Transport

Het doel van de tachograaf is de verkeersveiligheid te verbeteren, de werkvoorwaarden van de bestuurder te garanderen, de eerlijke concurrentie te bevorderen en het beheer van transportondernemingen te vergemakkelijken. Alle gegevens kunnen bij een controle worden opgevraagd.

Het toestel en de bestuurderskaart

De digitale tachograaf is een elektronisch toestel dat in het voertuig wordt ingebouwd en de volgende gegevens registreert:

• de rij- en rusttijden van de chauffeur
• de snelheid van het voertuig
• de afgelegde afstand
• onregelmatigheden

Deze informatie wordt opgeslagen in het geheugen van het toestel en op de bestuurderskaart van de chauffeur.

Verder bevat de digitale tachograaf een snelheidsmeter die door middel daarvan de snelheid registreert.

Welke voertuigen moeten beschikken over een digitale tachograaf?

De digitale tachograaf dient geïnstalleerd te worden op alle voertuigen die onderworpen zijn aan de regelgeving betreffende de rij- en rusttijden, die voor de eerste keer in het verkeer werden gebracht na 5 augustus 2005 en die door de bestuurders zowel voor vervoer voor eigen rekening als voor vervoer voor rekening van derden gebruikt worden. Specifiek gaat het om:

• voertuigen gebruikt voor het vervoer van goederen met een maximaal toegelaten massa, inbegrepen opleggers of aanhangwagens, van meer dan 3,5 ton
• voertuigen gebruikt voor het vervoer van personen die meer dan 9 personen, bestuurder inbegrepen, kunnen vervoeren

Uitzonderingen: welke voertuigen moeten geen digitale tachograaf hebben

1. Algemeen geldend in Europa

a) voertuigen die gebruikt worden voor geregelde diensten van personenvervoer over een traject van niet meer dan 50 km;

b) voertuigen waarvan de toegestane maximumsnelheid niet meer dan 40 km per uur bedraagt;

c) voertuigen van, of zonder bestuurder gehuurd door, de strijdkrachten, civiele bescherming, brandweer en korpsen voor de handhaving van de openbare orde voorzover het vervoer plaatsvindt in het kader van de taak waarmee deze organen zijn belast en onder hun controle valt;

d) voertuigen, met inbegrip van voertuigen gebruikt bij niet-commerciële vervoersoperaties met betrekking tot humanitaire hulp, die gebruikt worden in noodsituaties of voor reddingsoperaties;

e) speciaal voor medische doeleinden gebruikte voertuigen;

f) voertuigen die speciaal zijn uitgerust voor reparaties en wegslepen, binnen een straal van 100 km rond hun standplaats;

g) voertuigen die op de weg worden beproefd met het oog op de technische ontwikkeling, reparatie of onderhoud, en nieuwe of vernieuwde voertuigen die nog niet in gebruik zijn genomen;

h) voertuigen of een combinatie van voertuigen die worden gebruikt voor niet-commercieel goederenvervoer en waarvan de toegestane maximummassa niet meer dan 7,5 ton bedraagt;

i) commerciële voertuigen die krachtens de wetgeving van de lidstaat waar ermee wordt gereden een historisch statuut hebben, en die voor niet-commercieel vervoer van personen of goederen worden gebruikt.

j) voertuigen of combinaties van voertuigen met een toegestane maximummassa van ten hoogste 7,5 ton, die worden gebruikt:- door leveranciers van de universele dienst als gedefinieerd in artikel 2, onder 13, van Richtlijn 97/67/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 1997 betreffende gemeenschappelijke regels voor de ontwikkeling van de interne markt voor postdiensten in de Gemeenschap en de verbetering van de kwaliteit van de dienst voor het bezorgen van goederen in het kader van de universele dienst; of- voor het dragen van materiaal, apparatuur of machines die de bestuurder beroepshalve gebruikt (hieronder vallen oa de marktkramers) Deze voertuigen mogen alleen binnen een straal van 100 km rond de vestigingsplaats van het bedrijf worden gebruikt en op voorwaarde dat dit vervoer niet de hoofdactiviteit van de bestuurder is

