Welke waarborgen kan je geven bij een lening?
Hoe kan je goederen in pand geven en wat is het pandregister? Welke waarborgen kan je geven als starter en wat is de waarborgregeling van de Vlaamse overheid?
Informatie
De Waarborgregeling (van de Vlaamse overheid)
Als de bank jou geen krediet kan verlenen, enkel en alleen omdat je onvoldoende zekerheden/waarborgen kan bieden, is de Waarborgregeling misschien een goed alternatief.
Met de Waarborgregeling stelt de Vlaamse Overheid zich borg voor een deel van het krediet dat je nodig hebt. Daardoor verlaagt het risico voor jouw bank en verhoogt jouw kredietwaardigheid. De hoogte van de waarborg is afhankelijk van je kredietbehoefte en jouw tekort aan zekerheden. Om in aanmerking te komen, moet je investeren in het Vlaams Gewest of er jouw hoofdzetel hebben. je mag de middelen niet gebruiken om andere schulden af te lossen.
Hoe groot kan de waarborg zijn en wat zijn de voorwaarden?
Je kan als ondernemer via de Waarborgregeling maximum € 2,25 mio aan waarborgen gebruiken. Deze waarborg kan nooit hoger zijn dan 75% van het krediet dat je aanging.
Hou er ook rekening mee dat je éénmalig een premie moet betalen. Die wordt berekend in functie van de omvang en de looptijd van de waarborg.
Meer info op www.pmv.eu
Fout opgemerkt? Laatst gewijzigd: 09/10/2024
Lenen als starter. Welke waarborgen kan je geven?
Voor je van start kan gaan met je eigen zaak, heb je wellicht heel wat investeringen en kosten die je moet maken. Hoogstwaarschijnlijk doe je hiervoor (deels) een beroep op vreemde middelen, zoals een banklening of een investeringskrediet. Welke waarborgen kan je bij het aangaan van een lening zoal geven?
Inschrijving voorrecht op een investering
Dit is een voorrecht op het roerend goed, dat je zal financieren met de lening. Als je dus een investering aangaat kan je hierop een waarborg aangaan. Gaat het fout, dan heeft de kredietgever een voorrecht op dit goed. De waarde van deze waarborg hangt af van de waarde van het gefinancierde voorwerp en de verkoopbaarheid ervan. Inschrijving voorrecht is een klassieke waarborg bij bv. een wagenfinanciering.
Solidaire borgstelling
Wanneer een derde persoon zich garant stelt voor de terugbetaling van de schulden van de zaak, noemen we dit een solidaire borgstelling. Deze derde persoon kan in principe in een vennootschap ook jezelf als zaakvoerder zijn, maar dan is het eerder aangeraden om je vermogen rechtstreeks in de zaak steken. Bij een eenmanszaak moet de borgsteller uiteraard wel een derde persoon zijn.
Voor startende vennootschappen is de solidaire borgstelling door derden (niet-zaakvoerders) een relevante mogelijkheid, maar de bankier zal enkel reële waarde toekennen aan deze waarborg indien de borgsteller voldoende betrouwbaar en vermogend is.
Hypotheek
Dit soort waarborg wordt vrijwel alleen gebruikt om investeringen in onroerende goederen, zoals bijvoorbeeld een bedrijfsgebouw, te dekken. Kan je de lening niet terugbetalen, dan de kredietgever het onroerend goed openbaar laten verkopen en heeft hij het recht om de opbrengst van de verkoop in de eerste plaats te gebruiken om jouw schulden aan te zuiveren.
Effectenpand/rekening in pand
Hierbij stort je een waarborg in geldelijke middelen op een geblokkeerde rekening waar de bankier toegang tot heeft. Als starter steek je je geld misschien liever in je zaak, maar overweeg deze optie mocht een familielid of kennis eventueel willen instaan voor de waarborg.
Pand handelszaak
De bank heeft in dit geval een voorrecht op de bestanddelen van de handelszaak. De waarde van deze waarborg verschilt van dossier tot dossier en naargelang de inhoud van de handelszaak. Maar het is alleszins een zwakkere waarborg dan een hypotheek of borgstelling. Financiering op basis van deze waarborg alleen is dus niet evident.
Wil je graag meer hulp bij de opstart van je eigen zaak?
Bij UNIZO kan je terecht voor begeleiding, advies en individuele trajecten.
Check zeker ook ons UNIZO Startersplatform, waarmee je je ondernemingsplan van A tot Z kan uitwerken.
Fout opgemerkt? Laatst gewijzigd: 29/11/2024
Goederen in pand geven: hoe werkt dat?
