Werkplekleren en stages
Werkplekleren en stages vormen een cruciale brug tussen theorie en praktijk, waarbij individuen waardevolle ervaring opdoen en hun professionele vaardigheden ontwikkelen. Misschien vind je via deze instrumenten jouw volgende werknemer?
Informatie
Jongeren opleiden op je bedrijfsvloer via duaal leren
Wat is duaal leren?
Duaal leren is een alternatief onderwijssysteem voor de klassieke leerweg in Vlaanderen en Brussel, waarbij hoofdzakelijke jongeren zowel in de onderwijsinstelling of SYNTRA-opleidingsinstelling als op de werkvloer nieuwe competenties aanleren. Het is de meest intensieve vorm van werkplekleren, omdat de competenties vooral op de werkplek worden aangeleerd. Sinds kort kunnen ook cursisten uit de centra voor volwassenenonderwijs via duaal leren opleiding genieten.
Afhankelijk van de opleiding krijg je zo’n drie à vier dagen per week (afhankelijk van de opleiding en opleidingsverstrekker) een leerling uit het secundair onderwijs op je werkvloer, voor een periode van meestal 1 tot 3 jaar (afhankelijk van wanneer de leerling in het duaal leren stapt). De leerling is geen werknemer van je onderneming, maar wordt op de werkvloer opgeleid en begeleid door de mentor – dat kan jijzelf zijn of één van je medewerkers. De mentor staat in voor het aanleren van de algemene en beroepsspecifieke vaardigheden, zoals die zijn afgesproken in het opleidingsplan. Zowel de onderneming als de mentor moeten aan een aantal voorwaarden voldoen om erkend te kunnen worden. Vanuit de opleidingsinstelling (zoals bv. SYNTRA) is er een trajectbegeleider die de voortgang van de leerling opvolgt.
De opleiding van de lerende bepaalt welk type overeenkomst er wordt gesloten. Het gemiddeld aantal uren op de werkvloer is daar automatisch mee verbonden; partijen kunnen niet zelf bepalen welk type overeenkomst er wordt gebruikt. Indien de lerende:
- Gemiddeld ≥ 20u per week bij je op de werkvloer komt is er een Overeenkomst van Alternerende Opleiding (OAO). De leerling ontvangt een leervergoeding.
- Gemiddeld <20u per week: Stageovereenkomst Alternerende Opleiding (SAO). Dit is een onbezoldigde overeenkomst
Wil je aan de slag met duaal leren?
Dan moet je daarvoor een erkenning op zak hebben. Om erkend te worden moet je als onderneming aan een aantal erkenningsvoorwaarden voldoen. De erkenning vraag je aan per opleiding waarvoor je een overeenkomst wil sluiten en voor elke vestiging waar je iemand wil opleiding. De erkenningsprocedure kan je opstarten via het digitale loket app.werkplekduaal.be. Je aanvraag wordt binnen de 14 dagen behandeld. Heb je de erkenning, dan blijft deze 5 jaar goed.
Het kan zijn dat de jongere of een opleidingscentrum (zoals bv. Syntra) zelf contact opneemt met jouw onderneming. Uiteraard hoef je daar niet op te wachten en kan je je zelf een aantal scholen actief contacteren en hen laat weten dat je openstaat voor duaal leren.
Zodra de overeenkomst met de school, de jongere en je onderneming is ondertekent, kan je aan de slag!
Wat zijn de financiële stimulansen?
Als je voldoet aan een aantal voorwaarden kom je in aanmerking voor de premie kwalificerend werkplekleren in Vlaanderen of de mentorpremie in Brussel.
Meer informatie?
Voor meer informatie of vragen kan je steeds terecht bij je sociaal secretariaat, de Vlaamse overheid, of bekijk de infofiches.
Fout opgemerkt? Laatst gewijzigd: 28/08/2024
Leren en werken: Leertijd en DBSO
Wat zijn leertijd en DBSO?
Leertijd en Deeltijds Beroeps Secundair Onderwijs (DBSO) zijn Vlaamse onderwijssystemen waarbij de leerling, die niet langer voldoen aan de voltijdse leerplicht, zowel leert op school als leert of werkt op de werkplek. De leertijd en het DBSO worden ook in Brussel aangeboden. Daarnaast heb je ook nog het duaal leren waarbij jongeren ook school combineren met leren op de werkvloer.