2. Algemeen geldend in België

a) voertuigen van, of zonder bestuurder gehuurd door, de overheid voor wegvervoer dat de particuliere vervoersondernemingen niet beconcurreert;

b) voertuigen voor goederenvervoer van, of zonder bestuurder gehuurd door landbouw, tuinbouw, bosbouw, veeteelt of visserijbedrijven die in het kader van hun eigen bedrijvigheid worden gebruikt voor ritten binnen een straal van 100 km rond de vestigingsplaats van het bedrijf;

c) land en bosbouwtrekkers die worden gebruikt voor land of bosbouwwerkzaamheden, binnen een straal van 100 km rond de vestigingsplaats van het bedrijf dat deze voertuigen bezit, huurt of least;

d) voertuigen die uitsluitend rijden op eilanden waarvan de oppervlakte niet meer dan 2300 km2 bedraagt en die niet met de rest van het nationale grondgebied zijn verbonden door een brug, een wad of een tunnel, geschikt voor het verkeer van motorvoertuigen;

e) voor goederenvervoer gebruikte voertuigen, binnen een straal van 50 km rond de vestigingsplaats van het bedrijf, die worden aangedreven met aardgas of LPG of elektriciteit, met een toegestane maximummassa, met inbegrip van de massa van de aanhangwagens of opleggers, van niet meer dan 7,5 ton;

f) voertuigen die worden gebruikt voor autorijlessen en examens met het oog op het verkrijgen van een rijbewijs of een getuigschrift van vakbekwaamheid, op voorwaarde dat deze voertuigen niet worden gebruikt voor het commerciële vervoer van goederen of personen;

g) voertuigen die worden gebruikt in verband met de rioleringsdienst, diensten ter bescherming tegen overstromingen, diensten met betrekking tot de water-, gas of electriciteitsvoorziening, onderhoud van en toezicht op wegen, de ophaaldienst voor huishoudelijk afval en de verwijdering ervan, diensten van telegrafie en telefonie, radio- en televisie-uitzendingen, evenals voor de opsporing van zend- of ontvangstapparatuur voor radio en televisie;

h) voertuigen met 10 tot 17 zitplaatsen die uitsluitend worden gebruikt voor niet-commercieel personenvervoer;

i) speciaal voor het vervoer van circus- of kermismateriaal uitgeruste voertuigen;

j) speciaal uitgeruste voertuigen voor mobiele projecten, die in stilstand voornamelijk als educatieve inrichting bedoeld zijn;

k) voertuigen voor het ophalen van melk op boerderijen en het terugbrengen van melkbussen of zuivelproducten voor de veevoeding naar boerderijen;

l) speciaal voor geld- en/of waardetransporten uitgeruste voertuigen;

m) voertuigen gebruikt voor het vervoer van niet voor menselijke consumptie bestemde geslachte dieren of slachtafvallen;

n) voertuigen die uitsluitend gebruikt worden op wegen binnen hubfaciliteiten, zoals havens, intermodale overslagcentra en spoorwegterminals;

o) voertuigen die voor het vervoer van levende dieren van de boerderijen naar de plaatselijke markten en omgekeerd of van de markten naar de plaatselijke slachthuizen gebruikt worden binnen een straal van ten hoogste 100 km.

Voor welke landen is de digitale tachograaf verplicht?

• Alle lidstaten van de Europese Unie
• IJsland, Noorwegen, Liechtenstein en Zwitserland

Algemeen

Een natuurlijke persoon of vennootschap die het beroep van vervoerder wenst uit te oefenen, moet een vervoervergunning aanvragen. Deze vergunning moet bewaard worden op de bedrijfszetel van de onderneming. Voor elk motorvoertuig dat gebruikt zal worden voor het vervoer van zaken tegen vergoeding moet een kopie van die vergunning kunnen voorleggen.

Wanneer aan de voorwaarden voldaan is ontvant men:

• ofwel een nationale vervoersvergunning: wanneer het getuigschrift van vakbekwaamheid van de onderneming uitsluitend geldig is voor nationaal vervoer;
• ofwel een communautaire vervoersvergunning wanneer het getuigschrift van vakbekwaamheid van de onderneming geldig is voor nationaal en internationaal vervoer.

