In principe geldt de intrestvoet die je contractueel (in jouw algemene voorwaarden) bent overeengekomen. Deze intrestvoet moet wel redelijk blijven, de rechter heeft altijd de mogelijkheid om onredelijke intrest te verminderen. Bij consumenten is de intrestvoet die je in jouw voorwaarden mag voorzien ook beperkt.
Als jouw algemene voorwaarden niet voorzien in nalatigheidsintresten, dan kan je wettelijke intrest aanrekenen:
- Is de wanbetaler een consument, dan geldt voor het jaar 2024 de wettelijke intrestvoet van 5,75%.
- Is de wanbetaler een onderneming, dan geldt een interest intrestvoet van 12,5%.
- In fiscale zaken en in het kader van de wetgeving op de overheidsopdrachten gelden daarnaast nog specifieke interestvoeten. Voor overheidsopdrachten hangt de toepasselijke intrestvoet soms af van wanneer de opdracht gegund werd. Voor een volledig overzicht, klik hier.
De interesten beginnen in dit geval te lopen vanaf de eerste ingebrekestelling (die bij voorkeur aangetekend werd verzonden; zo voorkom je later bewijsproblemen).
Hoe de verschuldigde intrest concreet berekenen?
De intrest geldt op jaarbasis. Je moet dus de intrest berekenen op het aantal dagen dat te laat werd betaald. Stel bijvoorbeeld dat jouw klant je na de vervaldag nog 5.000 euro moet betalen, en dat je in de overeenkomst een verwijlintrest van 10% bent overeengekomen.
Stel dat jouw klant 30 dagen te laat betaald heeft, dan mag je hem als verwijlintrest aanrekenen: 40,10 euro, te berekenen als volgt: 10% x 5.000 euro x 30dagen/365 dagen.
Let er ook op dat bij geldschulden, een eventuele muntontwaarding niet mee in rekening wordt gebracht.
Intrest op intrest, kan dat eigenlijk?
Hoogstens één maal per jaar mag de intussen vervallen intrest bij de hoofdsom gevoegd worden.
Voorbeeld: stel dat jouw klant nog 1000 euro moet betalen, en je daarop een intrest van 12% per jaar rekent. Dan komt er na de eerste maand 10 euro bij (1%), de volgende maand nog eens 10 euro en zo verder. Wat je dus niet mag doen is de 10 euro intrest van de eerste maand optellen bij de hoofdsom en op dat gecumuleerde bedrag van 1010 euro de intrest voor de tweede maand berekenen. Dan doe je immers aan kapitalisatie van intresten, wat dus in principe niet mag.