In schooljaar 2024-2025 zullen enkel nog de lopende trajecten in de 3de graad worden afgewerkt, met andere woorden er is dus geen nieuwe instroom meer mogelijk in de leertijd of het DBSO. Vanaf schooljaar 2025-2026 zullen de leertijd en DBSO niet langer bestaan en volledig vervangen zijn door het duaal leren.
Fout opgemerkt? Laatst gewijzigd: 21/08/2024
Graduaatsopleidingen
Wat zijn graduaatsopleidingen?
Graduaatsopleidingen zijn 2-jarige praktijkgerichte opleidingen binnen het hoger onderwijs, waar er minstens een derde van de opleiding ingevuld wordt door werkplekleren. Die invulling zal per opleiding en per hogeschool verschillen. Over het algemeen worden er:
- In de eerste semesters met name gesimuleerde werkomgevingen, gastlessen en bedrijfsbezoeken voorzien.
- In latere semesters – wanneer de graduaatsstudenten al wat kennis en vaardigheden hebben opgedaan - vaker stages georganiseerd.
De graduaatsopleidingen bevatten een beperktere theoretische leerstof ten opzichte van professionele bachelors. Ze zijn sterk gericht op het uitvoeren van praktische oplossingen en focussen op een beroep.
Vroeger werden graduaatsopleidingen HBO5 genoemd en veelal op Centra voor Volwassenonderwijs aangeboden.
De graduaatsstudent kan een jongere zijn die recent van het secundair onderwijs verlaten heeft, maar het kan evengoed een volwassene zijn die al werkervaring heeft.
Wat kan je als ondernemer verwachten van graduaatsopleidingen?
Als ondernemer kun je op verschillende manieren meedoen aan het deel werkplekleren bij een graduaatsopleiding.
Zoals gezegd kan een graduaatsstudent iemand zijn die nog maar pas van het secundair onderwijs af is of een volwassene die al werkervaring heeft. Graduaatsopleidingen zijn zeer praktijkgericht, je kunt dus verwachten dat de lerende een overeenkomende houding zal hebben. Maar – zoals altijd bij werkplekleren – de lerende is geen werknemer maar iemand in opleiding die begeleiding nodig heeft.
Welke stappen om te starten?
Bekijk of er een hogeschool in jouw regio is die graduaatsopleidingen aanbiedt in jouw sector. Neem contact op met de hogeschool en bespreek de mogelijkheden. Vaak is er een pagina op de website 'voor bedrijven' of 'samenwerking met het onderwijs'.
Afhankelijk van de vorm van werkplekleren sluit je een overeenkomst af met de hogeschool en/of een graduaatsstudent.
Fout opgemerkt? Laatst gewijzigd: 20/08/2024
Regelgeving bij werkplekleren
Voor de verschillende vormen van werkplekleren gelden verschillende regelgevende kaders en sociale verplichtingen. De onderwijsinstelling waar je mee samenwerkt gaat je in deze zaken kunnen adviseren.
Alternerende opleidingen
Het Departement Werk en Sociale Economie voorziet handige infofiches voor ondernemingen over verschillende thema’s bij alternerende opleidingen (duaal leren, leertijd en DBSO). Deze gaan onder andere over de leervergoeding, vakantieregeling, maar ook over arbeidsongeschiktheid, schorsing en beëindiging van een overeenkomst.
Hier voorzien we een overzicht per overeenkomst met de belangrijkste verplichtingen en links naar meer informatie.