Sectororganisatie Transport en Logistiek Vlaanderen (TLV) biedt haar leden bepaalde diensten aan om vergunning aan te vragen. Meer info op www.tlv.be. 

Nationaal vervoer

Voor elk motorvoertuig dat in België ingeschreven is en gebruikt wordt om uitsluitend op het grondgebied van België vervoer van zaken tegen vergoeding te verrichten, moet een nationale vervoersvergunning worden afgegeven.

Internationaal intracommunautair vervoer

Voor elk motorvoertuig dat in België ingeschreven is en gebruikt wordt om internationaal vervoer van zaken tegen vergoeding te verrichten op het grondgebied van de Europese Unie (+ Zwitserland, IJsland, Noorwegen en Liechtenstein), moet een communautaire vervoersvergunning worden afgegeven.

Communautaire Vervoersvergunning

De communautaire vervoersvergunning laat de houder van de vergunning (onderneming) toe om op het grondgebied van de Europese Unie en op het grondgebied van Zwitserland, IJsland, Noorwegen en Liechtenstein alle vervoer te verrichten op het Belgisch grondgebied; tussen de genoemde landen, alle transitovervoer door deze landen, met inbegrip van het vervoer met bestemming van of afkomstig uit derde landen. Daarnaast laat deze vergunning toe alle vervoer te verrichten tussen één van deze landen en een derde land, onder de voorwaarden die bepaald worden door de desbetreffende bilaterale akkoorden en alle cabotagevervoer te verrichten binnen deze landen (vervoer verricht tussen 2 plaatsen in eenzelfde land, behalve België).

Er zijn echter wel enkele beperkingen:

• op de cabotage blijft reglementaire bepalingen van het ontvangstland van toepassing;
• cabotage is verboden in Zwitserland
• het derdelandenvervoer voor bepaalde vervoerrelaties wordt uitsluitend afgegeven voor de motorvoertuigen (vrachtwagens, trekkers, enz.) en geldt voor de volledige voertuigencombinatie.

Internationaal extracommunautair vervoer

Voor elk in België ingeschreven motorvoertuig dat wordt gebruikt om internationaal bezoldigd goederenvervoer te verrichten buiten het grondgebied van de Europese Unie, moeten een communautaire vervoersvergunning en de nodige extracommunautaire vervoervergunningen worden afgegeven.

De extracommunautaire vervoervergunningen

Deze vergunning zijn vereist voor de rit op het grondgebied van landen buiten de Europese Unie en voor elk doorreden land, of het nu gaat om het (de) land(en) die worden getransiteerd of om het land van bestemming of herkomst van het transport. De extracommunautaire vervoervergunningen worden bovendien uitsluitend afgegeven voor motorvoertuigen en dekken de volledige voertuigencombinatie.

• Om de eventueel nodige extra-communautaire vervoervergunningen te verkrijgen:

1. moet de vervoerder houder zijn van een vergunning communautair vervoer (VCV) voor het gebruikte motorvoertuig;
2. moet rekening gehouden worden met de contingenten toegestaan door de Staten of door de internationale organisaties waarmee België een internationaal (bilateraal of multilateraal) akkoord over het vervoer van zaken over de weg heeft gesloten.

De aanvraag tot het verkrijgen van een extracommunautaire vervoervergunning gericht te worden aan het directoraat-generaal Wegvervoer en Verkeersveiligheid – Directie Wegvervoer – City Atrium – Vooruitgangstraat 56, 1210 Brussel.

Aanvraag van een eerste vergunning nationaal of communautair vervoer

De aanvraag van een nationale vervoersvergunning of vergunning communautair vervoer (VCV) moet ondertekend zijn:

• in een eenmanszaak (natuurlijke persoon): door de kandidaat-vervoerder zelf en door de vervoersmanager;
• in een vennootschap: door het statutair bevoegde orgaan (vb. door de zaakvoerder in een BVBA; door de afgevaardigd bestuurder in een NV), en door de vervoersmanager.

De aanvraag dient gericht te worden aan het Directoraat-generaal Wegvervoer en Verkeersveiligheid, Directie Wegvervoer – Dienst C1, City Atrium Vooruitgangstraat 56, 1210 Brussel.

