Preventie en bescherming op het werk
Wat moet je doen als er zich toch een ongeval op de werkvloer voordoet? Maar beter voorkomen dan genezen. Hoe kan je jouw werknemers beschermen op het werk?
Informatie
- Ergonomie op het werk
- Werkbaarheidscheque
- Ongeval op de werkvloer
- Beschermkledij
- Medisch onderzoek
- Externe preventiedienst
- Tariefregeling externe preventiedienst
- Een werknemer is meer dan vier weken afwezig wegens ziekte. Wat nu?
- Apart toilet
- arbeidsongeval thuiswerk
- Ziektebriefje
- Recht op deconnectie
- Wanneer is het té warm om te werken?
Ergonomie op het werk
Ergonomie is heel belangrijk voor een gezonde werkomgeving. Lichamelijke klachten zoals rugpijn, nekpijn en andere spier- en gewrichtsproblemen zijn een belangrijke oorzaak van (langdurig) ziekteverzuim van medewerkers. Hoe kan je deze klachten preventief aanpakken in jouw onderneming? We leggen de belangrijkste principes van de wetgeving voor je uit. Bekijk zeker ook het webinar voor concrete en praktische tips.
Herbekijk het webinar
Herbekijk het webinar via deze link.
Wat is ergonomie?
Ergonomie is het aanpassen van de (werk)omgeving aan de mens. Dit houdt in dat de werkplek en de werkomgeving worden aangepast aan de anatomische, fysiologische en psychologische kenmerken van de mens.
Waarom aandacht hebben voor ergonomie?
Lichamelijke klachten zoals rugpijn, nekpijn en andere spier- en gewrichtsproblemen zijn een belangrijke oorzaak van arbeidsongeschiktheid bij werknemers. Volgens cijfers van de Beroepsvereniging voor Ergonomie is bij 57% van de Belgische werknemers met werkgerelateerde gezondheidsproblemen de oorzaak te vinden in deze fysieke klachten. Rug-, schouder- en knieproblemen komen zelfs meer dan twee keer zo vaak voor als psychosociale klachten.
Werkgerelateerde fysieke klachten komen vooral voor in de bouw, de zorg, de productiesector en de logistiek. In deze sectoren tillen en verplaatsen medewerkers regelmatig zware lasten of personen.
Ook werknemers met kantoorbanen worden geconfronteerd met een van de meest voorkomende fysieke risicofactoren: langdurig zitten. In 74% van de functies brengen medewerkers meer dan een kwart van hun werktijd zittend door, bij uitstek de beeldschermwerkers.
In de preventie van ziekteverzuim en het streven naar werkbaar werk, is het dus belangrijk om aandacht te besteden aan ergonomie
Wat zijn de nieuwe preventieprincipes van het KB?
- De werkgever moet vanaf het ontwerp en de inrichting van nieuwe werkplekken, maar ook bij aanpassingen van bestaande werkplekken, rekening houden met ergonomie.
- De werkgever moet een preventiebeleid voeren om lichamelijke klachten te voorkomen via een ergonomische risicoanalyse. Deze analyse moet de ergonomische knelpunten opsporen.
- Op basis van de risicoanalyse moet de werkgever passende preventiemaatregelen nemen om de klachten zo goed mogelijk aan te pakken.
- Het preventiebeleid moet regelmatig worden geëvalueerd en geactualiseerd, waarbij rekening wordt gehouden met input van de interne preventieadviseur (en indien nodig de preventieadviseur-ergonoom, preventieadviseur-arbeidsarts, werknemers).
Wat is een risicoanalyse ergonomie?
Als werkgever moeten je een risicoanalyse ergonomie uitvoeren. Deze risicoanalyse moet ervoor zorgen dat werkplekken ergonomisch verantwoord zijn. Dit houdt in dat je alle ergonomische risico's in kaart brengt en zorgvuldig beoordeeld. Focus daarbij op belangrijke punten zoals het gebruik van kracht, herhalende bewegingen, de duur en frequentie van taken, en de lichaamshouding van je medewerkers. Met de resultaten van deze analyse ga je daarna aan de slag om preventiemaatregelen die voor een ergonomische werkomgeving zorgen.
Belangrijk! De wetgeving verplicht werkgevers om preventiemaatregelen te nemen, maar laat de keuze van deze maatregelen aan jou over. Je kunt dus zelf bepalen welke maatregelen het beste passen bij jouw onderneming. Vaak zijn er verschillende opties, maar sommige zijn effectiever dan andere. In ons webinar bespreken we de mogelijke maatregelen die je zoal kunt nemen. Bovendien vind je bij de nuttige links een aantal sjablonen voor risicoanalyses die je kunt gebruiken.
