Wat is er mis met onderhandelen over indexatie?
Op deze pertinente vraag kwam er in de verkiezingscampagne jammer genoeg geen écht inhoudelijk antwoord. In de laatste rechte lijn richting de verkiezingszondag op 9 juni waren het de bekende economieprofessoren Gert Peersman en Ive Marx die de moed hadden om de kat de bel aan te binden: het automatische indexeren van onze lonen en uitkeringen is niet het nec plus ultra dat sommigen ervan maken. Het biedt namelijk niet voor iedereen en ook niet onder alle omstandigheden de beste koopkrachtbescherming. Bovendien verhindert het vrijere loononderhandelingen op sector- en bedrijfsniveau. Op het voorstel van de professoren om iets te doen aan het automatische karakter van indexeren kwamen voorspelbare en sloganeske reacties die samengevat kunnen worden als ‘van de index blijf je af’. Begrijpelijk, met minder dan een week tot de verkiezingen.
Maar ook in de partijprogramma’s is het tevergeefs zoeken naar concrete motivaties en argumenten pro automatische indexatie. Wat er wordt geïndexeerd (netto- of brutoloon) en op basis van welk soort index (aanpassingen aan de gezondheidsindex), daarover durven sommige politieke partijen weliswaar beleidsvoorstellen doen. Maar het automatisme, dat wordt blijkbaar beschouwd als ‘in steen gebeiteld’, als iets vanzelfsprekend, intouchable. Het noopt tot de vraag: wat is er eigenlijk mis met onderhandelen over indexatie?
Die vraag komt veel te weinig aan bod in debatten over koopkracht. Maar UNIZO is niet de enige die ze wél stelt. Verschillende internationale instituten zoals de OESO en het IMF hebben in het verleden al schoten voor de boeg gelost door kritiek te formuleren op de rigiditeit van automatische indexatie. En in 2022 boog de Internationale Arbeidsorganisaties zich over een vermeende klacht van de Belgische vakbonden over de onvrijheid van loononderhandelingen op interprofessioneel niveau. Als antwoord lanceerde de instelling het pleidooi om met de sociale partners opnieuw rond de tafel te gaan zitten voor overleg over criteria op basis waarvan de loononderhandelingen kunnen plaatsvinden. Als voorbeelden van criteria werd meegegeven: productiviteit en … levensduurte.
Maar ook de politiek heeft een belangrijke rol te spelen in dit verhaal. UNIZO vraagt namelijk om een wettelijk initiatief om tot een formeel verbod te komen op de automatische koppeling van inkomens aan de gezondheidsindex en aan eender welke andere prijsindex. Er is geen andere weg indien de automatische index en bijgevolg ook de loonnorm op de schop moeten. Het gevolg is dat er voortaan onderhandeld zal worden over de aanpassing van de inkomens aan inflatie. Het loslaten van het automatische karakter wil trouwens allerminst zeggen dat inkomens niet meer kunnen evolueren in functie van de levensduurte. Indexeren is belangrijk en heeft een economische meerwaarde, maar moet onderdeel zijn van overleg zoals in de rest van Europa.
Sociaal overleg over indexatie biedt volgens ons belangrijke voordelen:
1. Ten eerste kan men rekening houden met de oorzaak van inflatie. Loonstijgingen door toegenomen economische activiteiten, rendabiliteit en productiviteit zijn te rechtvaardigen, maar als de reden een externe prijsschok is zoals de recente (geïmporteerde) energie-inflatie, dan is het contraproductief om inkomens te laten stijgen. De inflatie blijft dan hoog en de competitiviteit van onze ondernemingen wordt aangetast.
2. Een tweede voordeel is dat de economische situatie van elk bedrijf en elke sector in rekening kan worden gebracht. In sectoren waar het goed gaat is misschien iets meer mogelijk, in anderen wat minder in functie van behoud van tewerkstelling.
3. Tenslotte kan onderhandelen over indexatie bijdragen tot efficiëntere steunmaatregelen door overheden en vice versa. Indien er al maatregelen zouden zijn getroffen, zoals energiepremies in tijden van hoge energieprijzen, wat betekent dit dan voor de indexatie van lonen? Koopkrachtmaatregelen vanwege de overheid kunnen trouwens nog veel meer selectief en tijdelijk worden ingezet voor de meest kwetsbaren in onze samenleving. Ze genieten de voorkeur op generieke loonstijgingen voor iedereen zoals vandaag via de automatische indexatie van inkomens, met grote impact op loonkosten, en ook algemene prijsingrepen zoals een btw-verlaging, met grote impact op de begroting en repercussies voor de index.