Nodige documenten

De aanvraag moet de volgende gegevens en documenten omvatten:

Indien de vervoeronderneming een natuurlijke persoon is

• een uittreksel uit het strafregister van de bedrijfsleider en van de vervoersmanager;
• de kentekenplaat van elk motorvoertuig waarvoor een vervoervergunning wordt gevraagd. 

Het is altijd mogelijk dat de Directie Wegvervoer bijkomende documenten vraagt.

Indien de vervoeronderneming een vennootschap is:

1. het (de) Belgische Staatsblad(en) van vóór 1 januari 1997 waarin de akte(n) van de vennootschap werd(en) bekendgemaakt;
2. een uittreksel uit het strafregister van de vervoersmanager en van de personen belast met het dagelijks bestuur van de vennootschap;
3. de kentekenplaat van elk motorvoertuig waarvoor een vervoervergunning wordt gevraagd.

Het is altijd mogelijk dat de Directie Wegvervoer bijkomende documenten vraagt.

Bron:https://mobilit.belgium.be/nl/wegverkeer/vervoer_van_goederen_en_reizigers/goederenvervoer_derden/toegang_markt_0/ondernemingen

Indien u een eigen vrachtwagen wenst te verhuren aan een derde partij zijn er twee opties:

1. U rijdt zelf niet met de vrachtwagen

In dit geval voorziet u best een verhuurcontractje waarvan een kopie in de vrachtwagen wordt bewaard. In dit geval moeten de gebruikers van de vrachtwagen wel voldoen aan de wetgeving rond rij- en rusttijden en doet u zelf best een lock-out uit het systeem, zodat er geen registratie is van gegevens op uw naam. In dit geval is een vervoersvergunning niet nodig.

2. U rijdt zelf wel met de vrachtwagen

In dit geval zal u vervoer uitvoeren in opdracht van derden en moet u voldoen aan de wetgeving terzake. Dit betekent dat een vervoersvergunning noodzakelijk zal zijn en u over de nodige vervoersdocumenten zal moeten beschikken.

Op 1 april 2016 trad de kilometerheffing voor vrachtvervoer in werking. Hieronder vindt u de regels daarover samengevat in vraag en antwoord.

1. Op welke voertuigen is de heffing van toepassing?

De kilometerheffing is van toepassing op alle voertuigen met een MTM van meer dan 3,5 ton. Vrijstellingen zijn er voor landbouw-, tuinbouw- of bosbouwvoertuigen die slechts in beperkte mate worden gebruikt op de openbare wege en die uitsluitend worden gebruikt voor landbouw, tuinbouw, visteelt en bosbouwwerkzaamheden.

2. Wat is het tarief dat wordt aangerekend?

In Vlaanderen en Wallonië

Het tarief dat wordt aangerekend is afhankelijk van de gewichtsklasse en de euronorm van het voertuig. U betaalt enkel de heffing op wegen waar de heffing van toepassing is (zie verder). In Wallonië moet ook 21% BTW betaald worden op de heffing. In Vlaanderen is de heffing een belasting en dus vrij van BTW.

In Brussel

Het tarief in Brussel is afhankelijk van de gewichtsklasse en de euronorm van het voertuig én van de aard van de weg waar op wordt gereden. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen autosnelwegen en binnenstedelijke wegen (alle gewest- en gemeentewegen vallen hier onder). Ook in Brussel is de heffing een belasting en dus vrij van BTW.

3. Op welke wegen moet u de kilometerheffing betalen?

Wegen waar kilometerheffing van toepassing is:

• Vlaanderen
• Wallonië
• Brussel

4. Hoe wordt de heffing bepaald?

Er moet een OBU (On Board Unit) voorzien worden die registreert waar de vrachtwagen rijdt. Dit toestel werkt als een GPS die u aansluit op uw sigarettenaansteker. Je kan onder meer een OBU verkrijgen bij Transport & Logistiek Vlaanderen (TLV).

5. U heeft een voertuig van meer dan 3,5 ton, maar u rijdt eigenlijk nooit op wegen waar de heffing van toepassing is. Moet u dan ook een OBU aanschaffen?