Wat is een preventieadviseur-ergonoom?
Als werkgever ben je verantwoordelijk voor de risicoanalyse en betrekt hierbij de interne preventieadviseur. In een bedrijf met minder dan 20 werknemers kun je zelf deze rol vervullen. Als de situatie echter te complex wordt, ben je verplicht om de preventieadviseur-ergonoom van de externe preventiedienst in te schakelen om je te ondersteunen bij de risicoanalyse.
Een preventieadviseur-ergonoom is een specialist die de ergonomie binnen een organisatie verbetert. Met zijn uitgebreide kennis over het verbeteren en aanpassen van werkplekken en werkprocessen aan de mens, helpt hij je bij het aanpakken van ergonomische risico’s.
Nuttige tools
- Risicoanalyse beeldschermwerk op kantoor
- Risicoanalyse beeldschermwerk bij telewerk
- Fiche verbetervoorstellen Duwen en Trekken
- Fiche verbetervoorstellen Houding
- Fiche verbetervoorstellen Repetitief Werk
- Fiche verbetervoorstellen Staand werk
- Fiche verbetervoorstellen tillen, houden, dragen
Nuttige Links
- Over ergonomie: https://www.liantis.be/nl/welzijn-op-het-werk/gezondheid/ergonomie
- Over hulpmiddelen en tools: https://www.preventievanmsa.be/nl en www.beswic.be
- Over de nieuwe wetgeving: https://werk.belgie.be/nl/nieuws/nieuw-kb-over-ergonomie-op-het-werk-en-de-preventie-van-msa
Fout opgemerkt? Laatst gewijzigd: 19/09/2024
Het psycho-sociaal welzijn van je medewerkers ondersteunen door de werkbaarheidscheque
Als ondernemer wil je natuurlijk dat jouw personeel zich goed voelt op de werkvloer. Maar hoe moet je daar als werkgever concreet op inspelen? De werkbaarheidscheque zet je op de goede weg!
Je kan als werkgever online een werkbaarheidscheque aankopen bij de Vlaamse overheid. Met die cheque kan je dan jouw onderneming laten scannen op vlak van werkbaarheid. Zo krijg je een scherp beeld van de sterktes en werkpunten op vlak van werkbaar werk. Je kan de cheque ook gebruiken om je te laten bijstaan bij het opstellen van een actieplan of het bekijken van mogelijke acties. Dat kunnen soms kleine, praktische maatregelen en tips zijn die de werkomstandigheden duurzaam kunnen verbeteren en mensen met goesting naar hun werk doen gaan.
Hoe dan ook: jij als werkgever kiest waar je wil op inzetten. De werkbaarheidscheque is er voor alle ondernemingen uit de profitsector: zowel voor eenmanszaken en middelgrote bedrijven als grote organisaties.
De cheque bedraagt maximum 9.000 euro per onderneming. Voor kmo’s die hun kmo-portefeuilleplafond bereikt hebben, is er bovendien maximaal 5.000 euro extra aan te vragen voor acties rond werkbaar werk.
Deze steunmaatregel werd verlengd en kan aangevraagd worden tot en met 31 juli 2024.
Alle informatie over de werkbaarheidscheque vind je op de website van de Vlaamse overheid.
Wil je je werkbaarheidscheques concreet investeren?
Dan kan je bij Liantis terecht. Zij brengen het welzijn op je werkvloer van a tot z in kaart. Daarnaast helpen ze je graag bij het opstellen van een werkbaarheidsplan en maatregelen die het welzijn kunnen verbeteren.
Benieuwd naar de aanpak voor jouw onderneming? Neem dan contact met Liantis. Ze lichten jou de verschillende formules vrijblijvend toe!
Wil je zelf al eens checken hoe het gesteld is met de werkbaarheid van jouw bedrijf?
www.werkbaarwerk.be, de vernieuwde website, geeft meer info, tools en goede voorbeelden die je inzicht en inspiratie geven om aan de slag te gaan rond werkbaar werk.
Voor ondernemers in het Brussels Gewest die willen werken aan het psycho-sociaal welzijn van de medewerkers is er een mogelijkheid om gebruik te maken van de ‘consultancy-subsidies'.
Beluister de podcast |
---|
Fout opgemerkt? Laatst gewijzigd: 05/08/2024
Wat bij een ongeval op de werkvloer?
Wat als er zich, ondanks goeie voorzorgen, toch een werkongeval voordoet in je bedrijf? Snel eerste hulp verlenen natuurlijk. Maar ook, als de emoties bekoeld zijn, aangifte doen bij de verzekering. En eventueel de omstandigheden laten onderzoeken. Een overzicht.