Overeenkomst van Alternerende Opleiding (OAO) | Stageovereenkomst Alternerende Opleiding (SAO) | Deeltijds Arbeidsovereenkomst (DA) | |
---|---|---|---|
Welk onderwijssysteem? | De OAO kan van toepassing zijn bij opleidingen in duaal leren, en in Leertijd en DBSO. | De SAO is enkel van toepassing bij opleidingen in het duaal leren. | De DA is met name van toepassing bij opleidingen in DBSO, en bij de Leertijd in mindere mate. Ook bij duaal leren in de social profit is een DA mogelijk. |
Leervergoeding of loon? | Er geldt een leervergoeding van min 600,50 euro tot max 714,40 euro per maand. | De SAO is onbezoldigd. | Loon is volgens de CAO en enkel voor de opleidingsuren op de werkplek. |
Uren op de werkplek (gemiddeld) | minstens 20 uur per week | minder dan 20 uur per week | Voor Leertijd:
Voor DBSO:
Voor alle drie de onderwijssystemen:
|
Sociale verplichtingen | Dimona-aangifte en kwartaalaangifte RSZ (DmfA) Arbeidsongevallenverzekering Dienst voor preventie en bescherming op het werk (C6 gezondheidsbeoordeling, persoonlijke beschermingsmiddelen, enz.) Sociale documenten: Arbeidsreglement, loonfiches en belastingfiche 281.10 Woonwerkverkeer: dezelfde tussenkomst als voor gewone werknemers Sociale verplichtingen bij de OAO. | Verzekering voor burgerlijke aansprakelijkheid Dienst voor preventie en bescherming op het werk (risicoanalyse, gezondheidsbeoordeling, persoonlijke beschermingsmiddelen conform codex welzijn op het werk, boek X, jongeren op het werk). Sociale documenten: arbeidsreglement Sociale verplichtingen bij de SAO. | Dimona-aangifte en kwartaalaangifte RSZ (DmfA) Arbeidsongevallenverzekering Dienst voor preventie en bescherming op het werk (risicoanalyse, gezondheidsbeoordeling, persoonlijke beschermingsmiddelen, enz.) Sociale documenten: arbeidsreglement, loonfiches en belastingfiche 281.10 Woonwerkverkeer: dezelfde tussenkomst als voor gewone werknemers |
Arbeidswetgeving | De arbeidswetgeving is van toepassing met extra aandacht voor jeugdige werknemers. Voor minderjarigen gelden specifieke regels rond arbeidsduur, overwerk, werken op feestdagen en nachtarbeid. Voor meerderjarigen geldt de gewone arbeidswetgeving. | De arbeidswetgeving is van toepassing met extra aandacht voor jeugdige werknemers. Voor minderjarigen gelden specifieke regels rond arbeidsduur, overwerk, werken op feestdagen en nachtarbeid. Voor meerderjarigen geldt de gewone arbeidswetgeving. | De arbeidswetgeving is van toepassing met extra aandacht voor jeugdige werknemers. Voor minderjarigen gelden specifieke regels rond arbeidsduur, overwerk, werken op feestdagen en nachtarbeid. Voor meerderjarigen geldt de gewone arbeidswetgeving. |
Vakantiedagen | Schoolvakantieregeling: schoolvakanties (onbetaald) vrijaf m.u.v. betaalde vakantiedagen Afwijkingen op schoolvakantieregeling mogelijk mits leeropportuniteit en recuperatie (m.u.v. bepaalde sectorale afwijkingen) Opgebouwde betaalde vakantiedagen (meestal op basis van de gepresteerde dagen in het vorige kalenderjaar, +/-15 dagen per kalenderjaar) worden enkel in de schoolvakanties opgenomen, of tijdens de collectieve sluiting van een onderneming als die buiten de schoolvakanties valt. Vakantieregeling OAO | Schoolvakantieregeling Afwijkingen op schoolvakantieregeling mogelijk mits leeropportuniteit en recuperatie. Vakantieregeling SAO | Betaalde vakantiedagen op basis van gepresteerde dagen in het vorige kalenderjaar. |
Stages en overige vormen van samenwerking met opleidingsinstellingen
De belangrijkste bron hier is de Omzendbrief Leerlingenstages, observatieactiviteiten en praktijklessen van Onderwijs Vlaanderen. Deze geeft informatie over welzijnswetgeving, arbeidswetgeving en aansprakelijkheid - gecategoriseerd voor stages, bedrijfsbezoeken (observatieactiviteiten) en praktijklessen.