Ja, alle voertuigen met een MTM van meer dan 3,5 ton moeten over een OBU beschikken vanaf 1 april 2016, ook indien u niet op wegen rijdt waar de heffing moet betaald worden.

6. Kan één OBU gebruikt worden voor meerdere voertuigen? Of kunnen meerdere OBUs gebruikt worden op één voertuig (bvb bij leasing of verhuurbedrijven).

Ja, één OBU kan gebruikt worden voor meerdere voertuigen. De OBU kan losgekoppeld worden van het ene voertuig en gekoppeld worden met een ander voertuig. Eén voertuig kan meerdere OBUs gebruiken, maar dat is niet mogelijk binnen hetzelfde account. De OBU kan losgekoppeld worden van het voertuig, waarna er een andere OBU aan gekoppeld kan worden.

7. Zal u nu ook nog verkeersbelasting  of een eurovignet moeten betalen?

Nee. Voor voertuigen tussen 3,5 en 12 ton werd de verkeersbelasting volledig afgeschaft. Voor voertuigen van meer dan 12 ton wordt de verkeersbelasting herleid tot het Europese minimum en werd het eurovignet afgeschaft. Indien het voertuig ook in Nederland, Luxemburg, Denemarken en/of Zweden wordt ingezet, is hiervoor ook na 1 april 2016 nog een eurovignet nodig. 

8. Hoeveel tijd heeft de bestuurder om naar een Service Punt te rijden wanneer het lampje van uw OBU rood wordt (en dus aangeeft dat er een probleem is met de OBU)?

Wanneer er een technisch OBU probleem is, heeft de gebruiker 3 uur de tijd om naar het dichtstbijzijnde Service Punt te gaan en een andere OBU op te halen. Wanneer het echter de verantwoordelijkheid van de gebruiker is, bijvoorbeeld omdat hij de verkeerde documenten heeft geüpload of geen betaalmiddel (meer) heeft, riskeert de gebruiker een boete van 1000 euro per tijdsblok van 3 uur.

9. Wat als de bestuurder per ongeluk zijn OBU uitzet?

Dit is de verantwoordelijkheid van de bestuurder. De bestuurder loopt dan het risico om gevat te worden. Wanneer dat gebeurt betaalt de chauffeur een boete.

10. Wat als de bestuurder van de vrachtwagen een werknemer is?

Aangezien vrachtwagenbestuurders vaak het statuut hebben van werknemer, is het aangeraden om een clausule in het arbeidsreglement te voorzien. Deze clausule legt de werknemer de verplichting op om de verschillende aspecten van de kilometerheffing nauwlettend in de gaten te houden en eventuele defecten zo spoedig mogelijk te melden. Een dergelijke clausule laat werkgevers toe de sancties die voorzien zijn in het arbeidsreglement ook toe te passen indien de werknemer zich niet houdt aan deze afspraken en verplichtingen. 

Neen, dit is niet mogelijk.

Wat wel kan, is dat je, om aan de voorwaarde voor de vakbekwaamheid te voldoen, beroep doet op een lasthebber. Dit is een persoon die zijn diploma vakbekwaamheid ter beschikking stelt, maar geen reële band heeft met de onderneming. Met die persoon moet dan een lastgevingsovereenkomst worden afgesloten en die persoon wordt de vervoersmanager. De vervoersmanager is de centrale figuur van de transportonderneming en voert de daadwerkelijke en permanente leiding over de  vervoersactiviteiten van de onderneming.

Een voertuig met een MTM vanaf 12 ton valt onder het “niet-geautomatiseerde” systeem. Dit wil zeggen dat je uit eigen beweging aangifte moet doen bij de Vlaamse Belastingdienst vooraleer je het voertuig in gebruik neemt op de openbare weg. Die aangifte kan je doen via het online portaal van de Vlaamse Belastingdienst, bij een loket van de Vlaamse Belastingdienst of met een formulier dat je overmaakt aan de Vlaamse Belastingdienst. Meer informatie daarover vind je hier. In dit systeem is de betaling van de verkeersbelasting uitgesteld, je krijgt in de loop van de maand oktober een uitnodiging om de verkeersbelasting van het betreffend jaar te betalen. Stopt het gebruik van het voertuig, dan moet je  de aangifte zelf ook stopzetten.  
      