Wat is een arbeidsongeval?
Een arbeidsongeval is een onverwachte gebeurtenis waarbij een werknemer tijdens het uitvoeren van zijn werkzaamheden een lichamelijk letsel oploopt. Dit geldt ook voor ongelukken die gebeuren op de weg van en naar het werk.
Welke soorten arbeidsongevallen zijn er?
Er zijn drie soorten arbeidsongevallen:
- Een licht ongeval is een ongeval dat niet leidt tot arbeidsongeschiktheid en loonverlies voor de werknemer. Het vereist slechts minimale verzorging door een hulpverlener.
- Een gewoon arbeidsongeval is een ongeval met een letsel dat moet worden behandeld door een arts of iemand met gespecialiseerde kennis
- Een ernstig arbeidsongeval is een ongeval met ernstige letsels en al dan niet blijvende schade of een ongeval met dodelijke afloop
Welke ongevallen aangeven? Hoe en wanneer?
Doe tijdig en correct aangifte!
Elk arbeidsongeval met letsel (niet alleen ongevallen op het werk zelf, maar ook onderweg naar en van de werkplek) moeten door de werkgever of het sociaal secretariaat worden aangegeven aan de arbeidsongevallenverzekering. Bij die ongevallen moet het gaan om een door een plotse, onverwachte gebeurtenis veroorzaakt letsel. Bezorg daarnaast zo snel mogelijk een medisch attest aan de verzekering. Ook het slachtoffer of de persoon die recht heeft op schadevergoeding kan aangifte doen. De aangifte moet binnen de 8 kalenderdagen gebeuren, aan de hand van een daartoe bestemd formulier of via de portaalsite van de Sociale Zekerheid, www.socialsecurity.be. Vergeet bij ongevallen met tenminste 4 dagen werkverlet niet, zo snel mogelijk een kopie van de aangifte te bezorgen aan de externe preventiedienst. Voor arbeidsongevallen met meer dan 4 dagen ongeschiktheid moet een speciale ongevallensteekkaart worden opgesteld (zie verder). Noteer altijd, ook bij op het eerste gezicht kleine ongevallen, de symptomen en de toegediende zorgen. Snelle en correcte aangifte bespoedigt de uitkering van de vergoeding.
Wat bij een licht arbeidsongeval?
Bij een licht arbeidsongeval noteer je dit het best altijd op in het eerstehulpregister. Wanneer er later toch nog een doktersbezoek nodig zou zijn, dan moet je het ongeval alsnog aangeven bij je arbeidsongevallenverzekeraar. Die zal vragen naar de gegevens vermeld in het register.
Wat bij een ernstig werkongeval?
Voor een zeer ernstig arbeidsongeval geldt een afzonderlijke procedure waarbij je een aantal stappen moet doorlopen.
- Meld het ongeval meteen aan de regionale directie van Toezicht Welzijn op het Werk (TWW), aan je externe preventiedienst en aan je arbeidsongevallenverzekering
- Doe aangifte bij je arbeidsongevallenverzekeraar: Van elk arbeidsongeval met letsel bezorg je binnen de acht kalenderdagen na het ongeval een aangifteformulier en een medisch attest aan de arbeidsongevallenverzekeraar.
- Doe aangifte bij de arbeidsinspectie: Het omstandig verslag (beschrijving van het ongeval, oorzaken, aanbevelingen om herhaling te vermijden…) moet door de werkgever ondertekend binnen de 10 kalenderdagen worden bezorgd aan de regionale directie van de dienst Toezicht op het Welzijn op het Werk (arbeidsinspectie).
- Doe aangifte bij externe dienst voor preventie en bescherming op het werk: Heb je zelf geen preventieadviseur met aanvullende vorming niveau 1 of 2 in dienst, dan moet de werkgever zo snel mogelijk, telefonisch zijn externe preventiedienst op de hoogte brengen. Belangrijk is voorts dat de werkgever samen met de preventiedienst voorstellen formuleert om gelijkaardige ongevallen in de toekomst te voorkomen en dat de nodige maatregelen in die zin worden genomen. Dit moet worden opgenomen in het omstandig verslag.
- Je preventieadviseur onderzoekt de oorzaken: De interne of externe preventieadviseur voert een onderzoek naar de oorzaken van het arbeidsongeval en stelt de nodige preventiemaatregelen voor om een herhaling van een dergelijk ongeval te voorkomen.
Wat is een ongevallensteekkaart?