Een pand is een heel interessante figuur om jouw positie als verkoper te versterken. Het geeft een soort van superprioriteit tegenover andere schuldeisers: als jouw klant niet betaalt, dan kan je het goed (laten) verkopen, en word je vóór de andere schuldeisers uitbetaald. Bovendien moet je niet naar de rechter stappen, tenzij de klant niet akkoord gaat met die verkoop of wanneer de klant een consument is.
Maar ook als koper kan het interessant zijn een pand te geven, vooral omdat sinds de nieuwe wet je niet langer verplicht bent de verpande goederen aan de verkoper te geven: je kan die goederen gewoon zelf blijven doorgebruiken (= bezitloos pand).
Op welke goederen kan een pand gevestigd worden?
Het pand kan genomen worden op alle roerende goederen. Zowel lichamelijke goederen (producten) als onlichamelijke goederen (bijvoorbeeld intellectuele eigendomsrechten) komen in aanmerking. Een pand op onroerende goederen is niet mogelijk.
Daarnaast kan het pand ook genomen worden op een handelszaak (een geheel van goederen). Het pand op de handelszaak verdwijnt daarom als afzonderlijke rechtsfiguur.
Hoe moet je een pand vestigen?
Het pand ontstaat heel eenvoudig door een overeenkomst tussen de pandgever en de pandhouder waarin wordt verduidelijkt welk goed wordt verpand, welke schuldvordering daarmee wordt gewaarborgd, en wat de waarde is van de schuldvordering die wordt gewaarborgd.
De waarde van de schuldvordering die wordt gewaarborgd moet trouwens niet beperkt zijn tot de hoofdsom. Je mag ook de intresten, een schadebeding, ... onder het pand opnemen.
Let wel op:
- is de pandgever een consument dan mogen die bijhorigheden niet hoger zijn dan 50% van de hoofdsom en mag de waarde van het verpande goed niet hoger zijn dan het dubbel van de maximale bedrag dat gewaarborgd mag worden.
- Stel dat je dus bijvoorbeeld een goed verkoopt van 1000 euro aan een consument, dan mag je een pand vragen dat een maximale schuldvordering van 1500 euro dekt (1000 euro hoofdsom + 50% bijhorigheden zoals intresten, uitwinningskosten, …).
- Is de klant een consument, dan moet je bovendien in de pandovereenkomst aangeven wat de waarde van het verpande goed is.
Gebruik van het verpande goed door de koper
Omdat het niet langer nodig is het verpande goed fysiek af te geven aan de verkoper, kan de koper het goed verder blijven gebruiken. Dat gebruik moet natuurlijk wel met de nodige zorg gebeuren. Je hebt als pandhouder trouwens steeds het recht de goederen te gaan inspecteren. De koper mag het verpande goed zelfs verkopen, tenzij dat anders was afgesproken in de pandovereenkomst.
Als het goed op die manier wordt doorverkocht, of als het goed beschadigd geraakt, of als het wordt verwerkt tot een ander product, dan komt het pand automatisch op de schuldvordering of het andere product te liggen die in de plaats komt.
Registratie van het pand
Als je verkoper bent, en je dus een pand in jouw voordeel laat vestigen, dan kan je het pand ook laten registreren in het pandregister. Door die registratie krijgt het pand een datum, en vanaf die datum kan je het inroepen tegen andere schuldeisers van jouw klant. Zonder die registratie kan je het niet inroepen tegen andere schuldeisers. Registreren is dus sterk aanbevolen!
Dit pandregister is een register dat georganiseerd is op nationaal niveau en volledig elektronisch werkt. De pandhouder betaalt wel een retributie voor het gebruik. De registratie van het pandrecht of het eigendomsvoorbehoud vervalt na verloop van 10 jaar, maar kan telkens voor opnieuw tien jaar verlengd worden.
Wat als de koper uiteindelijk niet betaalt?
Als de koper uiteindelijk niet betaalt, dan kan je het pand verhuren of verkopen. Wil je het goed verkopen, dan moet je jouw klant daar minstens tien dagen op voorhand van in kennis stellen.
- Is jouw klant een onderneming, dan is de tussenkomst van een rechter niet noodzakelijk. Je mag dan op eigen initiatief het goed verhuren of verkopen, maar moet daarvoor wel steeds een deurwaarder inschakelen. Je mag bij een onderhandse verkoop het goed niet zelf kopen! Enkel wanneer jouw klant zich tegen dergelijke verhuur of verkoop verzet, moet je je toch nog tot de (beslag)rechter wenden.
- Is jouw klant een consument, dan zijn de regels strenger en mag je als de pandhouder niet over het goed beschikken: je moet dan aan de (beslag)rechter toestemming vragen om het te verkopen, en je mag zelf niet als koper optreden.
Fout opgemerkt? Laatst gewijzigd: 04/10/2024