Een voertuig met een MTM van meer dan 3,5 ton en < 12 ton valt in theorie ook onder het “niet-geautomatiseerde” systeem, maar sinds de invoering van de kilometerheffing betaalt deze categorie voertuigen geen verkeersbelasting meer en is dus ook de aangifteplicht afgeschaft.   

Heeft jouw vrachtwagen een MTM van maximum 3,5 ton dan valt dit voertuig, net als een personenwagen onder het “geautomatiseerde” systeem. Je  krijgt dan automatisch enkele weken na inschrijving bij de DIV een uitnodiging om de verkeersbelasting te betalen.   

Een bedrijfswagen die je inbrengt als lichte vracht is 100% fiscaal aftrekbaar, in plaats van het beperkt aftrekpercentage dat voor auto's geldt (in functie van de CO2-uitstoot). Om misbruik tegen te gaan, moet die bedrijfswagen wel aan enkele strenge voorwaarden voldoen.

Om fiscaal als lichte vracht te kwalificeren, moet het gaan om een voertuig bestemd voor goederenvervoer waarvan de maximaal toegelaten massa niet meer bedraagt dan 3.500 kilogram. De technische details worden in de wetgeving uitgewerkt.

Een jeep is dus, fiscaal gesproken, geen lichte vracht.

Opgelet: De kwalificatie van je wagen door de DIV als lichte vrachtwagen, betekent niet dat je automatisch geniet van de fiscale voordelen. De fiscus gebruikt immers een strengere definitie van lichte vracht dan de DIV.

Kan ik mijn vrachtwagen of bestelwagen steeds 100% aftrekken als beroepskost in mijn eenmanszaak?

Nee, de vrachtwagen of bestelwagen is enkel een fiscaal aftrekbare beroepskost in de mate dat je het voertuig beroepsmatig gebruikt.

Als je de bestelwagen of vrachtwagen ook gebruikt voor privé–doeleinden, moet je de aftrek proportioneel beperken of jezelf een voordeel alle aard toekennen. Dit geldt bijvoorbeeld voor een bestelwagen voor privé-verhuis, een vrachtwagen met aanhangwagen voor paarden (recreatief).

Er zijn in ons een land een aantal mogelijkheden om ondersteuning te krijgen voor duurzaam transport. De ondersteuning is verspreid over verschillende beleidsniveaus. Hieronder vind je een overzicht.

BIV en verkeersbelasting

In zowel Vlaanderen, Brussel als Wallonië zijn alle lichte vrachtvoertuigen vrijgesteld van de Belasting op Inverkeerstelling (BIV).

In Vlaanderen is er sinds 1 juli 2017 een vrijstelling van de verkeersbelasting voor lichte vrachtvoertuigen die 100% emissievrij zijn, terwijl de verkeersbelastingen in Wallonië en Brussel, ook voor emissievrije voertuigen, afhangt van de maximum toegelaten massa.

Ecologiepremie+

Een aantal investeringen, opgenomen in een limitatieve lijst, komen in aanmerking voor deze premie. Op vlak van transport zijn volgende investeringen in de lijst opgenomen.

• Aankoop van een licht vrachtvoertuig (max. 3,5 ton) of vrachtwagen met als aandrijving een brandstofcelsysteem op waterstof
• Aankoop van een batterij elektrische autobus, autocar of vrachtwagen
• Aankoop en plaatsing van een elektrisch laadstation (min. 50 kW per laadpunt)
• Ombouw van een dieselvrachtwagen naar een vrachtwagen op waterstof met dual fuel (waterstof-diesel) verbrandingsmotor

De premie wordt bepaald op basis van de aankoopprijs, het ecologiegetal en de ecoklasse. Een licht vrachtvoertuig op batterijen komt niet in aanmerking.

Alle informatie vind je op de website van VLAIO.

LEZ-premies

In Brussel, Antwerpen en Gent zijn er momenteel lage emissiezones. Enkel in Brussel en Gent kan je een beroep doen op een bepaalde ondersteuning.