Voor elk arbeidsongeval dat ten minste 4 dagen arbeidsongeschiktheid tot gevolg heeft, maakt de dienst voor preventie en bescherming op het werk een beknopte arbeidsongevallensteekkaart op. De ondernemer moet deze kaart ten minste 10 jaar bewaren en kunnen voorleggen bij controle. Het lijkt alweer extra administratieve rompslomp, want in principe moeten dus twee formulieren worden ingevuld. Maar in de meeste gevallen is een kopie van de gewone aangifte toereikend als de inspectie langskomt en hoeft de ongevallensteekkaart niet.
Fout opgemerkt? Laatst gewijzigd: 01/08/2024
Wat zijn de regels over werkkledij voor jouw medewerkers?
Als werkgever moet je ervoor zorgen dat uw arbeiders werkkledij en soms ook beschermingskledij hebben. Maar wat is het verschil tussen werkkledij en beschermingskledij? En wat zijn de verplichtingen van de werkgever en de werknemer? We leggen het kort voor je uit.
Wat is het verschil tussen werkkledij en beschermende kledij?
Werkkledij is specifieke kleding (behalve gewone stads- of vrijetijdskledij) die werknemers dragen om te vermijden dat hun eigen kleding vuil wordt door hun werkzaamheden. Voorbeelden zijn overalls, een stofjassen of speciale pakken.
Beschermende kledij is kleding die werknemers moeten dragen om hen te beschermen tegen risico's zoals geluidsoverlast, slechte zichtbaarheid, of andere risico's die verbonden zijn aan hun werk. Voorbeelden zijn gehoorbescherming en veiligheidsbril. Voor deze kledij geldt een andere wetgeving.
Let op! Werkkledij is dus geen persoonlijk beschermingsmiddel (PBM) dat de werknemer draagt om zich te beschermen tegen risico's die met zijn werkzaamheden samenhangen.
Wat zijn de verplichtingen van de werkgever?
In principe ben je als werkgever verplicht om werkkledij kosteloos aan de werknemer ter beschikking stellen vanaf het begin van de werkzaamheden.
Je bent ook verantwoordelijk voor het onderhoud en de reiniging van de werkkledij. Dit kan uitbesteed worden aan een gespecialiseerde firma.
Belangrijk! Sinds 1 augustus 2023 is het mogelijk om in een cao vast te leggen dat werknemers – op kosten van de werkgever – zelf verantwoordelijk zijn voor de reiniging, de herstelling en het onderhoud van hun werkkledij. Dit mag alleen als:
- Er een risicoanalyse in de onderneming is uitgevoerd.
- De resultaten van die analyse aantonen dat de werkkledij geen risico vormt voor de gezondheid van de werknemer en zijn directe omgeving.
Wat zijn de verplichtingen van de werknemer?
Werknemers zijn verplicht om de veiligheidsvoorschriften te volgen, waaronder ook het correct dragen van beschermingskledij.
Fout opgemerkt? Laatst gewijzigd: 29/11/2024
Het medisch onderzoek voor personeel, hoe zit dat in elkaar?
Moet je als werkgever verplicht een medisch onderzoek voor je personeel organiseren? En moet dit verplicht tijdens de werkuren of kan dit ook buiten de werkuren?
Verplicht?
Niet alle werknemers zijn automatisch onderworpen aan een medisch onderzoek. Voor sommige werknemers is het wek verplicht, op basis van het type werk dat ze uitvoeren en de gezondheidsrisico's waaraan ze worden blootgesteld. We sommen ze op:
- Veiligheidsfuncties
Dit zijn alle functies waarbij jouw medewerkers de veiligheid en gezondheid van zichzelf of andere collega’s in gevaar kunnen brengen. Voorbeelden zijn werknemers die voertuigen, heftrucks of kranen besturen of werknemers die potentieel gevaarlijke machines en installaties besturen.
- Activiteiten met een bepaald risico
Dit zijn alle functies waar duidelijke risico’s voor de gezondheid van de werknemer aan verbonden zijn. Dit risico wordt ruim geïnterpreteerd zoals het werken met chemische stoffen, maar ook werken in nachtelijke shifts of in een lawaaierige omgeving. Ook belasting van de rug of stress valt onder deze categorie.
Belangrijk! In realiteit is het altijd op basis van de risico-analyse of gezondheidstoezicht op basis van deze risico's al dan niet nodig is. Als werkgever ben je verantwoordelijk voor de uitvoering daarvan, maar de preventieadviseur-arbeidsarts neemt hier ook aan deel. Als de risico-analyse aangeeft dat medisch toezicht noodzakelijk is, dan moet het worden uitgevoerd. Kijk dit dus zeker goed na.