We lichten de meest relevante wetgeving kort toe:
-
RSZ
Onbezoldigde stages zijn niet onderworpen aan de RSZ. Maar er moet voor de stagiairs wel een Dimona met een nieuw gecreëerd type "STG" uitgevoerd worden. Het gaat om een verrijkte Dimona waarbij een aantal extra gegevens moeten meegegeven worden. Uitgebreide informatie vind je op de website van de FOD Sociale Zekerheid
-
Welzijn
Jij als stagegever moet een risicoanalyse maken en bijbehorende preventiemaatregelen nemen. Als er gezondheidstoezicht nodig is, moet je de stagiair en de onderwijsinstelling een werkpostfiche bezorgen.
-
Arbeidswetgeving
Voor de arbeidswetgeving zijn stagiairs te beschouwen als gelijkgestelde werknemers. De arbeidswetgeving is van toepassing met extra aandacht voor jeugdige werknemers.
Het arbeidsreglement en de CAO gelden voor zover de bepalingen relevant zijn – dus bijvoorbeeld wél met betrekking tot beschermingsmaatregelen, maar niet tot loon (aangezien de stages onbetaald zijn).
Voor <18 gelden specifieke regels rond arbeidsduur, overwerk, werken op feestdagen en nachtarbeid. Voor 18+ geldt de gewone arbeidswetgeving.
-
Aansprakelijkheid en arbeidsongevallen
Aansprakelijkheid van een stagiair is gelijk aan die van een gewone werknemer. De werkgever is aansprakelijk voor de fouten van zijn werknemers, en daarom sta je als werkgever in voor de schade die een stagiair veroorzaakt. Bij opzet, een zware fout en veel voorkomende lichte fout kan je de schade verhalen op de stagiair door een regresvordering.
De onderwijsinstelling is wettelijk verplicht om een arbeidsongevallenverzekering af te sluiten voor zijn stagiairs, en staat dus in voor de kosten van lichamelijk letsel op of op weg naar de stageplaats.
Overige vormen van samenwerking met opleidingsinstellingen
Voor de overige vormen zijn enkel een aantal punten van de welzijnswetgeving en aansprakelijkheid uit de Omzendbrief Leerlingenstages, observatieactiviteiten en praktijklessen van Onderwijs Vlaanderen relevant voor die vormen waarbij je lerenden op je werkvloer ontvangt.
Bedrijfsbezoek (observatieactiviteit)
-
Welzijnswetgeving: De leerlingen/studenten/cursisten en de begeleidende leraren/docenten zijn bezoekers. Dat betekent dat ze de instructies van de onderneming moeten volgen en het bezoekersreglement naleven. Op basis van je standaard risicoanalyse zullen de lerenden bijvoorbeeld de persoonlijke beschermingsmiddelen moeten dragen die je aan bezoekers ter beschikking stelt. Daarnaast moet je ze informeren over de risico’s in het bedrijf en over de noodprocedures en evacuatiewegen.
-
Aansprakelijkheid: Je bent aansprakelijk voor eventuele schade die veroorzaakt wordt door de infrastructuur van je onderneming - of door zaken die aan de bezoekende leerlingen of leraren worden ter beschikking gesteld (bijvoorbeeld als je geen of gebrekkige persoonlijke beschermingsmiddelen aanbiedt terwijl die verplicht zijn).
Praktijklessen op locatie
Hierbij ligt de verantwoordelijkheid met name bij de onderwijsinstellingen. Zij zullen waarschijnlijk een beroep doen op je risicoanalyse. De onderwijsinstelling is verantwoordelijk voor het geven van de les op locatie, maar die kan ook door de ondernemer of een medewerker worden gegeven.
- Welzijnswetgeving: De leerlingen/studenten/cursisten die op locatie een praktijkles gaan volgen vallen onder de welzijnswetgeving. De onderwijsinstelling zal daarvoor over een risicoanalyse moeten beschikken. Hiervoor zullen ze meestal gebruik maken van de risicoanalyse van het bedrijf. De onderwijsinstelling is er verantwoordelijk voor dat de preventiemaatregelen worden genomen, zoals de verplichting voor de leerlingen om persoonlijke beschermingsmiddelen te dragen.
- Aansprakelijkheid: De aansprakelijkheid is afhankelijk van de specifieke aanwezigheid en betrokkenheid van het personeel van de onderwijsinstelling, voor instructie en toezicht. Samengevat is het zo dat degene die de les geeft en het toezicht op de lerenden uitoefent aansprakelijk is. Dus als jij of je medewerkers de les geven, draag jij de aansprakelijkheid.
