Dr. Bieke Claesen over het doen en laten van de arbeidsarts: “Wij doen er alles aan om te voorkomen dat jouw medewerkers ziek worden.”
Als werkgever moet je waken over de gezondheid van je medewerkers. Gelukkig hoef je die uitdaging niet alleen aan te gaan. Net zoals elk individu een vertrouwde huisarts heeft, heb je als ondernemer met personeel je eigen arbeids- of bedrijfsarts. De taken van een arbeidsarts zijn divers en blijven zich ontwikkelen. Vooral bij de terugkeer van werknemers na een langdurige afwezigheid wordt de rol van de arbeidsarts steeds actiever.
Wij klopten aan bij Dr. Bieke Claesen. Ze is manager Medisch Toezicht bij externe preventiedienst Liantis. Ze biedt ondersteuning aan arbeidsartsen op het terrein en volgt de nieuwe wetgeving op de voet. Daarnaast voorziet ze inhoudelijke begeleiding en opleidingen, inclusief praktische instructies. Wat mogen werkgevers van een externe arbeidsarts verwachten, is de logische vraag die op onze lippen brandt. En waarom is hun rol cruciaal voor een gezonde werkplek?
Wat is een arbeidsarts?
“Een arbeidsarts of bedrijfsarts doet vooral aan preventie, om er voor te zorgen dat de kans op ziekte aanzienlijk verkleint. Dat is in het voordeel van zowel de werknemer als de werkgever. De job is inhoudelijk bepaald door een wettelijk kader. We stippelen geen behandeling uit en schrijven geen medicatie voor, maar we werken op preventie bij de mensen die aan het werk zijn binnen een bedrijf”, begint dr. Claesen. “Alles vertrekt van een risicoanalyse voor iedere werkpost van je bedrijf waar we analyseren aan welke risico’s een medewerker mogelijks kan worden blootgesteld met als doel beroepsziekten te voorkomen. We zien mensen preventief op basis van die risico’s. Concreet wil dat zeggen: we nodigen werknemers uit voor een medisch preventief consult, zodat ze het juiste medisch onderzoek op het juiste tijdstip krijgen.” En die risico’s zijn heel uiteenlopend weet dr. Claesen te vertellen. “Denk aan blootstelling aan chemicaliën of stoffen die de luchtwegen of de huid kunnen beïnvloeden. Of werknemers die werken in een omgeving met ziektekiemen, of medewerkers die veel moeten heffen en tillen. Ze zijn allemaal onderhevig aan specifieke gezondheidsrisico’s. En we kijken bijvoorbeeld ook naar de psycho-sociale belasting van een bepaalde functie. Samen met de werkgever maken we daarvan een inventaris of risicoanalyse op, waarop de arbeidsarts het gezondheidstoezicht binnen een onderneming gaat uitvoeren. En dat gezondheidstoezicht is ook weer wettelijk vastgelegd. Concreet: de wet bepaalt welke werknemers op medisch onderzoek moeten komen en wanneer. Een arbeidsarts volgt dus werknemers op tijdens hun loopbaan.”
Moet elke medewerker op medisch onderzoek?
“Nee, niet noodzakelijk. Niet elke werknemer ziet aan de start van zijn nieuwe job een arbeidsarts. Dat hangt af van de risico’s van de functie. Wie een job uitoefent waar gezondheidsrisico’s aan verbonden zijn, zal vooraf zijn gezondheid moeten laten beoordelen door de arbeidsarts, zodat die een nulmeting heeft. Die persoon zal ook daarna nog regelmatig opgevolgd worden. Dat heet een periodieke gezondheidsbeoordeling. Dat neemt trouwens niet weg dat elke werknemer het recht heeft om bij klachten naar
de arbeidsarts te gaan. Elke medewerker heeft het recht om een afspraak te maken ongeacht zijn of haar functie. Stel, jij bent een beeldschermwerker wat relatief minder risico’s inhoudt dan iemand die met gevaarlijke stoffen werkt, en je komt elke avond thuis met nek- of rugklachten, dan kan je zeker ook langsgaan bij de arbeidsarts.”