- Functies met verhoogde waakzaamheid
Dit zijn jobs die bestaan uit een permanente toezicht op de werking van een installatie, waar een gebrek aan waakzaamheid de veiligheid en de gezondheid van andere werknemers in gevaar zou kunnen brengen. Het kan bijvoorbeeld gaan om toezicht op gevaarlijke installaties.
- Specifiek gezondheidstoezicht bij kwetsbare werknemers
Bij bepaalde groepen werknemers moet er een specifiek gezondheidstoezicht gebeuren omwille van hun bijzondere situatie en kwetsbaarheid. Het gaat hier over jongeren, stagiairs en zwangere werkneemsters.
Binnen of buiten de werkuren?
Een medisch onderzoek door de arbeidsarts moet verplicht tijdens de werkuren plaatsvinden. De tijd die het onderzoek in beslag neemt wordt dan ook beschouwd als arbeidstijd, waarbij de werknemer normaal wordt bezoldigd. Ook eventuele verplaatsingskosten vallen steeds ten laste van de werkgever.
Belangrijk! Niet elk onderzoek bij de arbeidsarts moet tijdens de werkuren plaatsvinden. Die verplichting geldt enkel in het kader van het gezondheidstoezicht. Bij een bezoek voorafgaand aan de werkhervatting (in het kader van re-integratie na ziekte) of een spontane raadpleging geldt die verplichting niet. Een spontane raadpleging kan tijdens de werkuren plaatsvinden, maar dat is geen vereiste. Een bezoek voorafgaand aan de werkhervatting, spreekt voor zich, vindt plaats voor de werkhervatting
Fout opgemerkt? Laatst gewijzigd: 27/08/2024
Is een werkgever verplicht om zich aan te sluiten bij een externe preventiedienst?
Een werkgever heeft de verantwoordelijkheid om te zorgen voor de gezondheid, veiligheid en welzijn van zijn personeel. Externe preventiediensten zijn er om werkgevers te ondersteunen bij het naleven van deze verplichtingen. Maar wanneer is een werkgever verplicht om zich aan te sluiten bij een externe preventiedienst?
In de meeste gevallen moet een werkgever zich, vanaf het moment dat hij één medewerker in dienst neemt, aansluiten bij een externe preventiedienst. Dit geldt ook voor werknemers die niet fulltime in dienst zijn, zoals jobstudenten, uitzendkrachten of flexi-jobbers. Voor deze werknemers betaalt de werkgever wel een aangepast tarief.
De verplichte aansluiting vervalt enkel wanneer de werkgever zelf de nodige expertise in huis heeft om aan alle welzijnsverplichtingen te voldoen. Dit is soms het geval bij hele grote ondernemingen die over voldoende middelen en kennis beschikken om een eigen preventiedienst op te zetten. Zij hebben bijvoorbeeld een interne arbeidsarts aangeworven om de medische onderzoeken uit te voeren. De meeste ondernemingen, zeker kmo's, hebben deze expertise niet in huis en doen daarom beroep op een externe dienst.
Kmo's betalen meestal een forfaitaire prijs voor de dienstverlening van externe preventiediensten. Dit bedrag is wettelijk vastgelegd en hangt af van het aantal werknemers, de hoofdactiviteit van de onderneming en de bijbehorende risico's. In ruil voor deze forfaitaire prijs hebben kmo's recht op een basispakket aan diensten, dat ook wettelijk vastgelegd is. Het basispakket bevat de volgende diensten:
- Gemotiveerd beleidsadvies: Advies bij het opstellen en uitvoeren van een preventiebeleid.
- Gezondheidstoezicht: Medische controles en gezondheidstoezicht van de werknemers.
- Vergaderingen van het CPBW (Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk): Ondersteuning bij het organiseren en begeleiden van CPBW-vergaderingen.
- Ondersteuning bij ernstige arbeidsongevallen: Hulp bij het onderzoeken en opvolgen van ernstige arbeidsongevallen.
- Psychosociale coaching: Begeleiding en advies bij psychosociale problemen op de werkvloer.
Fout opgemerkt? Laatst gewijzigd: 29/11/2024
Wat betaal jij voor je externe preventiedienst?
Als werkgever ben je verplicht om je aan te sluiten bij een externe preventiedienst. Omdat het om een verplichte aansluiting gaat zijn de tarieven én het aanbond door de overheid vastgelegd. We leggen het systeem hieronder voor je uit.
Wat zijn de regels?
In principe betaal je per werknemer (zowel voltijds als deeltijds) een bepaald bedrag aan je externe dienst. Voor een werknemer die geen volledig kalenderjaar bij een werkgever heeft gewerkt (bijvoorbeeld een flexiejobber), wordt een prorata-tarief toegepast. Dit houdt in dat je 1/12e van het tarief betaalt, per kalendermaand waarin de werknemer een dagdeel of meer bij die werkgever geregistreerd was. Als de externe preventiedienstvoor deze werknemer een individuele prestatie heeft geleverd (bv. medisch onderzoek), is ook voor deze werknemer de volledige jaarbijdrage verschuldigd.