Fout opgemerkt? Laatst gewijzigd: 28/08/2024
Verhoogde mentorpremie voor Brusselse werkgevers
Dit is een gewestelijke regelgeving en geldt voor de werkgevers die in het Brussels Gewest zijn gevestigd. In Vlaanderen is een andere steunmaatregel van kracht, die je hier terugvindt : https://www.vlaanderen.be/stagebonus/aanvullende-stagebonus
Een werkgever die investeert in de opleiding en ontwikkeling van zijn nieuwe medewerkers, heeft een concurrentievoordeel ten opzichte van de andere bedrijven die naar hetzelfde profiel zoeken.
Duaal leren of deeltijds leren en werken is een opleidingsvorm die vele opportuniteiten biedt, voor de werkgever én voor de stagiair.
In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest krijg je bovendien een mentorpremie als je een stagiair opleidt. Om meer ondernemingen aan te zetten stagairs op te leiden, verhoogt de Brusselse Regering de mentorpremie voor het lopende academiejaar 2021-2022. Het bedrag van de premie wordt opgetrokken van 1.750 euro (per mentor) naar 3.000 euro (per stagiair!) en de leeftijdsvoorwaarde voor de stagiair wordt geschrapt. Tot nog toe werd de premie toegekend aan min-25-jarigen.
Wist je dat er momenteel meer dan 2000 personen die een alternerende opleiding volgen, nog steeds op zoek zijn naar een stageplaats. Vraag dus zeker eens na bij Syntra of de Centra voor Leren en Werken (CLW) wie nog een opleidingsplaats zoekt. De lijst van de opleidingsinstellingen die in aanmerking komen vind je hier. Daar vind je ook de lijst van de Franstalige instellingen (EFP en CEFA’s).
De volledige informatie over de mentorpremie vind je hier.
Let op: de regelgeving op die webpagina is nog niet aangepast omdat het nieuwe voorstel nog moet geformaliseerd worden.
Fout opgemerkt? Laatst gewijzigd: 29/11/2024
De premie kwalificerend werkplekleren: een premie als u iemand langdurig opleidt uit het onderwijs
Deze premie kan je zowel als éénmanszaak of als onderneming met een vennootschap in Vlaanderen gevestigd zijn. De onderneming leidt de lerende, volgens de Dimona-aangifte, minstens 4 maanden op in het schooljaar waarvoor de premie wordt aangevraagd. Enkel indien je werkt via een specifieke overeenkomst kan je gebruik maken van deze premie.
Hoeveel bedraagt de premie?
De premie kwalificerend werkplekleren voor de onderneming bedraagt per lerende:
- € 600,00 als de lerende geen vergoeding van de onderneming ontvangt.
- € 1.000,00 als de lerende wel een vergoeding van de onderneming ontvangt.
De premie kwalificerend werkplekleren is belastbaar als winst of baat bij de onderneming die ze ontvangt.
Hoe dient u een aanvraag tot betaling in?
De uitbetaling van de premie gebeurt zo automatisch mogelijk. Om je premie te ontvangen, moet je binnen de drie maanden na startdatum van de overeenkomst:
- Controleren dat je overeenkomst in het digitale loket app.werkplekduaal.be tijdig werd geregistreerd door de opleidingsverstrekker.
- Je toestemming en je rekeningnummer hebt doorgeven via hetzelfde loket.
- Zorgen dat je DIMONA-registratie voor de lerende in orde is.
Meer info?
Bezoek de website van de Vlaamse overheid.
Het ontvangen van deze premie vormt een voorwaarde voor het verkrijgen van je economische vrijstelling ‘stage in de onderneming’. Die vrijstelling bedraagt in principe 40% van de als beroepskosten aftrekbare bezoldigingen voor de prestaties van een lerende waarvoor de werkgever de premie kwalificerend werkplekleren heeft verkregen.