Maak afspraken met medewerkers vanaf dat ze in dienst komen over de manier van communiceren tijdens een ziekteperiode.
Is elk bedrijf verplicht een arbeidsarts te hebben?
“Elke werkgever die één werknemer in dienst heeft, moet verplicht een arbeidsarts aanstellen. In de praktijk betekent dit dat de meeste bedrijven zich aansluiten bij een Externe Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk waarbij ze een arbeidsarts toegewezen krijgen. Er bestaan er tien in België en Liantis is er daar een van. De tarieven om aan te sluiten bij een externe dienst zijn wettelijk bepaald en variëren naar gelang de mogelijke gezondheidsrisico’s en het aantal werknemers.” “Het hoofddoel van de arbeidsarts is om de kmo-werkgever te ontzorgen want die heeft geen tijd en is niet op hoogte van elke verplichting in de wet wat betreft preventie en gezondheid. Door zich aan te sluiten bij een externe preventiedienst, krijgt hij een arbeidsarts toegewezen die deze zaken voor zijn bedrijf opvolgt.” Dr. Claesen voegt meteen ook nog toe: ”Dat betekent ook - en dat is een hiaat in onze wetgeving – dat een zelfstandige in een eenmanszaak zich niet moet aansluiten en dus geen arbeidsarts heeft. Hij is dus op zichzelf aangewezen. Bij een vennootschap ligt dat anders. Vennoten worden door de wet beschouwd als werknemers van hun eigen vennootschap. Ze staan mee op werknemerslijst en worden gezien door de arbeidsarts. Dat zien we bijvoorbeeld vaak in de bouwsector: de bazen komen op een vrijdagnamiddag gewoon mee met hun medewerkers op medisch onderzoek. Ze geven dan het goede voorbeeld aan hun medewerkers. Grotere bedrijven met een groot aantal medewerkers kunnen voltijds een interne arbeidsarts in dienst nemen.”
Gaat een arbeidsarts ook op bedrijfsbezoek?
“Los van het gezondheidstoezicht van de medewerkers, zal een arbeidsarts ook regelmatig op bedrijfsbezoek komen om een preventiecheck te doen en advies te verlenen. Door dat bezoek weet de werkgever waar hij prioritair aan kan en moet werken zodat hij in orde is wanneer bijvoorbeeld de arbeidsinspectie zou langskomen. Het is de arbeidsinspectie die controleert of een werkgever in orde is met een aantal basispreventiemaatregelen en of die aangesloten is bij een externe dienst. En bovendien houdt de arbeidsarts de werkgever op de hoogte van nieuwe wetgeving met instructies die hij moet naleven.“
Wat is het verschil tussen een arbeidsarts en een controlearts?
“Dat is een goeie vraag want daarover bestaat inderdaad best wel wat verwarring,” antwoordt. dr. Claesen. Ze legt uit: “Een controlearts gaat de arbeidsongeschiktheid die uitgeschreven is door een behandeld arts in vraag stellen en oordeelt of die ongeschiktheid gerechtvaardigd is of niet. Een arbeidsarts daarentegen is een preventieve arts. Wij oordelen nooit over een advies dat een behandeld arts heeft geschreven. Wij gaan nooit in tegen een ziektebriefje. In principe zien wij ook geen werknemers die in ziekte zijn. In het kader van een werkhervatting kan dat laatste soms wel.”
Dr. Bieke Claesen, manager Medisch Toezicht bij externe preventiedienstverlener Liantis: “Elke werkgever die één werknemer in dienst heeft, moet verplicht een arbeidsarts aanstellen. In de praktijk betekent dit dat de meeste bedrijven zich aansluiten bij een Externe Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk waarbij ze een arbeidsarts toegewezen krijgen.”