Wat zijn de tarieven?
Het bedrag dat je per werknemer aan de externe dienst betaald is niet voor elk bedrijf hetzelfde. Er zijn 5 tariefgroepen. Om te bepalen tot welke tariefgroep een onderneming behoort wordt er rekening gehouden met de twee volgende criteria:
- De hoofdactiviteit (in NACE code) van de organisatie. Dit weerspiegelt het risiconiveau van de onderneming. Hoe hoger het risico, hoe hoger het minimumbedrag per werknemer.
- Het aantal werknemers van de organisatie. Bedrijven met minder dan vijf werknemers (micro-ondernemingen) genieten van een verlaagd tarief.
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de minimale bijdrage per werknemer voor het kalenderjaar 2024, afhankelijk van het aantal werknemers en het risiconiveau van de organisatie.
Tariefgroep | Euro/werknemer | |
---|---|---|
1 tot 5 werknemers |
≥ 6 werknemers |
|
1 | € 45,02 | € 52,63 |
2 | € 65,31 | € 76,73 |
3 | € 81,16 | € 95,75 |
4 | € 102,72 | € 121,11 |
5 | € 120,48 | € 142,04 |
Tarieven geldig vanaf 01/01/2024 tot en met 31/12/2024
Wat krijgen ondernemingen in ruil voor de forfetaire bijdrage?
Welke prestaties de externe dienst moet leveren in ruil voor de forfaitaire minimumbijdrage is afhankelijk van de grootte van het bedrijf, de aanwezige risico’s en de vorming van de interne preventieadviseur.
Micro-ondernemingen, kleine en middelgrote ondernemingen (bedrijven uit de groep C- en D) moeten geen geschoolde preventieadviseur (niveau I of II) in dienst hebben. Deze ondernemingen vallen onder het forfaitair systeem en krijgen een basispakket in ruil voor de minimumbijdrage.
Voor grote ondernemingen (bedrijven uit groep A, B en C+) met een geschoolde preventieadviseur (opleiding van minstens niveau I of II) in dienst, wordt er een ander systeem gehanteerd. Voor deze bedrijven wordt er geen basispakket vastgelegd, maar zij hebben voor hun bijdrage recht op preventie-eenheden. Deze kunnen door de werkgever worden opgenomen via prestaties vanwege de externe dienst.
In de wet is bepaald dat de forfaitaire minimumbijdrage dat de werkgever betaalt, wordt omgezet in preventie-eenheden. Een preventie-eenheid bedraagt: 190,23. De minimumbijdrage moet dus gedeeld worden door 190,23 om het aantal preventie-eenheden te kennen.
Met deze preventie-eenheden kan de werkgever zelf een dienstenpakket samenstellen.
Wat als ondernemingen meer diensten/preventie-eenheden wensen af te nemen dan voorzien in het basispakket?
Uiteraard kunnen er ook nog diensten worden uitgevoerd die niet zijn opgenomen in het basispakket (C-/D) of wanneer de preventie-eenheden zijn uitgeput (A/B/C+). In dat geval zal de externe dienst hiervoor een extra bedrag aanrekenen. Ook deze tarieven zijn wettelijk bepaald.
Alle bedrijven | |
---|---|
Medisch onderzoek / Gezondheidstoezicht |
€ 98,32 / prestatie |
Tarieven geldig vanaf 01/01/2024 tot en met 31/12/2024
Let wel: dit zijn minimumtarieven zoals vastgelegd in het Koninklijk Besluit.
Als u hierbij nog vragen of opmerkingen zou hebben, aarzel niet ons te contacteren via de UNIZO ondernemerslijn: 02 21 22 678 of e-mail: ondernemerslijn@unizo.be
Fout opgemerkt? Laatst gewijzigd: 29/11/2024
Een werknemer is meer dan vier weken afwezig wegens ziekte. Wat nu?
Wanneer een van je werknemers langdurig ziek wordt, heeft dat niet alleen persoonlijke gevolgen, maar ook een grote impact op je bedrijf. Het is daarom in ieders belang om de medewerker snel weer aan het werk te krijgen. Je arbeidsarts heeft daarom de taak om de arbeidsongeschikte werknemer snel, al na vier weken arbeidsongeschiktheid, te informeren over de mogelijkheden voor terugkeer naar het werk. Geef daarom uiterlijk binnen vier weken de contactgegevens van de zieke werknemer door, zodat de arbeidsarts contact kan opnemen.
