voorgeschreven bewijsstukken verstrekt aan de werkgever. Voor het recht op uitkeringen moeten deze bewijsstukken eveneens worden overgemaakt aan de RVA.
Fout opgemerkt? Laatst gewijzigd: 29/11/2024
Wat is de bezoldiging van de werknemer gedurende het tijdskrediet?
In toepassing van het federaal regeerakkoord werd de reglementering rond tijdskrediet inzake o.a. de bezoldiging van de werknemer gewijzigd sinds 01.01.2015.
Meer info hieromtrent kan u vinden op: http://www.rva.be/nl/wijziging-van-de-reglementering-van-het-tijdskrediet
Fout opgemerkt? Laatst gewijzigd: 29/11/2024