Wat is volgens jou de grootste uitdaging voor een werkgever vandaag als het gaat over gezondheid en preventie?
“Ziekteverzuim. Het ziekteverzuim in België is heel hoog. Alle werkgevers, klein of groot, worstelen daarmee. En wanneer iemand uitvalt in een kleinere onderneming is die impact veel groter dan in een groot bedrijf. Ook daar is de rol van de arbeidsarts zeer belangrijk zodat wij mee kunnen kijken met de werkgever wat zijn nu de mogelijkheden om iemand misschien al een beetje vroeger naar het werk te krijgen. Eind 2022 kregen we daar zelfs een wettelijk kader voor. Een werkgever is verplicht om zijn arbeidsarts of externe preventiedienst op de hoogte brengen wanneer een werknemer langer dan 4 weken afwezig is. Die verplichting is er gekomen zodat we medewerkers kunnen
informeren over de mogelijkheden om het werk te vatten. En de arbeidsarts kan daar trouwens de werkgever ook mee in ondersteunen door in overleg te gaan met de behandelende arts.“
“Werkhervatting vraagt trouwens om een beleid en daarin kan een arbeidsarts een werkgever zeker in begeleiden”, vertelt dr. Claesen. Haar advies aan werkgevers daarover luidt als volgt: “Maak afspraken met medewerkers vanaf dat ze in dienst komen over de manier van communiceren tijdens een ziekteperiode. Het is enerzijds geen goeie zet als werkgever om een zieke medewerker meteen op te bellen met vraag wanneer hij terugkomt. En anderzijds moet een werknemer begrijpen dat het moeilijk is voor zijn werkgever om een planning op te maken als hij pas op vrijdagnamiddag laat weten dat hij langer uit zal zijn. Als werkgever moet je de balans vinden tussen informeren en afspraken maken. We voelen vaak wanneer iemand voor langere tijd uitvalt dat daar een spanning op zit als daarover geen afspraken bestaan. Daarom is mijn advies om dat soort zaken op voorhand te bespreken en bijvoorbeeld af te spreken in geval van een lange ziekteperiode elkaar wekelijks eens te horen. Werkgevers en werknemers verstaan elkaar daarin wel. Als de werknemer gezond is, verstaat hij wel dat een werkgever het waardeert op tijd geïnformeerd te worden. En dan kan je als werknemer nog aangeven: “ik heb pas vrijdag mijn afspraak bij de dokter, maar ik verwacht dat ik nog niet kan hervatten”. Da’s een klein eenvoudig advies dat veel moeilijkheden kan voorkomen op het moment dan een kostbare werknemer is uitgevallen.”
Hoe balanceer je tussen de belangen van een werkgever en de belangen van de werknemer?
Een arbeidsarts heeft een totaal andere positie dan een arts in een therapeutische relatie zijn patiënt behandelt. Arbeidsartsen hebben die tussenpositie, maar dat is ook net dat unicum. Deze positie is noodzakelijk omdat we opereren vanuit twee verschillende perspectieven: dat van de werkgever en dat van de werknemer. We moeten ervoor zorgen dat werknemers gezond en gelukkig kunnen werken, terwijl we tegelijkertijd het collectieve belang van de werkgever moeten behartigen. Als arbeidsarts blijven we altijd het grotere
plaatje bekijken. We moeten rekening houden met de individuele werknemer, maar we mogen niet voorbijgaan aan de factoren die van invloed zijn op de werkgever. We zijn tenslotte ook maar mensen en elke arts heeft weleens geworsteld met de positie tussen werkgever en werknemer. Dit is menselijk, maar het is essentieel dat we altijd terugkeren naar onze positie als bemiddelaar. Een externe arbeidsarts wordt trouwens tewerkgesteld door de externe preventiedienst, en niet het bedrijf zelf.