Wie schakel ik in?
Na vier weken arbeidsongeschiktheid ben je als werkgever verplicht om je externe preventiedienst in te schakelen en de gegevens van de betrokken werknemer door te geven aan je arbeidsarts. De bedoeling hiervan is dat de arbeidsarts de werknemer zo snel mogelijk informeert over de verschillende mogelijkheden voor werkhervatting (zie hieronder). Het is belangrijk om de contactgegevens van de werknemer zeker tijdig door te geven aan je externe preventiedienst. Cijfers tonen immers aan dat hoe sneller een terugkeer naar het werk besproken wordt, hoe groter de kans op een effectieve terugkeer is.
Wat zijn de mogelijkheden van de werknemer?
Tijdens dit informatiemoment legt de arbeidsarts de twee verschillende mogelijkheden om het werk te hervatten uit aan je werknemer.
- Het bezoek voorafgaand aan de werkhervatting is een consultatie bij de arbeidsarts, gericht op het voorbereiden van de terugkeer naar het werk. De arbeidsarts bespreekt samen met de werknemer, op basis van diens gezondheidstoestand, hoe het werk kan worden hervat. Denk hierbij aan aanpassingen aan de werkplek, ander werk, of progressieve werkhervatting. Belangrijk om te weten: de arbeidsarts oordeelt niet over de geschiktheid van de werknemer, en de aanbevelingen zijn niet bindend. Dit bezoek biedt een informele en administratief lichtere manier om de terugkeer naar het werk te ondersteunen in vergelijking met het re-integratietraject.
- In een re-integratietraject beoordeelt de arbeidsarts of de werknemer het werk kan hervatten, eventueel met aangepast of ander werk. De arts zal bepalen of de ongeschiktheid tijdelijk of definitief is en welke aanpassingen nodig zijn voor de werkhervatting. Dit traject is formeler dan het bezoek voorafgaand aan de werkhervatting.
Fout opgemerkt? Laatst gewijzigd: 29/11/2024
Moet ik een apart toilet voorzien voor één vrouwelijke medewerkster?
Wat als er in jouw (kleine) KMO slechts één vrouw werkt? Moet je dan een apart toilet voor haar voorzien?
Ja, dat is verplicht. Volgens de welzijnswet moet er minimaal één toilet per 25 mannelijke werknemers en één toilet per 15 vrouwelijke werknemers zijn. De traditionele scheiding tussen mannen- en vrouwentoiletten blijft verplicht, dus ook als je als werkgever ruim onder de norm blijft, moet je een apart toilet exclusief voor dames voorzien.
Fout opgemerkt? Laatst gewijzigd: 29/11/2024
Een medewerker snijdt in zijn vinger tijdens zijn thuiswerkdag. Is dat een arbeidsongeval?
Als een telewerker thuis in zijn vinger snijdt, dan is dat wel degelijk een arbeidsongeval. Hij is dus gedekt door de verzekering van het werk. Dat is sinds januari 2019 wettelijk zo bepaald. In feite is de algemene regel simpel: als het ongeluk ook op het werk had kunnen gebeuren, dan is het een arbeidsongeval. Een werknemer die van de trap valt of struikelt over een kabel zijn voorbeelden van legitieme werkongelukken. Zelfs ongevallen op de arbeidsweg kunnen ‘thuis’ voorvallen. Werkt jouw werknemer van thuis uit, en neemt hij tijdens zijn middagpauze de fiets naar de bakker, dan is ook dat traject gedekt door de verzekering. Er is natuurlijk wel een uitzondering!
Ongevallen die het gevolg zijn van een activiteit die absoluut niets met de arbeidsovereenkomst te maken hebben, vallen niet onder die verzekering. En dan bedoelen we: activiteiten die je op het werk niet kán doen. Heeft jouw werknemer iets voor terwijl hij het gras afrijdt bijvoorbeeld, komt de verzekering niet tussen. Jezelf snijden terwijl je een appel schilt of van de trap vallen, kan dan weer even goed op de werkplek gebeuren.
Fout opgemerkt? Laatst gewijzigd: 28/04/2023
Mag ik als werkgever nog een ziektebriefje vragen aan mijn zieke werknemer?
Je bent als werkgever nooit verplicht om een doktersattest te vragen aan jouw werknemer. Je kan dus bijvoorbeeld beslissen om dat nooit te vragen, of pas vanaf x dagen afwezigheid. Wel belangrijk: als je een doktersattest vereist, dan moet dat ook voorzien zijn in het arbeidsreglement of CAO.