Om de vrijstelling te verkrijgen, moeten de volgende documenten ter beschikking gehouden worden van de FOD Financiën:
- het bewijs dat de onderneming voor elke tewerkgestelde lerende de premie kwalificerend werkplekleren heeft verkregen
- een lijst van de tewerkgestelde lerenden, met daarin, voor elke lerende, de vermelding van:
- de volledige identiteit en eventueel het nationaal nummer
- de bruto belastbare bezoldigingen (met inbegrip van de wettelijke sociale lasten, de werkgeversbijdragen en -premies en de andere sociale bijdragen verschuldigd door contractuele verplichtingen) voor de prestaties tijdens de opleiding in de loop van het opleidingsjaar waarvoor u de premie hebt verkregen.
Voor meer informatie kunt u terecht bij de FOD Financiën.
Fout opgemerkt? Laatst gewijzigd: 28/08/2024
Op zoek naar een geschikte medewerker? Dan is IBO misschien iets voor jou!
Wat houdt een IBO in?
Als werkgever wil je voor elke vacature de perfecte kandidaat. Maar in een krappe arbeidsmarkt is dat makkelijker gezegd dan gedaan. Nog elk jaar raken duizenden knelpuntvacatures moeilijk of helemaal niet ingevuld. De IBO (individuele beroepsopleiding) kan een oplossing bieden voor jouw moeilijk invulbare vacature. Via de IBO maak je van jouw sollicitant de ideale medewerker. Je leidt de kandidaat op op je eigen werkvloer en dat op basis van een opleidingsplan dat je afsprak met VDAB. VDAB (of één van haar partners) zorgt voor ondersteuning tijdens de IBO. Op het einde van de rit werf je hem of haar aan met een contract van onbepaalde duur en heb je er een gemotiveerde en getrainde werknemer bij. In bepaalde gevallen kan je de werkzoekende ook met een contract van bepaalde duur aanwerven. Contacteer je IBO-bemiddelaar vóór de start van de IBO om te weten of dit het geval is of niet.
De IBO is een voordelige investering met resultaat: Na de IBO heb je geschikt en gemotiveerd personeel opgeleid op maat van jouw organisatie. Tijdens de IBO betaal je geen loon of RSZ, enkel een vaste maandelijkse premie. De werkzoekende krijgt van VDAB een extra IBO-premie bovenop zijn werkloosheidsuitkering.
Hoeveel kost een IBO je als werkgever?
Als werkgever is het belangrijk te weten hoeveel je de IBO-cursist na de opleiding bij aanwerving zal betalen. Tijdens de IBO betaal je geen loon of RSZ voor de kandidaat. Je betaalt enkel een vaste maandelijkse premie aan VDAB. De hoogte van de premie is gebaseerd op het loon dat je medewerker gaat krijgen als je hem aanwerft.
Maandelijkse premie (netto) |
Looncategorie (bruto) |
650 EUR |
minder dan 2.113,74 EUR |
800 EUR |
2.133,74 - 2.487,97 EUR |
1.000 EUR |
2.487,98 - 2.860,98 EUR |
1.200 EUR |
2.860,98 - 3.232,77 EUR |
1.400 EUR |
3.232,78 EUR of meer |
Bij een deeltijdse IBO wordt de premie berekend op basis van de tewerkstellingsbreuk.
Hoe vraag je een IBO aan?
Elke werkzoekende kan in aanmerking komen voor een IBO, ook diegene zonder uitkering. Je hebt al iemand op het oog? Ga dan als volgt tewerk:
- Dien je aanvraag zelf in via 'Mijn VDAB'. Vervolgens klik je op 'IBO-beheer' en vul je de nodige gegevens in. Nadien zal VDAB contact met je opnemen om de aanvraag te bespreken en afspraken te maken.
- Je VDAB-bemiddelaar zorgt voor de snelle opstart, de contracten en professionele ondersteuning tijdens de IBO.
- Na de IBO neem je de nieuwe medewerker in dienst.
- Wil je weten of de IBO iets voor jou is? Dan kan je dit digitaal infopakket doorlopen!
- Alle voorwaarden vind je terug bij VDAB. Bekijk ook zeker de FAQ rond IBO.
- Ook in Brussel kan je een IBO opstarten.
- Spreekt je kandidaat niet goed Nederlands, bekijk dan zeker de optie om een IBO met taalcoaching op te starten.
Fout opgemerkt? Laatst gewijzigd: 20/08/2024