Brussel Hoofdstedelijk Gewest

Het Brussels gewest voorziet een premie voor zelfstandigen en kmo’s met minstens één actieve vestiging in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest die een licht bedrijfsvoertuig moeten vervangen dat niet meer de Brusselse LEZ mag rijden. De premie is opgebouwd op basis van de bestaande en toekomstige normen van de LEZ en is hoofdzakelijk gericht op het vervangen van een oud voertuig door een elektrische variant (tenzij voor 01/01/2025: kan ook categorie N1 klasse II of klasse III zijn). Het voertuig moet benut worden in het BHG.

De premie bedraagt maximaal 15.000 euro voor een nieuw bedrijfsvoertuig dat men koopt of leaset om het oude bedrijfsvoertuig te vervangen door een milieuvriendelijk model. De premie kan ook worden gebruikt voor de aankoop en installatie van een laadpunt.

De details van de premie vind je op de website van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Gent

De stad Gent kent geen premies toe aan ondernemers om hun lichte vrachtvoertuigen die de LEZ niet meer (zullen) binnen mogen te vervangen door emissievrije voertuigen. Er zijn wel subsidies tot 500 euro per laadpunt, tot 3000 euro voor de aankoop of lease van elektrische taxi’s en tot 4500 euro voor de aankoop of lease van een elektrische wagen die men deelt via een autodeelorganisatie.

Antwerpen

Er zijn in Antwerpen geen premies voorzien.

Landbouwvoertuigen werden in het verleden vaak gebruikt voor goederenvervoer. Echter landbouwvoertuigen genieten een gunstregime, zij mogen bv. rode diesel gebruiken, moeten geen technische keuring laten doen, geen tachograaf,... Hierdoor kwam oneigenlijke concurrentie tot stand met de transportsector. Om hieraan tegemoet te komen werd een regeling uitgewerkt, waarbij de nummerplaat van de voertuigen (witte of rode nummerplaat) zal bepalen wat ze al dan niet mogen doen.

Rode landbouwnummerplaat – aangepaste accijnsregeling

Alle landbouwtrekkers die gebruikt worden voor land- en tuinbouwactiviteiten moeten voorzien zijn van een rode kentekenplaat. Het doel van de verschillende nummerplaten voor vervoer voor echte landbouwdoeleinden aan de ene kant en vervoer voor rekening van derden aan de andere kant creëert een controlemogelijkheid voor de inspectiediensten. 

Tractoren die volledig ingezet worden voor goederenvervoer hebben een traditionele witte nummerplaat behouden en maken gebruik van witte diesel.

Tractoren die gemengd gebruikt worden mogen een rode nummerplaat gebruiken moeten bijbetaling van accijnzen doen. Gemengd gebruik is enkel van toepassing wanneer de tractor per kalenderjaar voor meer dan 50% voor vrijgestelde doeleinden wordt ingezet. Dit dient door de gebruiker zelf bewezen te worden via een specifiek registratieformulier.

Een handig overzicht:

Niet-vrijgestelde landbouwtrekkers met een MTM dat groter is dan 3,5 ton en alle landbouwtrekkers met max. snelheid dat hoger ligt dan 40 km/u zijn onderworpen aan een periodieke keuring.

Kilometerheffing

Er is een vrijstelling voor de kilometerheffing voor voertuigen die de aard hebben van een landbouw-, tuinbouw- of bosbouwvoertuig, die slechts in beperkte mate worden gebruikt op de openbare weg in België en die uitsluitend worden gebruikt voor landbouw, tuinbouw, visteelt en bosbouwwerkzaamheden.

Vervoersvergunning

Een ondernemer die goederenvervoer verricht met goederen die eigendom zijn van iemand anders, zal moeten beschikken over een vervoersvergunning.

Wanneer je (tegen betaling) vervoer van personen organiseert, moet jouw onderneming een vergunning van de bevoegde overheid hebben.

Welke vergunning er precies nodig is, hangt af van het type vervoer (geregeld of ongeregeld) en het type voertuig (geschikt voor max. 9 inzittenden inclusief bestuurder of geschikt voor meer dan 9 inzittenden inclusief bestuurder).