Voor grotere ondernemingen (vanaf 50 werknemers) is de regeling bovendien nog wat verstrengd: als je als werkgever een doktersattest vraagt, dan hebben werknemers 3 keer per jaar het recht om zonder zo’n attest afwezig te zijn voor een dag. Het kan gaan om een afwezigheid van één dag of om de eerste dag van een langere afwezigheid. Zelfs als je er als werkgever dus voor kiest om een doktersattest te vragen, dan moet je die uitzondering respecteren.
Die uitzondering geldt niet voor kleine ondernemingen (tot 50 werknemers). Zij kunnen ervoor kiezen om af te wijken van deze regelgeving en dus beslissen om toch voor elke afwezigheid een doktersattest te vragen en dus geen afwezigheden toe te laten zonder ziektebriefje. Zoals gezegd moet dat dan wel expliciet zo opgenomen zijn in het arbeidsreglement. Het moet dus voor de werknemers duidelijk zijn dat je als werkgever voor alle dagen van ziekte een doktersattest vraagt. Staat het niet op die manier in het arbeidsreglement dan val je toch onder de nieuwe regelgeving en kan de werknemer dus drie dagen per jaar afwezig zijn zonder ziektebriefje.
De uitzondering komt er dankzij het lobbywerk van UNIZO. Het voornaamste argument daarbij was dat de impact van ziekteverzuim veel groter is in een kmo dan in een multinational. UNIZO vindt dus niet dat de ziektebriefjesregeling altijd en overal consequent moet worden toegepast. In de meeste ondernemingen heerst er vertrouwen en is een ziektebriefje niet nodig. Wel zijn we van mening dat werkgevers, wanneer het volgens hen nodig is, een ziektebriefje moet kunnen vragen. Dat met deze nieuwe maatregel kmo’s zelf kunnen beslissen over het behoud van het ziektebriefje bij één dag afwezigheid wegens ziekte is een goede zaak.
Wat als ik twijfel aan de arbeidsongeschiktheid van mijn werknemer?
Als een werknemer zich ziek meldt, met of zonder ziektebriefje, en je twijfelt of hij effectief ziek is dan kan je een controle-arts inschakelen. Die arts gaat dan langs bij de werknemer om de arbeidsongeschiktheid te controleren en kan eventueel vaststellen dat de werknemer toch in staat is om te werken. Je kan op elk moment van een ziekteperiode een controle-arts inschakelen of zelfs meerdere keren tijdens de afwezigheid van je werknemer.
Beluister de podcast |
---|
Fout opgemerkt? Laatst gewijzigd: 28/08/2024
Wat betekent het recht op deconnectie in de praktijk?
Het recht op deconnectie was een belangrijke maatregel uit de arbeidsdeal van de Vivaldi-regering. Concreet betekent dit dat ondernemingen met meer dan 20 werknemers verplicht zijn om afspraken te maken over het gebruik van digitale hulpmiddelen, zoals gsm, pc, of e-mail, buiten de werkuren. De bedoeling van deze wetgeving is om medewerkers hun werk en privéleven beter kunnen combineren.
Voor welke ondernemingen?
Van zodra je minstens 20 werknemers tewerkstelt geldt het recht op deconnectie en moet je een beleid opzetten of afspraken vastleggen over de bereikbaarheid buiten de werkuren. Dat kan door middel van een collectieve arbeidsovereenkomst (cao) of een wijziging van het arbeidsreglement.
Sommige sectoren hebben op sectorniveau afspraken gemaakt over het recht op deconnectie. In dat geval vervalt de verplichting om op ondernemingsniveau afspraken te maken. Voor kmo’s met minder dan 20 werknemers gelden deze verplichtingen sowieso niet.
Welke afspraken moet je maken?
- Praktische modaliteiten en afspraken van het recht van de werknemer om niet bereikbaar te zijn buiten zijn werkrooster.
- Richtlijnen voor het gebruik van professionele digitale hulpmiddelen. Denk maar aan het niet hoeven beantwoorden van e-mails of mobiele oproepen, het uitschakelen van servers, activeren van afwezigheidsberichten, of gebruik van een melding dat de mail niet onmiddellijk een antwoord vereist.
- De vorming- en sensibiliseringsacties die je wil opzetten naar medewerkers in het algemeen om overmatige connectie te te vermijden.
Fout opgemerkt? Laatst gewijzigd: 29/11/2024
Wanneer is het té warm om te werken?
Bij warme temperaturen komt vaak de vraag naar boven wanneer het te warm is om te werken en welke verplichtingen een werkgever heeft.
UNIZO zette in een handige snelwijzer alles op een rijtje:
Fout opgemerkt? Laatst gewijzigd: 22/08/2024