In bepaalde gevallen moet je je voor de vergunning richten tot de Federale overheid (FOD Mobiliteit en Vervoer). Dat is bijvoorbeeld het geval voor internationaal (autocar)vervoer. 

Voor het uitbaten van een taxidienst is er een vergunning individueel bezoldigd personenvervoer nodig. Informatie over de procedure en voorwaarden vind je hier. 
Gaat het over een uitbating in het Brussels Hoofdstedelijk gewest dan kan je hier meer informatie vinden.  

Opgelet: er zijn ook nog deze voorwaarden voor de chauffeurs: 

• wie chauffeur van een taxidienst is, moet een minimumleeftijd hebben van 21 jaar.
• wie beroepsmatig personen vervoert, moet beschikken over een rijgeschiktheidsattest (medische keuring) en de houders van een rijbewijs D moeten ook beschikken over een attest vakbekwaamheid (beter bekend als de “code 95”).
• taxibestuurders in het Vlaams gewest moeten een bestuurderspas hebben, deze is aan te vragen bij de gemeente waar de chauffeur woont.   

Een overzicht van de verschillende categorieën van personenvervoer en een tool om na te kijken onder welke categorie het vervoer dat je organiseert valt, kan je hier vinden. 

Wie beroepsmatig personen vervoert, of met een vrachtwagen, autocar of autobusrijdt, moet minimaal om de 5 jaar een medisch onderzoek ondergaan voor het ‘rijgeschiktheidsattest van groep 2’.

Welke bestuurders moeten een attest van rijgeschiktheid (geneeskundige schifting) voorleggen?

1. Alle bestuurders van auto’s en motorfietsen (rijbewijs in categorie A1, A2, A, B of B+E) die bezoldigd personenvervoer voorzien:
   • taxidiensten
   • ambulancediensten
   • betaald vervoer van leerlingen
   • verhuur van auto’s met chauffeur
   • praktijklessen door instructeurs van erkende rijscholen.
2. Alle bestuurders van vrachtwagens, autobussen, autocars en grote motorhomes (rijbewijs in categorie C1, C, C1+E, C+E, D1, D, D1+E of D+E).

Wie met een bedrijfswagen rijdt (rijbewijs categorie B) en collega’s vervoert, heeft het attest niet nodig.

Hoe lang is het attest geldig?

• 5 jaar geldig
• Het attest kan ook voor een kortere termijn afgegeven worden (beslissing geneesheer)
• Indien er in tussentijd lichamelijke, geestelijk of visuele problemen opduiken die het besturen van een voertuig op een veilige niet langer toelaten, dan moet de bestuurder een nieuw medisch onderzoek ondergaan
• De eventuele voorwaarden of beperkingen (bv. met bril) worden onder de vorm van codes op het rijbewijs vermeld

Hoe het attest bekomen?

Kandidaten die ingeschreven zijn in een firma wenden zich tot de arbeidsgeneesheer van de interbedrijfsgeneeskundige dienst waarbij zijn werkgever aangesloten is.

Procedure:

• De kandidaat (of zijn werkgever) maakt een afspraak bij de interbedrijfsgeneeskundige dienst
• De arbeidsgeneesheer voert het medisch onderzoek uit (oogonderzoek gebeurt ofwel ter plaatse, ofwel op voorhand bij een oogarts naar keuze)
• De arbeidsgeneesheer levert een voorlopig attest af (6 maand geldig)
• Het gemeentebestuur noteert de uiterste geldigheidsdatum op het nieuwe rijbewijs

Andere kandidaten nemen contact op met een arbeidsgeneeskundige dienst naar keuze. U kan hier voor onder meer terecht bij Liantis preventie en welzijn via https://www.liantis.be/nl/rijgeschikt.

Zijn eveneens bevoegd om deze onderzoeken uit te voeren:

• Administratieve gezondheidsdienst van de Federale Overheidsdienst van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Wetstraat 56, 1040 Brussel tel. 02/287.06.20 (van 9 tot 12 u.) of fax. 02/230.12.74.
• Geneesheren van de Federale Politie, VDAB, medische dienst van het leger en het CLB.
• Enkel en alleen arbeidsgeneesheren zijn bevoegd om deze attesten uit te reiken.